Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Getuigen in de ruige motorwereld

'Motorrijden is puur genieten'

Hopr en Curly. Dat zijn de bijnamen van Mauritz en Nora Vlot in de motorwereld. Hij een stoere kerel met oorbel, zwarte kleding en allerlei tatoeages. Zij een alternatief geklede vrouw met een vriendelijke glimlach. Samen een markant stel. “Onze missie ligt bij ‘outlaw’ motorclubs, zeg maar het ruige spul.”

Deel:

Achter hun huis manoeuvreert Mauritz zijn Harley Davidson over het smalle paadje. Het gedreun van zijn motor weerkaatst tegen de huizen en moet bij de buren binnen duidelijk hoorbaar zijn. “Motorrijden is puur genieten,” schreeuwt Mauritz boven het geluid uit. “De ultieme kick, al rijd ik al zo lang. Herrie? Hoe durf je dit prachtige geluid zo te noemen? Foei!” Voorzichtig parkeert hij het gevaarte op de brug in de schuur. Hier knutselt Mauritz vaak met zijn clubgenoten van de christelijke motorclub God’s Squad CMC, drinken ze een biertje en vieren ze hun broederschap.
Binnen, in huize Vlot, ademt alles een motorsfeer. Zo is het toilet beplakt met foto’s, krantenknipsels en leuke uitspraken die een link hebben met 'onze subcultuur', zoals het stel steeds zegt.

Rebels
Wie Mauritz en Nora – beiden 44 jaar – samen ziet, vermoedt niet dat ze een achtergrond hebben in een traditioneel kerkelijke milieu. Hij groeide op binnen de Gereformeerde Bond en zij binnen de Nederlands Gereformeerde Kerken. “De motorwereld past totaal niet bij onze keurige opvoeding,” vertelt Nora aan de eettafel. “Maar al op de middelbare school – waar we verkering kregen – zetten we ons erg af. Ik stond bekend als iemand die van de ene jongen naar de andere dartelde en Mauritz herkende je aan zijn rebelse houding en opgevoerde brommer.”
“Veel dingen die de dominee en mijn ouders verboden, deed ik: stelen, vechten en joyriden. Ik had geregeld de politie achter me aan,” blikt Mauritz terug op roerige jaren in het christelijke Putten. “De familie keurde onze relatie af, maar dat prikkelde ons extra om er vol voor te gaan. Vooral ik liet me niet aan de ketting leggen. Ik zocht vrijheid en daar had God niets mee te maken, dacht ik toen.”

Omkering
Die drang vormde lange tijd de rode draad in hun leven. Ze trouwden jong en kregen kort daarna twee kinderen. Maar de deur van de kerk gooiden ze – ondanks hun eigenzinnige houding – nooit definitief dicht, al scheelde het bij Mauritz weinig. Hij vertelt: “Er waren te veel in mijn ogen onbijbelse tradities en regeltjes. Ik paste niet in het kerkelijke stramien en dat zorgde voor steeds meer frustratie.”
Nora’s geloof stond minder onder druk. Zij worstelde juist met beklemmende angsten. “Soms had ik ’s nachts hartkloppingen door allerlei extreme gedachten over ziekten, inbrekers of de dood. Met Mauritz mee op de motor? Geen denken aan!,” glimlacht Nora nu.
Twee eenvoudige gebeden brachten de radicale omkering in hun leven op gang. “Op mijn geestelijke dieptepunt, nu ruim zeventien jaar geleden, hield Nora mij een spiegel voor. Ze zei: ‘Heeft God Zélf ooit een kans bij je gehad, of ben je vooral boos op wat je in de kerk ziet?’ Die opmerking zette me stil en voor het eerst baden we samen een doorleefd gebed: ‘God, als het leven met U is zoals we dat jarenlang hebben gezien, dan hoeft het niet meer. Kan het toch anders, dan moet U dat maar laten zien.’”
Mauritz bad enige tijd later voor de angsten van zijn vrouw. “Hij vroeg of God mijn angsten weg wilde nemen,” vertelt Nora. “En dat heeft Hij gedaan. Van het ene op het andere moment voelde ik ruimte komen en verdwenen de doemscenario’s uit mijn hoofd. Ik was vrij!”
Nieuw vuur wakkerde hun relatie met God aan en in een andere gemeente ontdekten ze de ware betekenis van het Evangelie. “Ik begon steeds meer te zien dat God onvoorwaardelijk van me houdt,” deelt Mauritz. “Hij accepteert mij óók met dit kruis in mijn oor en de tatoeages op mijn lijf. Ja, ik ben en blijf een rebel, zeker als het gaat om heilige huisjes en valse vroomheid. Het grote verschil met vroeger? Nu laat ik me wél leiden door de Here Jezus.”

