Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Hoop én huiver rond stamcelonderzoek

Kanttekeningen bij een medische hype

Betoverende perspectieven: een wereld zonder ongeneselijke ziekten als Alzheimer, diabetes, Parkinson, MS en kanker. Voorstanders van embryonaal stamcelonderzoek, dat internationaal in de belangstelling staat, spiegelen ons voor dat zo’n ‘walhalla’ wel eens binnen onze horizon zou kunnen liggen. Maar niet iedereen deelt de groeiende stamceleuforie.

Deel:

Je hoeft geen bioloog te zijn om gefascineerd te raken door de verbazingwekkende eigenschap van stamcellen. Deze minuscule lichaamscellen kunnen in allerlei celtypen veranderen, zoals hart-, nier-, lever-, kraakbeen-, zenuw-, spier- en huidcellen. Ze danken hun naam aan het feit dat zij de stam zijn waaruit de diverse takken (celtypen) zich kunnen ontwikkelen.

Droom
Dé droom van wetenschappers is stamcellen bij patiënten in te brengen, die vervolgens de zieke cellen door gezonde vervangen en hun verloren functie overnemen. In de toekomst hoopt men deze stamcellen bijvoorbeeld te laten uitgroeien tot insulineproducerende cellen. Door ze te transplanteren bij mensen met diabetes, bij wie de insulineproductie is verstoord, zouden insuline-injecties bij suikerpatiënten overbodig kunnen worden. Ook voor mensen met MS, kanker, Alzheimer en andere ernstige ziekten kan stamcelonderzoek volgens wetenschappers soelaas bieden.

Onomstreden
In het algemeen kunnen we onderscheid maken tussen adulte en embryonale stamcellen. Onderzoek met adulte stamcellen is onomstreden. Ze worden al meer dan veertig jaar gebruikt voor de bestrijding van bloedkanker (leukemie). Adulte cellen kunnen, anders dan de naam doet vermoeden, zowel aan volwassenen als aan foetussen worden onttrokken (zonder dat dit schade veroorzaakt). Ze bevinden zich onder andere in navelstrengbloed, het beenmerg, de hersenen en het bloed van de placenta. In tegenstelling tot embryonale stamcellen hebben ze al diverse ontwikkelingsstadia doorlopen, maar ze kunnen nog altijd tot verschillende weefseltypen uitgroeien.

Overgebleven na IVF-behandeling
Embryonale stamcellen kunnen uitsluitend worden verkregen uit vier of vijf dagen oude restembryo’s, die zijn overgebleven na een IVF-behandeling. Het zijn vooral deze cellen die de laatste jaren volop in de mediaschijnwerpers staan. Ze zouden effectiever zijn dan hun adulte evenknieën, onder andere omdat het makkelijker is ze te herkennen en te isoleren (‘oogsten’ in het vakjargon). Tevens zijn ze ‘plastischer’ en dus eenvoudiger te manipuleren.
Internationaal zijn de verwachtingen rond embryonaal stamcelonderzoek hooggespannen.
Het feit dat hierbij restembryo’s worden gebruikt die daardoor verloren gaan, is echter ethisch omstreden. Onder meer het Vaticaan en de wereldwijde pro-lifebeweging zijn er fel tegen gekant. In de meeste EU-landen is deze onderzoeksvorm bij wet verboden. In Nederland is embryonaal stamcelonderzoek op restembryo’s wel toegestaan, maar het creëren van embryo’s voor dit onderzoek – waar veel wetenschappers voor pleiten – is vooralsnog verboden. Groot-Brittannië is het enige EU-land waar het wettelijk is toegestaan om embryo’s tot stand te brengen voor wetenschappelijk onderzoek.

Kerngezond
Of je nu ziek bent of kerngezond: de gedachte dat wetenschappers mogelijk op de drempel staan van grote medische doorbraken, die veel menselijk leed kunnen wegnemen, spreekt tot de verbeelding. Maar hoe realistisch zijn deze verwachtingen? En kan elke vorm van stamcelonderzoek ethisch gezien door de beugel? Visie legt deze en andere vragen voor aan prof. dr. ir. Henk Jochemsen, directeur van het Lindeboom Instituut. Hij is van origine moleculair bioloog, nu bio-ethicus en bijzonder hoogleraar medische ethiek.

