Sluit je aan

Inloggen bij eo

Praat je mee? Als je bent ingelogd, kun je reacties plaatsen en gesprekken volgen.

Door in te loggen bevestig je dat je de Algemene Voorwaarden en Privacyverklaring van de EO hebt gelezen en begrepen.

Hulp nodig?

Check de veelgestelde vragen.

Joop Gankema op een houten bankje in de natuur.
© Ruben Timman

Joop Gankema: ‘Ik heb staan schreeuwen naar God’

9 maart 2023 · 08:30

Update: 8 maart 2023 · 15:32

Van 1999 tot 2015 was voormalig Opwekking-directeur Joop Gankema hét gezicht van het gelijknamige pinksterfestival. Opgegroeid in een vrijzinnig protestants gezin, kwam hij als tiener - samen met zijn toekomstige vrouw - tot geloof in een evangelische samenkomst. “Zonder geloof zou ik op moeilijke momenten finaal door alle bodems zijn gezakt.”

Joop, 8 jaar oud, belt aan bij het huis van zijn beste vriend. Ze hebben afgesproken deze zondagmiddag weer samen buiten te gaan spelen. De moeder des huizes doet open, met onverwachts kille ogen. “Goed luisteren”, zegt ze. “Jij bent geen christen. Mijn zoon mag niet meer met je spelen. En geen contact met je hebben. Het is afgelopen.”
De klap waarmee de voordeur vlak voor zijn neus in het slot valt, dreunt lang na.

‘Jij bent ook waardevol’

“Ik kwam helemaal gebroken thuis”, vertelt Joop (73), op de bank in Harderwijk. “Mijn moeder troostte me. Ze zei dingen als: ‘Jij bent ook waardevol.’ Maar o, wat deed dit pijn. Op school zaten we altijd naast elkaar. Dat was opeens voorbij: hij kreeg een andere plek in het klaslokaal. Hij verdrietig, ik verdrietig. Ik dacht: als dát nou christenen zijn… Later gebeurde er nog iets, met een ander vriendje. Toen dacht ik: dat hele christendom kan me gestolen worden. Die christenen kijken kennelijk alleen maar naar ‘hoe het hoort’…”

Het felle verwijt – ‘Jij bent geen christen’ – had ermee te maken dat jullie thuis vrijzinnig waren?
“Klopt. Mijn moeder ging naar de Vrijzinnige Protestantenbond. Mijn vader was oorspronkelijk hervormd. Maar toen ze trouwden, had hij haar beloofd met haar mee te gaan. En dat deed hij.”

Ging je als kind mee naar de kerk?
“Thuis werd er niet zoveel met geloof gedaan. Wij waren een echt jongensgezin: vijf jongens, één zus. In de eerste jaren gingen we weleens mee naar de kerk. En soms naar de zondagsschool. Aan tafel werd er niet gebeden of uit de Bijbel gelezen. De zondagsschool? Wij hadden zoiets van: pfff, moet dat echt? We speelden liever buiten.”

Evengoed welkom

Joop schiet in de lach. “Mijn broers en ik waren de belhamels van de zondagsschool. Maar wat ik echt knap vind: we waren evengoed welkom. En als jonge gast – altijd gek op fiets- en later motorcross – dacht ik toch wel veel na over het leven. Wat is de zin ervan? Wat doe ik hier? De opa en oma van mijn moeders kant waren trouwens wel heel gelovige mensen.”

Jouw moeder nam kennelijk ooit een meer vrijzinnige afslag?
“Ja. Vermoedelijk vanwege ervaringen uit haar jeugd. Ze had een Joods vriendinnetje, in Oude Pekela, en dat meisje is in de oorlog gedeporteerd en overleden. Dat heeft mijn moeder enorm geschokt. Waarschijnlijk begon ze daardoor te twijfelen aan het geloof zoals zij dat van huis uit kende. Toen mijn oma was overleden, kwam een goede vriendin van haar naar me toe. ‘Joop,’ zei ze, ‘ik moest van jouw oma tegen je zeggen dat haar lievelingstekst Johannes 3 vers 16 was; daaruit leefde ze.’ Dat vond ik heel bijzonder.”

