Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Theoloog des Vaderlands Samuel Lee hoorde Jezus' stem

‘Al was Jezus’ leven een sprookje, ik blijf in Hem geloven’

De stem van Jezus bracht Samuel Lee tot geloof. Wie is Jezus na al die jaren voor de Theoloog des Vaderlands? Waarom is Hij relevant voor Nederland? En welke misvattingen hebben wij over Hem?

Deel:

Wie Jezus voor hem is? Die vraag beantwoordt de gewoonlijk genuanceerde en rustige Theoloog des Vaderlands Samuel Lee ferm en direct. Uiteraard waarschuwt hij vooraf even: “Ik ga iets heel radicaals zeggen. Een duidelijk statement: zelfs als iedereen mij zou zeggen en als onomstotelijk zou worden bewezen dat Jezus nooit bestaan had, zou ik nog in Hem geloven. Al was Zijn hele leven een groot sprookje, ik heb in mijn hart besloten áltijd in Hem te geloven.”

Die diepe overtuiging is gebaseerd op een bijzondere ervaring die Samuel Lee had tijdens zijn huwelijksreis, bijna dertig jaar geleden. “Ik was in mijn hotelkamer en hoorde Jezus’ stem. Hij klonk prachtig, het was overweldigend, met niets te vergelijken. Uit alle muren, uit de vloer en uit het plafond klonk het: ‘Ik sta aan de deur van jouw hart en Ik klop. Ik wil binnenkomen en met jou eten en drinken.’ Later begreep ik dat dit deels een tekst is uit Openbaring 3.”

Te links

Samuel Lee

“Als je de vraag algemeen stelt – zo van: wie is Jezus? – zou ik gezegd hebben dat Hij de Weg, de Waarheid en het Leven is,” vervolgt Samuel. “Dat is het antwoord dat mijn broeders en zusters willen horen in de pinksterkerken waar ik mijzelf ook toe reken. Zonder Hem kom je niet tot de Vader. Al die dingen geloof ik ook. Mensen twijfelen daar soms aan, en willen mij in een hokje plaatsen, vinden mij liberaal of conservatief. Het is jammer dat je je in christelijke kringen zo moet bewijzen. Maar al die dingen geloof ik niet om daarmee in de hemel te komen. Ik heb geen transactiegeloof, terwijl ik dat wel om mij heen zie.”

Een transactiegeloof?
“Ik geloof niet in Jezus om daarmee in de hemel te kunnen komen. Als iemand tegen me zou zeggen dat ik sowieso naar de hel zou gaan, bleef ik nog in Hem geloven. Ik geloof niet om later een eeuwige vakantie te hebben of zo.”

Waarom dan wel?
“Laat duidelijk zijn dat dit allemaal heel persoonlijk is, ik wil niemand iets opleggen. Ik geloof vanwege die ervaring met Jezus. En vanwege wat ik over Hem lees in de Bijbel, in de vier evangeliën.

Jezus bracht een bijzondere boodschap naar de wereld. Ook voor mensen die niet in Hem of in Zijn goddelijkheid geloven. Bevrijding, verlossing. Hij ging dwars door de taboes heen. Kijk naar het verhaal van de Samaritaanse vrouw. Ten eerste ging Hij naar Samaritanen – in die tijd liep het nogal stroef tussen de mensen van Judea en de Samaritanen. Ze hadden, op z’n zachtst gezegd, een moeizame relatie. En dan betreft het ook nog eens een vrouw die Jezus ontmoet – een derderangsburger in die dagen. Dit verhaal gaat niet over Jezus die dorst heeft, maar over de Messias die dwars door culturele, raciale en genderbarrières heen breekt.

Tegen Nikodemus zegt Hij: ‘God heeft de wereld lief. Niet alleen jouw denominatie. Als je van Mij wilt zijn, moet je dus van de wereld houden.’ En Hij leert ons het Onze Vader. Niet ‘Mijn Vader’, maar onze. Door alle ideologieën en ideeën heen heeft deze boodschap al tweeduizend jaar overleefd.”