Kunnen stamcellen – nog even afgezien van alle ethische vragen – de sleutel zijn voor genezing van ernstige ziekten?
“Ja,” antwoordt Jochemsen, “maar met nadruk op kúnnen. Het moet nog wel worden bewezen.”

Zijn er al gunstige resultaten geboekt met embryonaal stamcelonderzoek?
“Voor zover mij bekend, zijn er geen positieve resultaten of aanwijzingen daarvoor geboekt bij mensen. Bij dierexperimenten zijn er hier en daar wel wat eerste positieve reacties, maar ook daar is het zeer de vraag hoe blijvend het resultaat is.”

Onlangs berichtten de media dat wetenschappers erin zijn geslaagd een gedeeltelijk verlamde muis weer te laten lopen. Dat klinkt spectaculair!
“Als je dat bericht nauwkeurig bekijkt, zijn er heel veel vragen bij te stellen. De media smullen van dit soort verhalen. Er is – mede door de manier waarop de pers ermee omgaat – zo’n enorme desinformatie en zo’n hype ontstaan, dat een werkelijk zinnige en afgewogen discussie nauwelijks mogelijk is.”

Experimenteel
Met adulte stamcellen zijn er al wél positieve resultaten geboekt, benadrukt Jochemsen. “Ze worden al jarenlang toegepast bij de behandeling van bijvoorbeeld leukemie; het gaat hier om beenmergstamcellen, waarmee beenmerg wordt vervangen. Dat is inmiddels een standaard medische behandeling. De toepassing is weliswaar nog heel beperkt, maar de laatste jaren is ontdekt dat adulte stamcellen, als je ze op een bepaalde manier kweekt, zich niet alleen in allerlei typen bloedcellen kunnen ontwikkelen. Ze blijken een véél breder ontwikkelingspotentieel te hebben dan we vroeger dachten. Ze kunnen zich ontwikkelen tot allerlei soorten cellen: lever-, hart- en zenuwcellen en noem maar op. Daar wordt nu veel experimenteel onderzoek mee gedaan. Er zijn bijvoorbeeld ook aanwijzingen dat adulte stamcellen bij hartaandoeningen kunnen worden gebruikt om de hartspier te versterken.”

Wetenschappers benadrukken dat het gebruik van embryonale stamcellen grote voordelen heeft ten opzichte van adulte stamcellen. Hoe kijkt u daar tegenaan, even afgezien van de ethische aspecten?
“De voordelen die men signaleert, zijn allereerst dat ze gemakkelijker te verkrijgen zijn, omdat ze eenvoudiger te isoleren zijn dan adulte stamcellen. Ook hebben ze een groter ontwikkelingspotentieel. Embryonale stamcellen kunnen in principe nog tot alle typen weefsel uitgroeien waaruit het volwassen lichaam bestaat – dat zijn er ruim tweehonderd. Bij adulte cellen is dat nog een onderwerp van discussie; er zijn overigens onderzoekers die stellen dat dit ook bij bepaalde typen adulte stamcellen praktisch het geval is.”

Tegenstanders wijzen erop dat embryonale stamcellen de neiging hebben kwaadaardig te worden. Is dat een terechte waarschuwing?
“Bij experimenten op dieren is dat gebleken. Het groeipotentieel van die embryo’s is enerzijds een voordeel, maar tegelijkertijd een nadeel. Ze hebben een enorme groeikracht en ontwikkelingsdrang; als die niet op het goede moment in de goede omgeving terecht komen en gestuurd worden, kunnen het kankercellen worden.”

Toch weerhoudt dit voorstanders er niet van juist voor deze embryonale variant in het onderzoek te kiezen.
“Dat klopt. Volgens mij heeft dit niet alleen te maken met wetenschappelijke en professionele interesses en prestige, maar ook met octrooien. Men hoopt natuurlijk iets te ontwikkelen waar een octrooi op zit, zodat er veel geld mee kan worden verdiend.”

