Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Jannie ontmoette en vergaf de overvaller van haar broer

‘Ik vond het in eerste instantie niet prettig’

Vijftien jaar geleden wordt de eigenaar van een avondwinkel in Limburg overvallen. Bij deze overval wordt de winkelier bijna gewurgd en eindigt hij met ernstige verwondingen in het ziekenhuis. Acht jaar later, tijdens een doopdienst, ontmoet de zus van de winkelier, Jannie*, de dader. Hij blijkt een van de dopelingen te zijn. De twee raken in gesprek met elkaar.

Deel:

Wanneer de Limburgse Jannie wordt benaderd om namens haar broer hun kant van het verhaal te vertellen over de beroving van de winkel, reageert ze in eerste instantie gereserveerd, maar ook direct. “Eigenlijk praten we als familie nooit over wat er toen gebeurd is. Ik vind het niet leuk om daarover na te denken. Daarom vind ik dit gesprek moeilijk. Het is mijn broer niet in de kouwe kleren gaan zitten, die overval. Hij is best angstig. Hij heeft me nooit verteld wat er is gebeurd, maar dat wil ik ook helemaal niet meer. Ik wil niet weten wat er precies met hem aan de hand is geweest destijds. We praten er nooit meer over als we contact hebben. En ik wil het ook niet telkens omhoog brengen bij mijn broer, dus ik laat het maar rusten.”

Het is mijn broer niet in de kouwe kleren gaan zitten

Jannie herinnert zich wel een bijzonder detail van deze traumatische gebeurtenis: Jeremiah, de dader, belt na de overval anoniem de politie. Jannie: “Hij vertelde de politie dat ze daar – bij die en die winkel - moesten gaan kijken. De winkel van mijn broer. Dat is wel heel vreemd natuurlijk.” Nuchter vervolgt ze: “Maar ja, zo is het leven ook. Je hebt overvallen en mishandelingen, maar als je dan tot inkeer bent gekomen, krijg je daar een heel andere notie van. Dat heb ik zelf ook gehad, dat ik tot inkeer ben gekomen. Ik weet nu dat het om de Heer gaat en het geloof dat we hebben gekregen. Als kind was ik al wel heel gelovig en ging ik naar de katholieke kerk. Ik ben een tijdje uitgeschreven geweest, maar ik hoor nu bij een andere kerk. Mijn broers en zussen geloven niet.”

Ontmoeting

Dader Jeremiah komt zeven jaar geleden op bijzondere wijze tot geloof en laat zich dopen. Tijdens deze dienst herkent Jeremiahs moeder Jannie, de zus van de winkelier. Ze vertelt het haar zoon. Deze stapt op Jannie af om zich kenbaar te maken als dader. Jeremiah wil namelijk niet dat ze dit via iemand anders hoort. Jannie: “Ik weet niet meer precies of het nu om één of meerdere gesprekken ging. Het is al zo lang geleden. Ik denk meerdere. Wat ik nog wel weet, is dat ik het in eerste instantie niet prettig vond. Het is niet leuk om te horen als iemand je vertelt wat hij je broer heeft aangedaan. Dat vind ik vreselijk voor hem. Nog steeds. Nee, de eerste keer dat Jeremiah naar me toe kwam, was niet fijn. Natuurlijk vond ik het prachtig dat hij mij dit kwam vertellen, maar ik vind het ook heel erg wat er gebeurd is met mijn broer. Dat geef ik steeds toe en daar blijf ik ook bij.”

Jeremiah wilde ook in contact komen met mijn broer om hem vergeving te vragen

Jannie vervolgt: “Jeremiah wilde ook in contact komen met mijn broer om hem vergeving te vragen maar toen ik aan m’n broer vroeg of hij dat wilde, zei hij direct: ‘Dat wil ik absoluut niet!’ Toen is het hele verhaal ook echt afgesloten voor ons.” Ze pauzeert even en denkt na. “Weet je, mijn broer is heel anders dan ik. Hij volgt zijn weg en dat is niet de mijne. Vanuit de kerk zijn we vergevingsgezind en doen we ons best om ons daarvoor in te spannen, snap je.”

Voordat Jannie daadwerkelijk op een punt van vergeving komt, gaat er wel wat tijd overheen. Hoeveel weet ze niet meer precies. “Ik vind het moeilijk om hierop te antwoorden, want ik heb het helemaal afgesloten hè.” Uiteindelijk kan ze wel zeggen: “Ik vind het geweldig dat Jeremiah ervoor uitkwam en me dit verteld heeft. Daar ben ik nu heel blij mee. We moeten ook weer verder, hè. Daar gaan we voor.”

* Jannie is niet haar echte naam
Tekst: Jeannette Coppoolse

Lees hier zeven redenen om te vergeven uit het boek van Desmond en Mpho Tutu

Geschreven door

Jeannette Coppoolse

--:--