Verwoording van de goddelijkheid

Als in één adem komt de theoloog bij de mystieke kant van Jezus. “Hij verkondigt dat Hij het water van het leven is, het licht van de wereld. Nou, als je dat zegt, ben je óf gek in je hoofd óf je bent werkelijk wat je zegt. Dat maakt Jezus voor mij de verwoording van de goddelijkheid, het Woord van God; God is mens geworden. Joden en moslims geloven daar niet in, en dat respecteer ik, maar ik zie in Jezus de vleeswording van Gods liefde.”

Waarom benadrukt u zo sterk dat u anderen vrijlaat in hun denken, dat het slechts om uw eigen mening en geloof gaat?
“Geloof kun je niet opleggen of opdringen aan anderen. Je kunt het alleen op een respectvolle manier delen. Geboren in het Midden-Oosten, in een theocratische republiek, weet ik wat het is als je dingen opgelegd krijgt. Ik wil niemand iets opleggen. Ik ben een bruggenbouwer, die liever kiest voor de dialoog en respect voor anderen.”

Het schilderij

Voor die ervaring in dat hotel was u overtuigd atheïst. Hoe keek u destijds naar Jezus?
“Ik dacht dat Jezus niet bestond.” Lee staat op en loopt naar zijn boekenkast. Met een rood boekje komt hij terug. “Kijk, dit schreef ik als tiener in 1990. Het schilderij heet deze bundeling gedichten. Ik maakte deze bundel destijds op school en gaf de opbrengst van de verkoop aan Unicef. Ik zal je er eentje voorlezen:

Houten kruis

Aan het houten kruis zie ik geen gekruisigde
Maar in de schaduw van de verbeelding
Die het kruis op de weg van eeuwigheid maakt
Zie ik een genagelde man.

Zo zag ik Jezus dus. Als een verbeelding. En wij mensen waren slachtoffer van een oude schilder, God, die ons gevangenhield in Zijn schilderij. Vandaar die titel.”

Dat klinkt als een gevangenis.
“Ja, zo ervaarde ik dat. Een schilderij dat je gevangenhield. Ik was anti alles wat met geloof te maken had.”

Hoe kreeg uw geloof na het horen van Jezus’ stem vorm?
“Het bracht me deels terug bij mijn kindertijd. Toen er nog relatieve vrijheid was in mijn geboorteland, kon je op straat allerlei posters kopen van Bruce Lee of wie dan ook. Ik weet nog dat ik als kind een poster van een crucifix zag. Dat beeld trok mij. Bij de christelijke basisschool waar ik naartoe ging, was ook een mooie oude kerk ondergebracht. Wij mochten daar niet komen, maar ik – een jaar of 8 – pakte een frisdrankkratje, klom erop, en gluurde door het raam. Daar zag ik Jezus aan een kruis.”

Ik zou tegen Nederland willen zeggen: ‘Geef Hem een kans, laat je niet afschrikken door wat de kerk fout deed in Zijn naam'.

Geef Hem een kans

Als Theoloog des Vaderlands weet u vast waarom Jezus voor Nederland relevant is.
“Nou, allereerst: ik spreek niet voor heel Nederland, want dat zou arrogant overkomen. Ik heb deze eervolle titel te danken aan een groep christenen die mij heeft verkozen.

Als je Jezus ontdoet van alle godsdienst, van alles wat de kerk in de loop der jaren van Hem gemaakt heeft, blijft Hij alsnog interessant om je in te verdiepen. Lees de Bergrede maar eens, Matteüs 5 tot en met 7. Daar zit zo veel in. ‘Geef ons heden ons dagelijks brood’, bijvoorbeeld. Een boodschap tegen onze hebzucht. Daarmee zegt Hij: ‘Denk aan nu. Deel met een ander.’ Ik zou tegen Nederland willen zeggen: ‘Geef Hem een kans, laat je niet afschrikken door wat de kerk fout deed in Zijn naam.’”