Als je voorstanders hoort, krijg je de indruk dat een wereld zonder Parkinson en andere ernstige ziekten binnen handbereik ligt.
“Dat klopt. Ik vind dat overdreven en niet verantwoord. Je wekt valse verwachtingen. Natuurlijk mag je best zeggen dat er vanuit medisch gezichtspunt duidelijk een potentieel aanwezig lijkt en dat er op een gegeven moment goede behandelingen uit kunnen ontstaan. Dat zou je, met de nodige slagen om de arm, ook nog wel kunnen zeggen ten aanzien van de embryonale stamcellen, al is het daar echt onduidelijker. Maar je moet er eerlijkheidshalve wél bij zeggen dat het niet te voorspellen is wanneer en in welke mate die beloften ingelost gaan worden. De wetenschappers die hiermee bezig zijn, willen geld hebben en dus worden de voorstellingen soms wat overdreven.”

Kloonembryo's
Veel voorstanders snappen niet hoe iemand met een gezond verstand tegen onderzoek kan zijn dat ‘heil’ lijkt te kunnen brengen in een wereld die gebukt gaat onder ziekte en lijden. Hoe verdedigt Jochemsen zijn standpunt? “Ook goede doelen heiligen niet álle middelen,” reageert hij. “Naar mijn gevoel wordt er bij embryonaal stamcelonderzoek een grens overschreden, omdat het de menselijke waardigheid aantast. Waar men uiteindelijk naar toe wil, zijn gekloonde embryo’s. Dan creëer je dus kloonembryo’s puur voor het doel van behandeling. Dat is een sterke manipulatie van menselijk leven. Een embryo is een levensvorm van een mens en dus volledig beschermwaardig. Men realiseert zich onvoldoende dat bepaalde handelwijzen ook de morele en geestelijke weerstand tegen daaraan verwante handelwijzen kunnen wegnemen. Zo kan stamcelonderzoek een opstap worden naar klonen van embryo’s. Er zit een dynamiek in embryonaal stamcelonderzoek die naar mijn besef gevaarlijk kan worden.”

Dr. Julian Savulescu, docent toegepaste ethiek in Oxford, zei: “Het is gewoon onverantwoordelijk en immoreel om niet alles te doen om dit levengevende onderzoek te stimuleren.” Veel voorstanders slaan op dezelfde trom. Wat vindt u van zo’n uitspraak?
“Het is mij teveel retoriek, waardoor de ethische discussie in feite dichtgeslagen wordt. Hij noemt het ‘levengevend’ onderzoek, maar het is levennemend – het embryo gaat verloren – en het is nog maar de vraag of het levengevend wordt! Je ziet vaker dat het leed van patiënten bijna als een soort chantagemiddel wordt gebruikt. Wil je écht dat er behandelmethoden worden ontwikkeld voor patiënten? Investeer je geld dan niet in embryonaal onderzoek, maar in het adulte stamcelonderzoek. Dat is veelbelovender.”

Toch gaan de meeste geluiden in de omgekeerde richting: doorgaan met adult stamcelonderzoek is goed, maar fors inzetten op embryonaal stamcelonderzoek is beter.
“Dat zeggen vooral wetenschappers die er directe belangen bij hebben en patiënten, ethici en politici die zich te zeer op sleeptouw laten nemen door die wetenschappers en door zakelijke en electorale belangen die ermee gemoeid zijn.”

Gespaard
Voor het winnen van embryonale stamcellen worden, zoals gezegd, embryo’s gebruikt die zijn overgebleven van een IVF-behandeling. Dit is ook in Nederland de praktijk. Onlangs bracht het wetenschapstijdschrift Nature opmerkelijk nieuws. Een particulier Amerikaans bedrijf ontwikkelde een methode om embryonale stamcellen te produceren, waarbij het embryo gespaard blijft. Tot nu toe werd het embryo altijd gedood.