Verkering

Rond z’n 16e kreeg Joop verkering met Wil, ooit zijn buurmeisje. “Zij kwam uit een baptistengezin, maar deed zelf ook weinig met het geloof. De rest van het gezin wel. Toen we zo’n twee jaar verkering hadden, zei ze: ‘Mijn ouders zouden het wel leuk vinden als we meegaan naar de kerk.’ Al vanaf mijn 12e – toen het niet meer hoefde – kwam ik nooit meer in de kerk. Maar ik dacht: baat het niet, dan schaadt het niet.”

Jonge Joop Gankema

Oude dominee

Tot Joops verrassing wist de voorganger hem die zondag zowaar te boeien. “Levensvragen waar ik als 18-jarige mee worstelde, daar sprak die oude dominee – Waardenburg – over. ‘Er is een God die je wil helpen er je weg in te vinden’, benadrukte hij. Dat raakte me. Bij ons thuis gold: ‘Jongens huilen niet.’ Nou, in die dienst huilde ik voor het eerst.”

Vanwaar die tranen?
“Voor het eerst besefte ik: kennelijk is er écht Iemand die zo veel van mij houdt dat Hij me wil helpen in alle dingen waarmee ik worstel.”

‘Wauw, wat bijzonder!’

Joop pakte een bijbeltje bij zijn ouders uit de kast en begon erin te lezen.
“Ik dacht steeds: wauw, wat bijzonder!’ Vooral Jezus’ leven; Hij kwam als het ware steeds dichterbij.”
Een maand of drie later kwam het geestelijk gezien tot een doorbraak. “Wil werkte in de verpleging, in Zwolle. Op een dag zou Kees Goedhart komen spreken in de Vrije Evangelisatie Zwolle. We hadden gehoord dat hij een bekende evangelist was. ‘Zullen we ernaartoe gaan?’ vroeg ze. Die avond gaven we – tegelijk – ons hart aan God, toen Kees een uitnodiging deed. Ik dacht: deze God wil ik dienen, aan Hem mijzelf toewijden. Ik had in de Bijbel gelezen dat Hij letterlijk tot allerlei mensen sprak, en had gebeden: ‘Wilt U mijn leven leiden, én wilt U met mij spreken zoals U vroeger ook tot anderen sprak?’”

Alle puzzelstukjes vallen nu op hun plek

Hoe reageerden je ouders op die geestelijke omwenteling?
“Negatief. Vooral mijn moeder had er vreselijk veel moeite mee. Het was niet háár kerk, hè?”

Veranderde hun houding mettertijd?
“Ik heb een achtergrond in de meet- en regeltechniek, ben techneut. Destijds werkte ik bij Hoogovens. Vanaf mijn werk schreef ik hun een brief: ‘Pap en mam, jullie hebben altijd Gods liefde voorgeleefd, en mij fantastisch opgevoed. Ik heb een keus gemaakt om God te volgen en wil me laten dopen. Ik respecteer jullie en houd ontzettend veel van jullie.’ Toen ik thuiskwam, was de kou al wat uit de lucht. Ze zeiden: ‘We zijn het niet helemaal eens met je keuze, maar willen wel achter je staan. Dus we gaan naar je doopdienst.’ En ze zaten er. Met uitgestreken gezichten, maar toch. En in de loop van de jaren, toen ik als geluidstechnicus bij de zanggroep de Burning Candles terechtkwam en nog weer later bij Opwekking, kwamen ze zelf ook wat dichter naar God toe. Ik heb ze allebei mogen begraven, en de preek mogen houden. Kostbare herinneringen.”

Mitsen en maren

Joop was vanaf 1974 als vrijwilliger betrokken bij Opwekking, waar hij de geluidstechniek verzorgde. In 1999 volgde hij Peter Vlug op als directeur.
“Dat gebeurde op zo’n wonderlijke manier”, zegt hij. “Terwijl Peter onderweg was naar een conferentie in De Bron, zei de Heer: ‘Je moet Joop Gankema vandaag vragen jou op te volgen.’ Peter zette z’n auto aan de kant, bracht alle mitsen en maren in gebed bij God: ‘Hij heeft nu een prachtige baan…’ – enzovoort. Datzelfde herhaalde zich iets verderop. Toen wist Peter: ik moet het hem vragen.”

