Ga naar submenu Ga naar zoekveld

"Ik kan geen genoeg krijgen van 'Nederland Zingt’"

Blog van Andries Knevel

Het was een gouden idee: geef het archief van 'Nederland Zingt' vrij voor gebruik in de eredienst zolang we niet ‘live’ kunnen zingen. Of het werkt? Nou en of, u maakt er massaal gebruik van!

Deel:

U weet dat ik op zondag mag voorgaan in gemeenten van zowel kerkelijke als evangelische snit, en telkens weer worden op de schermen in de gemeenten de beelden van uitzendingen van Nederland Zingt vertoond. Hoewel, het meest in wat we noemen de ‘kerkelijke’ gemeenten. Minder in evangelische gemeenten.

Houden zij niet van Nederland Zingt? Dat hoort u mij niet zeggen, maar in de meeste evangelische gemeenten waar ik voorga, zorgt men zelf voor de muziek, binnen de huidige grenzen. Een kleine band dus, of alleen een zangeres met piano of gitaar. Ook goed natuurlijk, niets hoeft.

Maar die beelden van Nederland Zingt brengen me wel in verleiding. Dat zit zo: ik houd erg van massale samenzang. Liefst met een fors orgel en dan ook nog op een zwaar romantische wijze begeleid. En vooral de bekende liederen: Psalm 56 bijvoorbeeld, of ‘Daar ruist langs de wolken’.

Als ik de liturgie voor de zondag moet opgeven, kies ik – ja, ik belijd het – nog weleens voor psalmen en gezangen waarvan ik dan hoop dat de liturg van dienst kiest voor uitvoeringen van Nederland Zingt, waar de hele kerk plus koor massaal aan het zingen is. Ik kan er geen genoeg van krijgen.

Zo ook een paar weken geleden. Onderweg naar de dienst zat ik me al te verheugen op de beelden en de muziek. Maar ai, juist die week had de betreffende PKN-gemeente besloten zelf weer te gaan musiceren. Met één zangeres en één piano. Daar gingen mijn massale samenzangliederen…

Althans, dat dacht ik. Want – ik geef het graag toe – het werd prachtig! We genoten er met z’n allen van, zag ik. Ook van de tekst natuurlijk, haast ik mij te zeggen.

En de komende weken? Nog niet ‘live’ zingen, ben ik bang. En dus: Nederland Zingt! Of, inderdaad: de band, de piano en de zangeres.

Geschreven door

Andries Knevel

--:--