Heeft dit bedrijf een belangrijk ethisch bezwaar van tafel geveegd?
“Nee,” reageert Jochemsen. “De claim van dit bedrijf is naderhand ingetrokken, in ieder geval genuanceerd. Inmiddels is duidelijk dat geen van de embryo’s uit dit onderzoek is blijven leven.” Jochemsen verzucht: “Het is allemaal weer hype! De aandelen stegen flink na alle publiciteit. Je kunt het niet in de sfeer trekken van regelrechte oplichting, maar helemaal zuivere koffie is het zeker niet.”

Nederlandse media sprongen bovenop dit nieuws uit ‘Nature’, maar heeft u ook ergens gelezen dat die claim naderhand is genuanceerd?
“In ons land helaas niet. In Amerika is het wel in de kranten gepubliceerd; tegelijk wordt dan echter toch weer de suggestie gewekt: ‘Nog maar één technisch stapje en dan lukt het ons écht...’”

“Restembryo’s bestaan nu eenmaal,” zeggen velen. “Als ze dan toch verloren gaan, kun je ze net zo goed gebruiken voor onderzoek dat mogelijk veel menselijk lijden kan verzachten.” Dat lijkt een sterk argument. Hoe reageert u daarop?
“Er zit op het eerste gezicht iets logisch in. Toch ga je dan teveel uit van een situatie die ethisch al bezwaarlijk is. We hadden het nooit zover mogen laten komen dat er restembryo’s zijn. Vanuit die ethisch onjuiste situatie probeert men nu een volgende ethisch onjuiste stap te rechtvaardigen. In de rekenkunde maakt min maal min plus, maar in de ethiek niet.”

Hoe kijkt u als christenwetenschapper aan tegen deze ‘stamcelhype’?
“Ik zie hier twee lijnen in onze cultuur samenkomen. Enerzijds de enorme nadruk op gezondheid en leven in deze wereld, anderzijds de verwachting van wetenschap en techniek om die te garanderen. Men wil steeds minder weten van ethische bezwaren die de voortgang daarvan in de weg lijken te staan. Als gezondheid ermee gediend kan zijn voor een deel van de mensen, dan is er nauwelijks nog een ethisch bezwaar te bedenken dat gewicht in de schaal legt. Dat is een griezelige ontwikkeling. Tegelijk constateer ik dat adult stamcelonderzoek echt veelbelovend is. God heeft in Zijn schepping mogelijkheden gelegd om ziekten te behandelen zónder dat wij ethisch onverantwoorde stappen zetten. Daar mogen we dankbaar gebruik van maken.”

Lindeboominstituut.nl

‘Stamcelonderzoek kan een opstap worden naar kloonembryo’s’

‘Ook goede doelen heiligen niet álle middelen’

Geen stap dichterbij

“Embryonaal stamcelonderzoek heeft nog niet één patiënt op de hele wereld een stap dichterbij genezing gebracht.” Dr. Amin Abboud, Australisch bio-ethicus, verbonden aan de University of New South Wales. (Bron: RKnieuws.net)

‘Superman’ streed voor stamcelonderzoek

Een van de bekendste voorvechters van stamcelonderzoek was Superman-acteur Christopher Reeves. Door een paardrij-ongeluk raakte hij in 1995 vanaf zijn nek verlamd. Hij pleitte onvermoeibaar voor meer wetenschappelijk onderzoek naar dwarslaesie en koesterde vooral hoge verwachtingen ten aanzien van stamcelonderzoek. Hij overleed in 2004 op 52-jarige leeftijd, zonder zijn grote droom – weer te kunnen lopen – in vervulling te hebben zien gaan.

Ethisch aanvaardbaar

“Stamcelonderzoek (op embryo’s, red.) is een ethisch aanvaardbare vorm van wetenschappelijk onderzoek, met het oog op het verbeteren van het menselijk welzijn en het reduceren van leed.” (Johan Braecman en Eline Comer, respectievelijk docent wijsbegeerte aan de Universiteit van Gent en voorzitter van ‘De Maakbare Mens’)

Geen vrijbrief

“Het feit dat de restembryo’s toch een gewisse dood tegemoet gaan, is geen vrijbrief om met hen te experimenteren.” (Mgr. dr. W.J. Eijk, bisschop van Groningen in het Katholiek Nieuwsblad)

Geschreven door

Gert-Jan Schaap

--:--