Tranen
Parallel aan hun geestelijke groei schoot hun roeping wortel. “Op een avond keek ik naar een EO-uitzending over de Amerikaanse motorclub Christian Motorcyclists Association (CMA),” vervolgt Mauritz. “Ik riep Nora erbij, want dat waar we zo lang naar zochten, kwam nu via de tv tot ons. De tranen biggelden over mijn wangen en dat terwijl ik helemaal geen emotioneel mannetje ben. We ervoeren dat God ons vroeg om Hem te vertegenwoordigen onder het motorvolk en naar plaatsen te gaan waar de dominee en het gemiddelde kerkvolk niet komt, zelfs geen ingang heeft.”
Na de bevrijding van haar angsten werd Nora eveneens een fervente motorrijder en deelde ze het enthousiasme van haar man. Zij sloten zich aan bij de Nederlandse tak van CMA en rijden jaren later (“en veel bijzondere ervaringen rijker”) onder de vlag van een andere motorclub, God’s Squad Christian Motorcycle Club. “Onze missie ligt bij de zogenaamde outlaw motorclubs, zeg maar het ruige spul. Daar hebben we als christelijke club onze vriendschappen,” vertelt Nora. “Voor hen is het rijden op een Harley geen hobby, maar pure lifestyle. Je staat dus 24 uur per dag klaar voor je brothers en hun gezinnen. Zo werkt dat bij seculiere clubs als de Hell’s Angels MC of Satudarah MC, en dus ook bij ons. Wil je aansluiting bij hen vinden, dan moeten ze zich in jou herkennen en dat gebeurt. Wij hebben een bijzondere klik met die gasten en zijn onder hen vertegenwoordigers van Jezus.”

Vooroordelen
Geweld, drankgebruik en seksuele uitspattingen. Die gedachtes krijgen veel mensen bij de wereld waarin ‘Hopr’ en ‘Curly’ zich begeven. Maar dat is niet het hele verhaal, menen zijzelf. Nora over de vooroordelen: “Natuurlijk gebeurt er narigheid en gaat er soms iets goed mis. Maar waar in de samenleving tref je nog zulke onvoorwaardelijke verbondenheid met elkaar aan? Ik kom het weinig tegen en zelfs christenen onderling kunnen daar nog wat van leren. Ook ken ik genoeg tot in hun gezicht getatoeëerde mannen met een hart van goud. Ruig van buiten, maar eerlijk en gevoelig van binnen.” Mauritz, voortdurend zijn brede onderarmen over elkaar geslagen, vult aan: “En wees eerlijk. Lees op maandagochtend de krantenkoppen en ontdek dat er in veel binnensteden meer misgaat dan in onze clubhuizen; het zijn incidenten. Ik neem mijn dochter dus ook liever mee naar een clubhuis van de Hell’s Angels, dan dat ik haar met vrienden naar de Zwolse binnenstad laat gaan.”

Vrijheid
Overigens valt het ‘Hopr’ en ‘Curly’ op dat er in de underground motorwereld opvallend veel mensen uit Staphorst-achtige culturen komen. “Bij hen hoef je dus niet aan te komen met een vroom verhaal over de kerk,” weet Nora inmiddels. “De kerk is vaak zelfs de grootste blokkade om ‘ja’ tegen Jezus te zeggen en de uitgestoken hand van God vast te klampen. Dat is heel triest, maar een harde werkelijkheid.” Mauritz gaat nog een stap verder: “Het lijkt me heel goed als kerken hun schuld gaan belijden aan het héle Nederlandse volk voor de afwijzing en het verdriet wat veel mensen – in Naam van God – is aangedaan. En laten we bovenal kijken naar Jezus. Ging Hij niet júist naar de mensen aan de rand van de samenleving? De hoeren, de tollenaars én anderen die door de gevestigde orde werden gemeden? Niet om hen in Zijn keurslijf te duwen, nee, om hen vrijheid te geven. Die boodschap dragen wij, en de clubgenoten van God’s Squad, graag uit. Bijvoorbeeld als we een rokerig clubhuis van een andere motorclub bezoeken en iemand mij – met een biertje in de hand – aanspreekt over mijn geloof. Dat is machtig mooi! Maar het gaat ons om langdurige relaties en ja, daarin zien we duidelijk vruchten. Zoals een jongen die we in de gevangenis hebben opgezocht, na zijn vrijlating hebben geholpen om zijn leven weer op te bouwen en die Jezus heeft leren kennen.”

Tatoeages
Alle goede intenties en mooie ontmoetingen ten spijt, valt de levensstijl van het echtpaar Vlot lang niet altijd goed – zeker niet onder medechristenen. Mauritz wijst op zijn tatoeages. “Veel christenen vinden dit verschrikkelijk. Of ik wil provoceren? Nee, die tijd heb ik gehad. Wel wil ik een statement maken: ‘Jongens, kijk toch, zó kan een kind van God er blijkbaar ook uitzien. Misschien is het niet je smaak, maar veroordeel alsjeblieft niet zo makkelijk mensen op uiterlijke kenmerken. Dat is te makkelijk.’ Daar komt nog bij dat alle afbeeldingen op mijn lichaam een verhaal vertellen over wat me dierbaar is en God staat daarin centraal. Maar ja, dat ontdek je pas als je de moeite neemt om dat aan me te vragen. Helaas komen sommige christenen niet of nooit zover, omdat hun wijzende vingertje hen in de weg zit.”
“Gelukkig kun je niet iedereen over één kam scheren,” nuanceert Nora. “Zo merken we dat onze eigen kerk, de christelijk-gereformeerde kerk in Zwolle, is meegegroeid met onze roeping – en wij met de kerk. Kom je op zondag bij ons in de dienst, dan zitten de bikers soms wel twee rijen dik. Niemand kijkt daar nog vreemd van op.”

--:--