Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Hoe zorg je voor een goede relatie met je broers en zussen

Zes inzichten over de relatie met je broers en zussen

De relatie met je broers en zussen is vaak de langste die je in je leven hebt. Je ouders sterven eerder, je kinderen worden later geboren, maar je broers en zussen zijn vaak een heel leven lang bij je. Zes inzichten over de relatie met je broers en zussen.

Deel:

Eén: je bent niet alwetend.

Meestal ben je samen met je broers en zussen opgegroeid, maar dat maakt je niet alwetend. Relativeer de kennis die je hebt over je eigen familie. Blijf nieuwsgierig. Stel vragen en luister naar het antwoord. Je kunt je gemeen vergissen in hoe de ander jullie gezamenlijke jaren heeft beleefd.

Twee: het is ingewikkelder dan je denkt.

In een gezin zijn al snel meer relaties dan je denkt. Als je een gezin hebt met een vader, een moeder en één kind dan heb je drie relaties: de vader en de moeder hebben een relatie, het kind en de vader hebben een relatie en het kind en de moeder hebben een relatie: drie relaties. Hoe meer mensen een gezin telt, hoe meer relaties je krijgt.

In een gezin van acht bestaan zo’n vijftig verschillende relaties

Een gezin met twee ouders en zes kinderen bestaat uit zo’n vijftig verschillende relaties. Dat is veel. Logisch dus dat het ingewikkeld is.

Drie: jouw onzekerheid is jouw onzekerheid.

Juist de successen van een broer of zus kunnen je heel onzeker maken. Maar jouw onzekerheid is jouw onzekerheid en ook jouw verantwoordelijkheid. Verlang niet van de ander dat hij zich kleinmaakt of stilhoudt, omdat het jou onzeker maakt als hij groeit en bloeit. Jezelf inhouden en kleinmaken is ook voor niemand goed. We zijn gemaakt om te bloeien, en elke bloem heeft zijn eigen schoonheid, zijn eigen groeikracht, zijn eigen seizoen.

Vier: fouten maken mag.

Laat de verantwoordelijkheid voor dat wat je ouders hebben gecreëerd – de gezinscultuur, de omgangsvormen – bij je ouders en leg die nooit bij een (oudere) broer of zus. Een ongezonde gezinscultuur is nooit gecreëerd door je broer of zus – integendeel, hij of zij is er letterlijk uit voortgekomen.  En tijdens jullie jeugd was hij of zij geen volwassen verantwoordelijk mens, maar een kind dat groeide, ontdekte, pijn had en fouten maakte. En fouten maken mag.

Vijf: voor alles is een tijd.

Een tijd om te spreken en een tijd om te zwijgen. Een tijd om te zoeken en een tijd om te vinden. Een tijd om te huilen en een tijd om te lachen. Een tijd om te genezen en een tijd om die genezing te vieren. Soms ook: een tijd om elkaar kwijt te raken en een tijd om elkaar terug te vinden.

Zes: je hoort er altijd bij.

Volgens Els van Steijn, schrijfster van het boek De fontein, vind je plek, hoor je altijd bij je eigen familie. “Niemand kan je je plek afnemen, zelfs je ouders niet. Je hebt die plek. Dat is een natuurwet.

Pas als iedereen in de familie erbij hoort, voelt iedereen zich compleet.

Sterker nog: als mensen bewust of onbewust buitengesloten worden, zorgt dat altijd voor een gevoel van incompleet zijn binnen de familie. Dan ontstaan er verborgen loyaliteiten. Pas als iedereen in de familie erbij hoort en zijn eigen plek mag hebben, voelt iedereen zich compleet.”

H2: Wat hebben broers en zussen elkaar te geven?

  1. Geef erkenning, met name voor wat er vroeger was.
  2. Steun elkaar, vooral in moeilijke tijden.
  3. Gun de ander zijn of haar succes, geluk, kinderen, vrienden, geld. En neem zelf ook de ruimte om jezelf te zijn.
  4. Laat de ander zijn of haar leven in vrijheid leven. Geef de ander de ruimte.

(Doe precies het omgekeerde en je hebt hét recept voor een familievete.)

Lees ook: Hoe familierelaties beter kunnen – tips van Els van Steijn

Tekst: Liesbeth Goedbloed

--:--