Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Homo Sapiens: apocalyptische taferelen op het scherm

Een beklemmende film over een wereld waarin mensen niet meer bestaan

De experimentele film 'Homo Sapiens' schetst een beklemmend beeld van een wereld waarin mensen niet meer bestaan. Zo’n apocalyptisch thema is de laatste jaren opvallend populair in films.

Deel:

Als kind bezocht ik een kerkclub waar regelmatig christelijke films werden vertoond. Destijds – we spreken over de jaren tachtig en negentig – had je binnen de christelijke cinema eigenlijk maar drie genres: Bijbelverfilmingen, bekeringsverhalen en eindtijdthrillers. Vooral die laatste variant, met titels als A thief in the night en Years of the beast, sprak tot de verbeelding. De verhalen speelden zich altijd af in een nabije toekomst waarin vreselijke rampen plaatsvonden, christenen werden vervolgd en de antichrist aan de macht kwam. Aanvankelijk stemden die films me vooral angstig. En ook verward, want theologisch gingen ze akelig kort door de bocht, dat kon je zelfs als kind aanvoelen. Later werd ik er vooral melig van, omdat de artistieke kwaliteit zo belabberd was.

Toen ik op den duur een serieuze filmliefde ontwikkelde, ging ik dit soort B-producties vermijden, maar de populariteit van die evangelische eindtijdfilms is me altijd blijven fascineren. Ze worden nog steeds volop gemaakt; alleen al in het afgelopen decennium verschenen bijvoorbeeld The mark, New World Order en Revelation road, waar ook nog allemaal vervolgen op kwamen.

Halsoverkop verlaten

Ik moest weer aan die unheimische avonden op de kerkclub denken toen ik onlangs de film Homo Sapiens bekeek. Een experimentele documentaire uit 2016, die sinds kort te zien is op de site van filmmuseum Eye. De film schetst een beeld van een mensloze wereld, waarin de mens toch ook heel aanwezig is. De Oostenrijkse regisseur Nikolaus Geyrhalter reisde vier jaar lang de wereld over om plekken te filmen die halsoverkop werden verlaten: huizen, winkels, kantoren, fabrieken, kerken, pretparken. Sommige bouwwerken zijn ingestort of overstroomd, andere overwoekerd door planten. Maar elke plek moet ooit hebben gebruist van leven. Geyrhalter presenteert de locaties in statische shots, achter elkaar, zonder enige vorm van commentaar. Dat levert een behoorlijk abstracte film op, die de kijker uitnodigt zelf te duiden, associëren en fantaseren. Homo Sapiens vereist meer geduld en concentratie dan de gemiddelde Hollywoodfilm, maar ik vond het resultaat erg intrigerend. Ieder shot is prachtig om te zien en zit vol nieuwsgierigheid wekkende details. Al kijkend komen je gedachten vanzelf op gang. Over de ironische titel bijvoorbeeld: als Homo Sapiens een portret is van de mens, wat zeggen al die ruïnes dan over ons? Over onze aard, over wat we belangrijk vinden? En zal de wereld er ooit echt zo uit gaan zien? Recente nieuwsbeelden van natuurbranden en overstromingen scheppen in dat opzicht weinig vertrouwen.

Moreel verval

Zo’n radicaal portret van een mensloze wereld had ik nog niet eerder gezien, maar qua thematiek is Homo Sapiens zeker niet uniek. De laatste pakweg twintig jaar verschenen er in de bioscoop steeds meer films vol apocalyptische scenario’s– alsof men in Hollywood het genre van de christelijke eindtijdthriller ontdekte en dacht: dat kunnen we hier beter. Want inhoudelijk lijkt de ‘seculiere’ eindtijdfilm opvallend veel op de evangelische variant: negen van de tien keer draait de plot om een laatste restje fatsoenlijke burgers dat moet zien te overleven in een totaal ontspoorde wereld. Alleen wordt er in deze blockbusters niet gestreden tegen de antichrist, maar bijvoorbeeld tegen zombies (World War Z), buitenaardse wezens (A quiet place), robots (de Terminator-reeks) of natuurrampen (2012). De toegenomen populariteit van dit soort films is niet moeilijk te verklaren: ze spelen in op steeds breder gedeelde zorgen over klimaatproblemen, op hol slaande techniek en moreel verval. En dat doen ze vaak heel effectief. Al lijkt de grimmige setting meestal toch vooral een excuus om uit te pakken met spectaculaire effecten of smeuïg geweld. De hogere budgetten garanderen zeker niet meer diepgang.

Is er reden voor hoop?

Maar er zijn dus uitzonderingen – zoals Homo Sapiens. En zoals bijvoorbeeld Children of men (2006) en The road (2009): inktzwarte thrillers die vreselijke toekomstbeelden schetsen, maar ook wezenlijke vragen oproepen: hoe kun je in helse omstandigheden mens blijven, en is er zelfs dan nog reden voor hoop? Toegegeven, zo midden in de zomer is dit niet het gezelligste onderwerp. Dus laten we afsluiten met een post-apocalyptische film die toch ook enigszins vrolijk stemt: de animatiefilm WALL-E uit 2008. Een film van een christelijke maker (Pixar-regisseur Andrew Stanton) die mij wél wist te overtuigen met zijn Bijbelse verwijzingen. In WALL-E is de aarde één grote vuilnisbelt geworden. Robotje WALL-E mag de boel opruimen terwijl de mensheid zich heeft teruggetrokken in een gigantisch ruimteschip. Maar dan vindt WALL-E een plantje: bewijs dat er weer leven mogelijk is op aarde – een duidelijke knipoog naar de olijftak in het verhaal van Noach. De mensen besluiten ten slotte terug te keren en samen opnieuw te beginnen. In een laatste shot zien we dat WALL-E’s plantje een enorme boom is geworden. Het ontbreekt nog net aan een regenboog, maar de strekking is helder.

Beeld: Nikolaus Geyrhalter Filmproduktion

‘Homo Sapiens’ is te zien op Eye Film Player; ‘Children of men’ op Netflix; ‘The road’ op Google Play; ‘WALL-E’ op Disney+.

Filmjournalist Rick de Gier bespreekt wekelijks nieuwe films in Visie.

Geschreven door

Rick de Gier

--:--