Ga naar submenu Ga naar zoekveld

‘Kerkverlaters’ aan het woord: 'Luister naar mensen zonder direct een oplossing te geven'

Nederland ‘ontkerkelijkt’ steeds verder. Inmiddels vormen trouwe kerkgangers een minderheid van de samenleving. Bertina van Nieuwenhuizen en Nienke Fousert-Leendertse zijn twee ‘kerkverlaters’ en vertellen hun verhaal.

Deel:

De ontkerkelijking in Nederland zet steeds verder door, blijkt uit cijfers van het CBS. Vorig jaar rekende 42 procent van de Nederlanders zichzelf tot een geloofsgemeenschap, tegenover 53 procent tien jaar eerder. Daarvoor zijn verschillende oorzaken aan te wijzen, vertelt theoloog Stefan Paas (zie kader onderaan) zoals vergrijzing, ruzie in de kerk en mensen die niet meer geloven. Ook Bertina (links op de foto) en Nienke (rechts) gaan om verschillende redenen niet meer naar de kerk.

Geloofsopvoeding

Nienke groeide op in een hervormde kerk midden op de biblebelt. “Ik herinner mij vooral dat we altijd op dezelfde plek zaten, op de galerij. Vanaf daar kon je bijna de hele kerk zien. We moesten heel stil zijn, mochten niet omkijken en kregen tijdens de preek een rolletje snoep.” Er lag naar Nienke’s idee veel focus op de randzaken. “Of je wel of niet op hele noten mocht zingen bijvoorbeeld. Het ging vaak over de buitenkant en de kaders.”

Het is een wereld van verschil met Bertina, die op haar achttiende tot geloof kwam. “Mijn ouders waren wel gelovig opgevoed, maar ik werd daarin heel vrij gelaten. Ik ging wel naar een christelijke basisschool, en voor het eten zeiden we ‘Heere zegen deze spijs’. Dan dacht ik: hè, we eten toch helemaal geen spijs?” Op de middelbare school komt ze in aanraking met de kerk via een klasgenootje. “Zij was gelovig en wat me aan haar opviel was dat ze heel authentiek was. Via haar ben ik tot geloof gekomen. Ik was superenthousiast en werd behoorlijk radicaal. Het geloof heeft duidelijke kaders. Die begrenzing vond ik fijn, juist omdat ik zo vrij was opgevoed.”

Betrokkenheid

Beide vrouwen waren jarenlang ontzettend betrokken bij hun gemeente én bij christelijke evenementen daarbuiten. Voor Nienke begon dat al vroeg. “Als kind ging ik naar de zondagschool. Mijn vader was ouderling, mijn moeder zat op koor en was actief binnen de kerk.” Als ze tien is overlijdt Nienke’s moeder. Nadat haar vader hertrouwt gaat het gezin voortaan naar een vrijgemaakte kerk. “Daar ging ik naar catechisatie (onderwijs in de christelijke geloofsleer, red.), waar ik veel vragen stelde en alles wilde begrijpen. Na het overlijden van mijn moeder zocht ik naar houvast en wilde ik snappen hoe dingen zitten.” Als ze ouder wordt, bezoekt ze meer evangelische kerken en gaat ze regelmatig naar conferenties. “Ik voelde me veilig bij God en ook in het christelijke wereldje. Het gaf mij het gevoel ergens bij te horen.”

Ik heb zóveel tijd in de kerk gespendeerd, dat vind ik eigenlijk niet normaal

Ook Bertina is in haar twintiger jaren een actief lid van haar kerk. “Ik was superbetrokken bij alles. Bij iedere conferentie of worshipavond was ik aanwezig. Op zondagochtend ging ik vóór de normale dienst eerst naar een extra gebedsdienst. Ik fotografeerde en hielp regelmatig met koffie schenken. De eerste zes jaar dat ik gelovig was, was dat echt mijn leven. Als ik terugkijk heb ik zóveel tijd in de kerk gespendeerd, dat vind ik eigenlijk niet normaal.”