U bent voorganger van een migrantenkerk in de Amsterdamse Bijlmer. Wat leren andere culturen u over Hem?
“Van mijn Afrikaanse en Aziatische broeders en zusters leer ik grenzeloos, kinderlijk vertrouwen. Zij geloven dat God geeft wat zij Hem vragen. Dat heeft ook gevaarlijke kanten, want als je iets niet krijgt, heb je waarschijnlijk niet goed genoeg gebeden. Daar zit weer dat transactiegeloof in. Ik waarschuw daartegen.

Van Nederlanders heb ik nuchterheid geleerd. Ik vind dat een bijzondere gave. Maar pas als je al die karaktertrekken samenbrengt, heb je de juiste balans. Als ik in een Nederlandse kerk preek, komen er na de dienst altijd mensen naar mij toe om te discussiëren. ‘Ja maar in de Bijbel staat ook…’ Afrikaanse kerkgangers kunnen alles wat de dominee zegt voor waar aannemen. Die extremen zijn beide niet goed. Juist omdat ik een bovennatuurlijke ervaring heb gehad, heb ik die Nederlandse nuchterheid nodig om in balans te komen en te blijven.”

Geloven is een reis

Bent u meer onderscheid gaan maken tussen Jezus en de kerk?
“Geloven is een reis. Het begon bij mij eigenlijk al voordat ik de stem van Jezus hoorde. Er was altijd al iets… Je leert steeds nieuwe dingen, je ontwikkelt je. Tijdens die reis ben ik niet zozeer onderscheid gaan maken tussen Jezus en de kerk, maar heb ik wel geleerd dat wij in de kerk Jezus zo graag in een systeem willen vangen. Ik merk dat ook buiten de kerk, bijvoorbeeld in het Midden-Oosten. Als ik daar zeg dat ik christen ben, denkt men dat ik word gesteund door Amerika en het Westen. Ze gaan daar meer uit van een politiek christendom. Zo’n indeling maakt het leven eenvoudig, of het nu juist is of niet.”

Hoe gaat u daarmee om?
“Ik kan daar beter zeggen dat ik een volgeling van Jezus ben. Dat opent een gesprek en roept vragen op. Vergeet niet dat de geschiedenis van de kruistochten nog heel bekend is in het Midden-Oosten. Daarmee wordt het christendom nog altijd geassocieerd. De persoon van Jezus roept minder negatieve gevoelens op, want moslims kennen Hem ook als een profeet.”

Waar moeten alle christenen het over eens zijn als het over Jezus gaat? De opstanding?
“Dat is een moeilijke vraag. We hebben allemaal een beeld van Jezus. Laten we daar anderen niet mee overrulen. En de opstanding? Ik geloof dat Jezus is opgestaan uit de dood. Dat is een zaak van het hart. De waarheid is bij Jezus. Verschillen twee christenen hierover van mening? Jezus heeft beiden lief. Zij hebben elkaar niet lief, omdat hun liefde is gebaseerd op een doctrine. Maar Jezus gelooft in hen allebei.”

Liefde is het antwoord

De cirkel is rond, we zijn weer bij de liefde.
“Ja, de liefde is het antwoord. Ik erger me aan mensen die elkaar door een theologisch verschil van mening uit hun leven bannen. Dat vind ik zo’n nare karaktertrek.

Pas vroeg een vriend, ook een dominee, aan me: ‘Samuel, als ik nu boeddhist word, blijf je mijn vriend?’ Ik kon hem verzekeren: ‘Je blijft mijn vriend. Ik zal je blijven bellen, ik blijf met je eten. Maar ik zal je wel vragen waarom je boeddhist bent. Ondanks dat blijf je me dierbaar.”

Geschreven door

Reinald Molenaar

--:--