En?
Joop schiet in de lach. “Mijn eerste reactie was: ‘Ben jij gek?’ Ik had een prachtige baan, een auto van de zaak, verdiende goed, reisde de hele wereld over en we hadden net een huis laten bouwen in Kampen. Ik dacht: als ik dit Wil vertel, ontploft ze... Maar zij reageerde verbazingwekkend rustig. ‘Alle puzzelstukjes vallen nu op hun plek’, zei ze. ‘Je hebt ervaring met muziek, hebt in allerlei organisaties gewerkt en managementcursussen gevolgd: dit is precies waar God je voor heeft klaargemaakt.’ Maar zelf was ik er nog niet aan toe...”

‘Een woord van de Heer’

De eerstvolgende zondag sprak een oudste Joop aan. “Hij zei: ‘Ik ben een weekje in retraite geweest, en moest veel aan je denken. Ik heb een woord van de Heer voor je. Eén woord. Opwekking.’”
In de drie maanden bedenktijd die Peter hem had aangeboden, kreeg Joop “uit allerlei onverwachte hoeken” dezelfde bevestiging.
“Ik kon er niet onderuit en heb ja gezegd. Voor ons gezin – we hadden pubers en moesten verhuizen naar Harderwijk – was dat een ingrijpende stap. En waarom God uitgerekend deze techneut op die plek wilde hebben? Daar snapte ik niks van. Maar ik heb gezien hoe Hij ons heeft gebruikt. Onder meer via de jaarlijkse pinksterconferenties en de muziek is Opwekking tot grote zegen geworden voor de kerk in Nederland, bijvoorbeeld als het gaat om verbroedering tussen traditionele en evangelische kerken.”

Ik was er klaar voor om God te ontmoeten

De grote Regisseur

Joop, die tegenwoordig voorzitter is van Groot Nieuws Radio, kan in geuren en kleuren vertellen over zegeningen en wonderen die hij de afgelopen decennia heeft meegemaakt. “Op kruispunten in mijn leven sprak Hij – zoals ik Hem rond mijn bekering had gevraagd – inderdaad zelfs rechtstreeks tot mij.”

Maar uit zijn autobiografische boek Mijn leven met de grote Regisseur (2021) blijkt dat hij óók diverse moeilijke perioden heeft gekend. “Ons leven gaat niet alleen maar over rozen”, reageert hij. “Dat is inherent aan de gebrokenheid van deze wereld. Het gaat nu weer goed met haar, maar jaren geleden hoorden we dat bij onze dochter kanker was geconstateerd. Ik heb staan schreeuwen naar God. ‘Hoe kan dit nou? Waar bent U?’ En zelf kreeg ik, rond mijn 55e, een paar hartstilstanden achter elkaar. Op het randje van de dood balancerend, ervaarde ik rust.”

Hoe verklaar je dat?
“Ik was er klaar voor om God te ontmoeten, wat uiteindelijk het allerbelangrijkste is in je leven. Dat is ook de kern van wat Wil en ik onze kinderen en kleinkinderen hebben willen meegeven.”

Als je het geloof niet had…?
“… dan zou ik op moeilijke momenten dwars door alle bodems zijn gezakt. Finaal. Absoluut. Weet je… Na die hartstilstanden moest ik naar de ic, werd aan de zuurstof gelegd en kreeg te horen: ‘Bel je vrouw, het kan vannacht afgelopen zijn.’ Maar ik wist: wat er ook gebeurt, ik sta altijd met mijn voeten op de Rots.”

Joop blijft een paar seconden stil. “Een van onze zoons woont in Duitsland, in Kessel. Hij wacht op een nieuw hart. We zijn gisteren nog bij hem geweest. Het gaat heel slecht. Hoe het afloopt? Geen idee. Je hoopt op en bidt om een wonder. We weten wél waar we de moed en de kracht vandaan halen om door te gaan. Zelfs als álles in je leven stormt, geeft dat rust.”