‘Kerkpijn’

Wat haar kerkgenoten echter niet zien, is dat Bertina ondertussen veel twijfel en vragen heeft. “Dat speelde enorm op de achtergrond, ik heb dat mijzelf jarenlang ontnomen om maar in het hokje van de kerk te passen. Als ik vragen stelde kreeg ik te horen dat ik een ‘kritische geest’ had. Daar luisterde ik naar, mijn eigen intuïtie en gevoel vertrouwde ik niet.” De kerk die ze op dat moment bezoekt noemt ze ‘behoorlijk extreem’. “Als ik erop terugkijk was die meer cultisch dan kerkelijk. Ik wil niet zeggen dat er bewuste manipulatie was, maar er gebeurde wel veel achter de schermen.”

Het meest heftige voorbeeld daarvan komt aan het licht door een artikel van De Correspondent. “Een meisje uit onze kerk werd al vanaf haar vijftiende misbruikt, door een man die het geloof gebruikte om haar te groomen. Toen ze 23 was kwam dat naar buiten in de kerk, maar daar werd het een buitenechtelijke relatie genoemd. De Correspondent had een geluidsopname van mijn pastor, die zei dat ze beter niet naar de politie kon gaan, omdat de kerk dan slecht in het nieuws zou komen. Ik was furieus toen ik dat hoorde.”

Ik zie Gods liefde niet in de kerk

Rond die tijd blijkt ook nog dat iemand uit het worshipteam, waar Bertina deel van uitmaakt, twee kinderen heeft misbruikt. De kerkleiding wist daarvan, maar de band was niet op de hoogte gesteld. De maat is vol voor Bertina en haar toenmalige man. “We hebben een afscheidsbrief gestuurd, maar daar hebben we nooit een reactie op gekregen, terwijl we ruim zes jaar betrokken waren geweest. Hoe makkelijk je aan de kant werd geschoven is bizar.”

Ze geeft de kerk nog een kans in een andere gemeente, maar vindt het moeilijk om mensen te vertrouwen. Ook krijgt ze hier pijnlijke reacties als ze deelt dat haar huwelijk niet goed loopt. “Ik had geen zin om me steeds weer kwetsbaar op te stellen tegenover mensen die daar vervolgens een oordeel over hebben. Toen besloot ik een pauze te nemen van twee jaar, en sindsdien wil ik niet meer terug.”

Bertina ziet de reacties op haar verhaal al aankomen. “Menig christen zal zeggen: je moet niet naar mensen kijken, maar naar God. Dat zei ik zelf ook jarenlang. Het probleem is dat God in de Bijbel heel duidelijk maakt dat Hij door mensen heen werkt. Zijn liefde zie ik niet, in geen enkele kerk, ik zie alleen maar oordeel en frictie. Ik heb geprobeerd het geloof vast te houden zonder de kerk, maar ik voel de connectie niet meer.”

Niet geloven maar vertrouwen

Voor Nienke ging het verlaten van de kerk meer geleidelijk aan. “Ik was altijd degene die kritische vragen stelde. Ik zag dat andere mensen helemaal op konden gaan in worshipmuziek, maar dat lukte mij niet. Ik vroeg mij af wat ik verkeerd deed, waarom hebben zij wel dat gloria-gevoel en ik niet?”

Ik was het gevecht om het te begrijpen zat

Haar vragen begonnen al jong. “In de kerk die ik eerst bezocht werd gezegd dat je altijd mee moest zingen. In de kerk daarna hoorde ik dat als je meezingt en het niet meent, je eigenlijk aan het vloeken bent. De één zegt het één, de ander zegt het ander, maar hoe bepaal je met wie je meegaat?” Ook het sterven van Jezus aan het kruis vindt ze ingewikkeld. “Als je daar vragen over stelt, komt het antwoord er vaak op neer dat het gewoon zo is. ‘Het heet niet voor niets geloven,’ zeggen mensen dan. Daar kan ik niet zoveel mee.”

Na haar trouwen bezoekt ze nog een tijdje verschillende kerken, maar langzaamaan stopt ze met gaan. “Ik was altijd zó aan het strijden om het geloof te begrijpen. Dat gevecht was ik zat. Ik voel mij nu een stuk rustiger, al mis ik soms de warmte en nostalgie van een kerk”

En heeft ze nog wel ‘iets’ met God? “Ik dacht al dat die vraag zou komen. Het kan per dag wisselen. Ik heb zeker iets met God, maar wat dat is kan ik niet onder woorden brengen. Ik geloof niet per se in God, ik vertrouw eerder. Geloven klinkt als iets actiefs, dat je moet kunnen uitleggen. Ik vertrouw vooral dat het goedkomt, dat iets groters het geheel bij elkaar houdt. Iets dat veelomvattender is dan het hier en nu.”

