Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Janny leerde leven met lijden: ‘Ik leef voor het blij maken van anderen’

Hoe kijk je naar het leven als het eigenlijk overleven is?

Midden in volkswijk Zuilen in Utrecht staat buurthuis Bij Bosshardt, met daarnaast een kledingwinkeltje vol tweedehandskleding. Wie het winkeltje binnenloopt kan de positieve aanwezigheid van Janny haast niet over het hoofd zien. Met de andere bezoekers van het buurthuis en de klanten in de kledingwinkel heeft Janny goed contact. Maar zodra je aan haarzelf vraagt hoe het gaat hoor je een ander geluid: Het leven van Janny lijkt compleet in het teken te staan van pijn en moeite. Als kind, maar ook als volwassene krijgt ze veel ellende voor de kiezen in de vorm van verlies, ziekte, ongelukken, en als gevolg daarvan fysieke onkunde. Toch blijft ze vrolijk en ziet ze elke dag als een nieuwe kans. Hoe kijk je naar het leven als het eigenlijk overleven is?

Deel:

Door haar uitstraling valt het haast niet op, maar Janny draagt een mobiel infuus met daarin antibiotica bij zich, en dat is niet zonder reden. “In mijn jeugd heb ik meerdere keren ongelukken gehad. Toen ik twaalf jaar was werd ik overreden door een auto, mijn hele buik was kapot, daar heb ik altijd last van gehouden. Door een volgend ongeluk lagen mijn tanden eruit en kwam een bacterie mijn lichaam binnen. Die bacterie zit er nog steeds, en eet langzaam mijn kaakbot weg. Dat is dus de reden dat ik de rest van mijn leven aan deze antibiotica vastzit.

Acht keer een TIA en twee herseninfarcten

Naast haar eigen gezondheid draagt Janny ook een stukje zorg voor haar man. “Toen ik mijn man ontmoette leken we het helemaal voor elkaar te hebben. Hij had een goedlopend bedrijf en we verdienden meer dan genoeg geld. De economische crisis in 2008 verkocht ons een flinke klap, maar ook mijn gezondheid ging achteruit. Achteraf bleek ook nog dat mijn man in die periode acht keer een TIA en twee herseninfarcten heeft gehad, dat had ik op het moment zelf helemaal niet door, eigenlijk dacht ik dat hij een slok te veel op had. Pas veel later in het ziekenhuis werd dit duidelijk.

Aan de buitenkant zie je niet zo zeer dat er iets aan de hand is, maar aan de binnenkant is de linkerhelft van zijn hersenen grotendeels afgestorven. Vooral in de middag en avond merk je dat hij moe wordt en warrig begint te praten. Ook juist op de momenten dat het met mij niet goed gaat, mis ik het stukje zorg vanuit hem.” De mensen in haar omgeving hebben soms weinig begrip voor het feit dat Janny bij haar man blijft. “Waarom ga je niet bij hem weg? Vragen ze wel eens aan me. Maar ik zie dat anders, ik heb voor hem gekozen, door ziekte en gezondheid, en nu blijf ik bij hem, ook als dat lastig is”

Het buurthuis

Door haar woorden heen proef je iets van de bitterheid die het leven van Janny tekent. “Als ik morgen niet meer wakker zou worden zou ik dat helemaal niet erg vinden.” De ziekenhuisbezoeken en constante tegenslagen vreten energie. Haar depressies zijn minder constant, maar ze heeft nog wel slechte dagen. “Ik sta niet zo zeer negatief in het leven, maar durf eigenlijk nergens meer op te hopen. Ik ben bang dat als ik mijn hoop ergens op stel, dat het toch wel weer mislukt, dat mijn lichaam het niet toelaat.” Toch heeft ze haar draai kunnen vinden in het buurthuis. “Ik voelde wat schroom voor ik naar binnen liep maar herkende al iemand vóór ik überhaupt binnen was. Ik raakte aan de praat en sindsdien is het altijd fijn geweest om hier te komen en die contacten te onderhouden.

Lees verder onder de foto's.

'Ik kan hier mijn ei kwijt'

Het is net als familie; ze nemen je hier zoals je bent. Ook als je een keer chagrijnig bent of flink verdrietig: het mag hier allemaal. Van dat contact met anderen knap je op. Anne (de coördinator van het buurthuis) ging al snel met me zitten om te kijken wat ik kon gaan doen in het buurthuis. Toen kwamen we samen op het idee om eens mee te kijken in het kledingwinkeltje. Eigenlijk ben ik helemaal niet zo van de kleding. Toch werkt het wel, en kan ik hier mijn ei kwijt. Ik vind het zo leuk om de kleding uit te zoeken en de winkel in te richten, maar ook om mensen te helpen aan nieuwe kleding. Iemand zonder budget kan hier met prachtige kleding weer naar buiten lopen. Van zoiets kleins als kleding kan de hele uitstraling van een persoon veranderen. Ik heb het dan wel zwaar, maar kan anderen nog wel blij maken, en daar leef ik voor.”
 

--:--