Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Jeroen Snel: ‘Ik baal er altijd van als een ander niet gelooft’

Wat kreeg de EO-presentator mee over God en het geloof?

Met heimwee denkt EO-presentator Jeroen Snel soms terug aan zijn tienertijd, waarin hij onbevangen en met haast onbegrensd enthousiasme geloofde. Dat geloof is hij niet kwijt, wel kwamen er “mitsen en maren”. Al zegt hij ook: “Mijn relatie met God is zo sterk, dat neemt niemand mij af.”

Deel:

“Is iederéén zo emotioneel tijdens een interview als dit?” vraagt Jeroen halverwege het gesprek. Hij heeft net verteld hoe zijn tante, die zich jarenlang afzette tegen het geloof, tot inkeer kwam op het sterfbed van zijn moeder. Het raakt hem zichtbaar. “Mijn moeder heeft haar hele leven in stilte gebeden voor de bekering van haar zus. Gesprekken liepen altijd uit op heftige discussies, dus die meden ze. In de laatste fase van haar leven gaf mijn moeder zo’n sterk getuigenis, dat mijn tante tot geloof kwam. Mijn moeder moest eens weten…”

Behoefte aan persoonlijke beleving

Jeroens ouders stapten vlak voor zijn geboorte over van de gereformeerde kerk in Alphen aan den Rijn naar de plaatselijke baptistengemeente. Ze hadden behoefte aan een meer persoonlijke beleving van het geloof en van God. Jeroen: “Ze bezochten ook bijeenkomsten van Billy Graham en andere evangelisten, en zelf ging ik in mijn tienertijd veel naar Ronduit-conferenties, waar Wim Grandia en Fred Kwint bijvoorbeeld spraken. Ik kreeg in mijn jeugd vooral de liefde en genade van God mee. Een God die jouw zonden vergeeft, dat was de strekking. O, en mijn moeder speelde gitaar: ‘Jezus is de goede Herder’, en zo. Ken je ’m?” vraagt hij, als hij de eerste paar regels heeft gezongen. Hij brengt je veilig naar de stal… dat vind ik mooi.”
Thuis aan tafel ging de Bijbel open, soms aan de hand van een dagboek, en Jeroen herinnert zich nog goed de gebeden die zijn vader uitsprak rond het avondeten. “In plaats van allerlei dingen aan God te vragen, sprak hij in zijn gebeden juist altijd veel dankbaarheid uit naar God.”

Warme deken

In de baptistengemeente in Alphen aan den Rijn was Jeroen heel actief. Hij speelde piano in de dienst, leidde de jeugdclub en had er veel vrienden. De periode die hem misschien nog wel het meest heeft gevormd, is zijn tijd bij gospelkoor His Revelation. Het koor trad op in het hele land en Jeroen ervaarde Gods aanwezigheid tijdens die concertavonden. “Alsof er een warme deken over de zaal lag. Dat emotioneerde mij vaak. In die jaren, de tijd van het IJzeren Gordijn, gingen we met het koor naar Polen. Die reis maakte diepe indruk. Ondanks dat de mensen daar weinig hadden, waren ze heel enthousiast in hun geloof. Dat raakte mij.”

Ik wist: voor de rest van mijn leven wil ik bij God horen

Jeroen, die in die tijd al wist dat hij presentator wilde worden, trad tijdens concerten op als presentator. Hij kondigde de nummers aan en deed zelfs aan het eind van de avond een oproep tot bekering. “Ik nodigde dan als een soort voorganger het publiek uit om hun leven in de hand van God te leggen. Daarna sprak ik een gebed uit, en zongen we een mooi, rustig nummer. Dat was een bijzondere tijd.”

Hoe kijk je daarop terug?
“Heel dankbaar. En ook wel met heimwee. Ik was 17, 18 jaar en stond onbevangen in mijn geloof. Ik heb mij in die tijd ook laten dopen. Dat was een bewuste en persoonlijke keuze, omdat ik wist: voor de rest van mijn leven wil ik bij God horen. Ik was zo enthousiast voor God, onbegrensd bijna.”

Ben je dat nu kwijt?
“Gelukkig niet. Naarmate ik ouder werd, kwamen er wel meer tegenslagen in mijn leven. Dan komt je geloof in een ander licht te staan. Nee, vertwijfeling is een te groot woord, maar er kwamen wel mitsen en maren.”

Bidden om acceptatie

Er waren twee concrete aanleidingen voor die mitsen en maren. De eerste was Jeroens seksuele geaardheid, waar hij jaren mee worstelde. “Vanaf het moment dat ik mijn geaardheid ontdekte, heb ik daar enorm voor gebeden. Ik bad dat God het zou wegnemen. ‘Genees mij,’ bad ik letterlijk. Want ik voelde dat ik niet normaal was, terwijl ik dat zo graag wilde zijn. Nu zou ik dat woord ‘genezing’ in dit verband niet meer in de mond nemen. Ik zou eerder bidden om acceptatie. Dat is ook mijn tip voor jonge christenen die hiermee worstelen: bid niet om genezing, maar bid dat jij en je omgeving het accepteren.”

