Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Het verhaal van Abram: hoe 1 man verschil kan maken op het wereldtoneel

In een tijd van oorlogen tussen stammen, waarin je moest vechten om te overleven, is de boodschap van de God van Israël radicaal anders, zegt Rob Bell. De stam van Abram krijgt de roeping om anderen tot zegen te zijn.

Deel:

De Heere sprak tot Abram: ‘Ga…’
En dus ging Abram. (Genesis 12)

Laten we het over stammen hebben. In het antieke Midden-Oosten was je stam je familie, je bloedlijn, je thuis, je identiteit. Je stam was alles en iedereen hoorde bij een stam.

Je werkte voor het welzijn van je stam, net als alle anderen. Je vermeerderde je bezittingen, deed mee in gevechten, sloot verbonden: allemaal om de stam te behouden. En als je iets onacceptabels deed, iets om je voor te schamen, wierp dat een smet op je stam.

Terug naar Genesis 12. Volgens het verhaal roept God een man met de naam Abram om de vader en de leider te worden van een nieuwe stam. Later werd zijn naam veranderd in Abraham en Abraham had vele zonen, vele zonen had Abraham… (Sorry, die kon ik even niet laten. Maar als je dit momentje van onvervalste hilariteit hebt gemist, dit was een zinnetje uit een liedje dat je alsmaar herhaalt, steeds sneller tot iedereen uitvalt. Dat waren nog eens tijden… )

Een gloednieuw idee

Maar aan de belofte aan Abraham wordt nog iets toegevoegd:

‘…en alle volken zullen door jou gezegend worden.’

Stammen (ook wel naties in de Hebreeuwse geschriften) bestonden in die tijd alleen voor hun eigenbelang en zelfbehoud. Maar deze stam die Abraham zou leiden, zou anders zijn. Deze stam zou bestaan om alle andere stammen te zegenen.

Dit idee was gloednieuw.

Gaandeweg groeide de stam van Abraham en de volgende generaties droegen deze roeping met zich mee: het besef dat zij een unieke rol speelden op het wereldtoneel.

Onthoud dat in het verhaal van Genesis, in het hoofdstuk voordat we Abraham ontmoeten, de mensheid zo van het padje was geraakt dat ze een toren bouwden om zelf goden te worden. Als de mensheid zo’n enorme drang kreeg om de verkeerde kant op te gaan, hoe verander je het dan? Je begint een nieuwe stam, een volk dat mét God wil meebewegen en zich niet tegen hem verzet.

De wereld was gevaarlijk

Nu even over stammen.

Stammen hadden goden en godinnen, aanbaden krachten waarvan ze geloofden dat ze hen beschermden en leidden. Dus als je de strijd aanging met een andere stam – meestal om grondgebied of om toegang te krijgen tot bronnen of rijkdommen – dan vocht je tegen hen, maar tegelijk was het een confrontatie tussen jouw god en die van hen. (Dit is bijvoorbeeld de impliciete boodschap in het verhaal van David en Goliath).

Als je won, dan liet je ze van de aardbodem verdwijnen en nam al hun spullen mee. Waarom? Als je namelijk enkele mannen in leven liet, zouden ze tegen je in opstand kunnen komen. De zoon van de -door jouw vermoorde- koning zou misschien wel hun leider worden, en wat als ze wraak zouden nemen? Dat kon je niet riskeren. Of misschien vermoordde je de mannen, maar nam je de vrouwen mee. Of de ezels en al het andere wat je wilde. Dat was de oorlogsbuit. Daar waren regels voor omdat stammen dat al heel lang op deze manier deden.

Brutaal? Ja.

Gewelddadig? Ja.

Primitief? Ja.

Barbaars? Ja.

Jouw stamidentiteit ging niet alleen over je bloedlijn en je goden. Het ging over je veiligheid. De wereld was een buitengewoon gevaarlijke plek en zonder de bescherming van een stam kon je zomaar slaaf -of erger- worden van een andere stam. Dit was niet zoiets als het kiezen van een moderne politieke partij of religieuze affiniteit. Nee, je leven hing ervan af.

En als je die andere verhalen in het Oude Testament leest over mensen die steeds meer vechters om zich heen verzamelden, en zwaarden, paarden en kamelen, die een verbond sloten met koning die en die, dan is het duidelijk dat het hier niet ging om een hobby. Dit was een zaak van leven en dood. Het maakte niet uit hoeveel gevechten je won, je was maar één slag verwijderd van genocide, of van gedeeltelijke genocide waarbij de rest van je mensen in ballingschap werd meegenomen naar de overwinnende stam. (Daarom was gastvrijheid zo belangrijk: als vreemdelingen je kamp binnen wandelden, dan nodigde je ze uit, zorgde je voor hen en behandelde je hen goed. De kleinste afwijzing of ongastvrijheid kon namelijk als domino-effect werken op de onderlinge stamverhoudingen en conflicten veroorzaken. Daar gaat het bijvoorbeeld over in het verhaal over Sodom en Gomorra …)

Een hoger plan

Stel je voor wat er zou gebeuren als de naburige stam een nieuwe technologie zou verkrijgen, zoals ijzer of brons. Angstaanjagend zou dat zijn, want in een oorlog zou je weggevaagd worden. Je hele levensstijl zou op het spel staan. Dit is de spanning tussen de Filistijnen en Israëlieten in het verhaal van David en Goliath.

En in deze wereld, in die tijd lezen we het verhaal van een man die geroepen werd om de vader van een nieuw volk te worden. Een volk dat geen hoofddoel maakte van zelfbehoud, maar voor een veel hoger plan geroepen was: om alle andere volken tot zegen te zijn.

Dit is het verhaal van Abrahams stam, ook wel Israël genoemd.

Kun je zien hoe radicaal dit idee was?

En hoe dit idee even tijd nodig had om aan te slaan? (En waarom Jezus mensen blijft herinneren aan hun oorspronkelijke roeping? )

Hoe moeilijk het zou zijn geweest om zo’n omschakeling te maken in een cultuur vol stamverbanden waar zelfbehoud het belangrijkste was?

Wat je ook was verteld over je identiteit en je roeping, dan zou je toch nog steeds door een gekleurde bril naar de wereld om je heen kijken?

Echt, het dan zou zo gemakkelijk zijn om een strijd te winnen, heel de overwonnen stam af te slachten en dan jouw god daar in stoere taal de credits voor te geven en later verhalen te vertellen waarin je uitlegt hoe je god je heeft verteld wat je moest doen?

En we zijn nog maar pas begonnen…

Geschreven door

Rob Bell

--:--