Verschillende perspectieven

Wat Nienke mensen graag mee wil geven is dat jouw perspectief niet per se het enige juiste is. “Er is een nummer van Marc Broussard, I’ll never know, waarin hij zingt dat iedereen een eigen verhaal te vertellen heeft. Niemand weet wie er gelijk heeft.”

Als alle kerken zouden verdwijnen zou dat me wel raken

De kerk an sich vindt ze trouwens niet verkeerd. “Het past alleen niet zo bij mij als persoon, maar ik denk dat anderen er veel warmte kunnen ervaren. Als je zou zeggen dat alle kerken verdwijnen, zou dat me wel raken. Toen mijn moeder overleed kregen we wekelijks hulp van verschillende mensen uit de kerk, die dat voor niets deden. Als ik negatief over de kerk praat, steekt dat daarom wel een beetje. Ik kom zelf alleen dichter bij de essentie van het leven door met mijn gezin door de duinen te fietsen, boeken te lezen en goede gesprekken te voeren met vrienden.”

Bertina sluit af: “Iedereen moet zelf weten wat ze geloven, maar het is niet voor mij. Ik snap dat dat vanuit de christelijke wereld moeilijk te bevatten is. Je wil dat iemand gered is, dat begrijp ik, maar dat is jouw geloof. Ik hoef daar niets mee.”

Ze hoopt dat christelijke lezers door de ogen van Jezus naar anderen kijken, en niet door regels heen. “Wees gewoon lief voor mensen, zorg voor ze en luister naar ze zonder een oplossing te bieden. Als je gelooft dat God er is, vertrouw er dan op dat Hij zorgt voor redding.”

Theoloog Stefan Paas over ontkerkelijking

“De trend die we op dit moment zien is dat kerken nog altijd leden verliezen, vooral de Katholieke Kerk. Het idee dat massa’s mensen niet meer naar de kerk willen, klopt niet helemaal. Vergrijzing is de grootste oorzaak, er sterven meer kerkgangers dan er geboren worden.
Daarnaast zijn er verschillende andere redenen dat mensen de kerk verlaten, van een ruzie tot het kwijtraken van je geloof. Vroeger bleef je misschien nog lid door de sociale druk, ook als je het niet zo geloofde, maar dat is in deze tijd niet zo gebruikelijk. Mensen binden zich überhaupt minder snel. Zo zien ook politieke partijen hun ledenaantallen dalen. Wat verder een rol lijkt te spelen is hoe gezinsgeoriënteerd veel kerken zijn, na een scheiding kan het bijvoorbeeld lastig zijn om te blijven.

Hoe de toekomst van de kerk eruit zal zien is een beetje koffiedik kijken. Ik verwacht dat over een jaar of dertig veel kerken samenkomen in huizen, omdat het huren van een kerkgebouw te duur wordt. Er komt dan een samenspel tussen simpel te onderhouden samenkomsten en grotere kathedralen die materialen als bijbelstudies en muziek produceren.

Zelf ben ik daar vrij ontspannen over, zolang er de mogelijkheid blijft om betrokken te zijn bij een gemeenschap. Jezus gebruikt het beeld van de Kerk als het zout van de aarde. Dat is per definitie een klein snufje om het geheel op smaak te brengen, een bord vol zout eet niemand. Misschien is het goed om ook zo naar de kerk te kijken: als een kleine minderheid die een verhaal heeft. Ik denk dat christenen in het westen er goed aan doen om te beseffen dat veel christenen op de wereld niet anders gewend zijn dan een minderheid te zijn.”

Hanneke: ‘Ik wilde mijn twijfel over het geloof net zo serieus nemen als al die jaren bijbelstudie’

Lees ook over:

Hanneke: ‘Ik wilde mijn twijfel over het geloof net zo serieus nemen als al die jaren bijbelstudie’

Geschreven door

Lonneke Tijhof

--:--