Eenzame strijd

Vanaf zijn 14e voerde Jeroen een eenzame strijd rondom zijn identiteit. Pas bijna veertien jaar later was hij zover om het zijn ouders te vertellen. Toen werd zijn moeder ernstig ziek. Dat was de tweede aanleiding voor een ‘maar’. “Ik besloot het niet te vertellen, omdat ik haar er niet mee wilde belasten.” Ook voor zijn moeder bad Jeroen om genezing. Maar toen zij een jaar later overleed aan borstkanker, werd hij stilgezet. Moest hij wel blijven bidden om zijn eigen genezing? Door haar sterven ontdekte Jeroen dat er soms dingen in het leven zijn die God niet wegneemt. Dat God niet altíjd je gebed verhoort. “Ik geloofde – en geloof nog steeds – dat Hij bij machte is om oneindig veel meer te doen dan wij vragen of denken, zoals staat in Efeziërs 3. Het gebeurt alleen niet altijd. In die tijd heb ik gelukkig – zeg ik nu met terugwerkende kracht – ontdekt: ik mag mijn geaardheid accepteren. Sterker nog: ik mag er ook naar leven. Dat betekent dat ik een partner mag hebben en dat God dat zegent. Omdat Hij mijn leven leidt.”

Was je niet teleurgesteld in God, vanwege die onverhoorde gebeden?
“Nee, want God zegende mij rijk. Ik heb ervaren dat Hij uit je zwakte iets moois maakt. Hij geeft er het veelvoudige voor terug.” Met tranen in zijn ogen: “Je moet ergens misschien pijn lijden, maar Hij geeft er zo veel zegen voor terug. Want vanuit de gebrokenheid van mijn persoonlijkheid heb ik nu wel een fantastische relatie.”

Op de fiets door het bos

“Hoe ik mijn geloof nu zou omschrijven? Het is uiteindelijk een heel kinderlijk geloof. Alle moeilijke theologische vraagstukken – als die er voor mij al waren – zijn weggevallen en er blijft een basisgeloof over dat eigenlijk heel simpel is: ik geloof in God en ik geloof dat zijn Zoon naar deze aarde is gekomen om mij te redden van mijn zonden. En hoe het dan precies zit met de schepping bijvoorbeeld, dat interesseert me eigenlijk niet. Nee, dat is geen onverschilligheid, maar Gods aanwezigheid en liefde in mijn leven zijn zo tastbaar – dat is voor mij genoeg. Daar word ik gelukkig van. Daarom baal ik er ook altijd zo van als een ander niet gelooft; diegene mist dan zo veel.”

Hoe ervaar je Gods aanwezigheid?
“Ik ervaar Hem als ik op de fiets door het bos rijd. Of door een lied op de radio – ik luister veel naar Groot Nieuws Radio. Dan voel ik diezelfde warme deken zoals ik die op het koor voelde. Dat ik zo zijn zegen ervaar, dat Hij zo tastbaar om mij heen is, maakt dat ik niet aan Hem twijfel. En dat ervaar ik niet iedere dag, hoor. Maar wel vaak genoeg om altijd dicht bij God te blijven. En natuurlijk dwaal ik soms af. Als ik minder stille tijd heb, als ik me te veel laat leiden door de dingen van de wereld: vakantieplannen, een nieuwe auto. Die doen er uiteindelijk niet toe. Maar dan word je weer teruggeroepen naar de kern – gelukkig wel.”

Ik voel me toch altijd een vreemde eend in de bijt

Flauw excuus

Momenteel is Jeroen niet verbonden aan een kerk. “Helaas,” zegt hij erbij. “Dat heeft toch ook nog met mijn geaardheid te maken. Ik vind het lastig om deel uit te maken van een geloofsgemeenschap, misschien wel vooral omdat de kerk toch erg gericht is op gezinnen. Dat is fantastisch als je een gezin hebt. Maar als je homo bent, val je daarbuiten. Ik voel me toch altijd een vreemde eend in de bijt. Bovendien ben ik een bekende Nederlander, waardoor mensen ook weer anders naar mij kijken. Misschien is dat een flauw excuus, maar ik zit daar niet op mijn gemak.”

Vind je het moeilijk dat je je geloof niet kunt doorgeven aan een nieuwe generatie?
“Ik geef dat vooral door in mijn sociale leven. In interviews bijvoorbeeld mag ik bij tijd en wijle van mijn geloof getuigen. En laat mij maar als een iets bekender iemand een voorbeeld zijn voor jongeren die worstelen met hun geaardheid. Als een steuntje in de rug. Dat is stilaan wel mijn missie.”

​​​​​​​Arrogant

“Ik zou me geen raad weten,” antwoordt hij op de vraag wat hij zou missen als hij het geloof niet had. “Dan zou ik er niet uitkomen als het gaat om de vraag waarom we hier op aarde zijn. Het geloof is de reden van dit leven. Natuurlijk, veel vragen blijven onbeantwoord, maar die rond de essentie van het leven is voor mij beantwoord – dankzij mijn geloof in God. Het klinkt arrogant, maar mijn basis en mijn relatie met God zijn zo sterk, die neemt niemand me af. In die zin heb ik een rotsvast geloof. God zorgt voor mij en Hij verlangt ernaar dat ik dicht bij Hem ben. That’s all. Wat er ook gebeurt.”

Beeld: Ruben Timman

Geschreven door

Mirjam Hollebrandse

--:--