Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Kirstens zoon is transgender: 'Ik heb vreselijk gerouwd om het verlies van mijn dochter'

Nu begeleidt Kirsten andere ouders van transgenderkinderen in het vaak onbegrepen rouwproces

“Ik ben een jongen!” riep de 9-jarige Emma op een herfstige dinsdagochtend. Moeder Kirsten Visser moest in de daaropvolgende jaren afscheid nemen van haar dochter. Nu begeleidt ze andere ouders van transgenderkinderen in het onbegrepen rouwproces: “Hoe leg je uit dat je rouwt om het verlies van een kind dat nog leeft?”

Deel:

“Mam, wanneer krijg ik een piemeltje?” vraagt de 3-jarige Emma terloops terwijl ze in de tuin speelt. “Je bent een meisje, je krijgt geen piemeltje,” reageert haar moeder. Emma laat het antwoord even op zich inwerken, en speelt weer verder. 

Kirsten Visser – de moeder in dit verhaaltje – herinnert zich dit voorval nog goed. Want in de maanden die volgen, komt de vraag vaker voorbij. “Achteraf gaf Emma hiermee al de eerste signalen af,” vertelt ze. “Als ouders dachten we lange tijd dat het een fase was. Toen ze ouder werd en zelf haar kleding mocht kiezen, kwam er alleen nog jongenskleding in. Het leek wel of ze een extra zintuig had voor alles wat van de meidenafdeling kwam. Hoe stoer het ook was: ze wilde het niet hebben. En dus lagen er al vrij snel Spider Man-pyjama’s en Cars-truien in de kast. Haar blonde lokken werden korter, want de jongens op school hadden stekeltjes en dat was wel heel stoer. ‘Wacht maar tot de puberteit gaat razen,’ zeiden mijn man en ik tegen elkaar. ‘Dan komt ze vast op een dag in zo’n ultrakort rokje van de trap en denken we met weemoed terug aan haar jongenskleren.’” Maar dat ultrakorte rokje kwam er niet.

Opeens viel het kwartje: dit zou weleens níét een fase kunnen zijn

‘Ik ben een jongen!’

“Emma was 9, bijna 10, toen ik merkte dat haar iets dwarszat,” vervolgt Kirsten. “Maar hoe ik ook probeerde, ik kreeg het er niet uit. Op een dinsdagochtend na de herfstvakantie had ze weer eens knallende ruzie met haar jongere broertje. Ik was het spuugzat. ‘Nu wil ik weten wat er is!’ schreeuwde ik recht in haar gezicht. Ik was nog niet uitgesproken, of het antwoord kwam vanuit haar tenen: ‘Ik ben een jongen!’ Terwijl ik neerplofte op de keukenstoel, viel opeens het kwartje: dit zou weleens níét een fase kunnen zijn. Toen ze eenmaal naar school was, heb ik direct een afspraak gemaakt met de huisarts. Daarna ben ik achter de computer gekropen en heb ik de rest van de dag alleen nog maar zitten lezen, lezen, lezen. Hoe wist ik dit nu zeker? Want er hangen wel belangrijke keuzes vanaf – dacht ik toen.”

Je maakte direct een afspraak met de huisarts. Stapte je daarmee meteen in een rollercoaster?

“Nou, dat valt reuze mee. Bij de huisarts kregen we een verwijzing naar de genderpoli van VU medisch centrum (sinds 2018 gefuseerd met Amsterdam UMC, red.). En toen stonden we weer stil. De wachttijd van de genderpoli was namelijk een jaar. Ondertussen ontwikkelde Emma zich. Ze kwam vroeg in de puberteit, begon borsten te krijgen en te menstrueren. Ze had er een bloedhekel aan. Dan is wachten pittig. We belden regelmatig: ‘Zijn we al aan de beurt?’ En verder probeer je zo goed en zo kwaad als het gaat door te gaan.”

Je zoon die je aankijkt en zegt dat hij niet meer wil leven, dát is heftig

En dan ben je aan de beurt. Moet je dan meteen grote beslissingen maken?

Kirsten schudt haar hoofd: “Ik zat toen heel anders in de race dan nu. Je komt eerst in een diagnostiektraject terecht. Dat is puur een labeltje dat je op zo’n kind plakt – daar is niets onomkeerbaars aan. Ook puberteitsremmers zijn omkeerbaar. De allereerste onomkeerbare stap is het geven van cross-sekse hormonen, in ons geval testosteron. Maar we vergeten weleens dat het óók onomkeerbaar is dat een kind emotionele schade heeft opgelopen doordat hij borsten kreeg en ging menstrueren. Om een voorbeeld te geven: de emotionele schade door het menstrueren was zo groot, dat Sietse in de zomer van 2021 zijn eierstokken en baarmoeder liet verwijderen. Hij had op dat moment al zes jaar niet meer gemenstrueerd, maar hij wilde honderd procent zeker weten dat het ook nooit meer zou gebeuren. Zo beschadigd is hij daardoor geraakt.”

Willemien heeft twee transgenderkinderen en een non-binair kind

Lees ook over:

Willemien heeft twee transgenderkinderen en een non-binair kind

Intens blij met recept voor testosteron

Na een korte stilte vervolgt Kirsten zachtjes: “Weet je, je groeit als ouders ook mee in dat proces. Toen ik Emma aanmeldde bij de VU, sloeg alleen al de gedachte aan hormonen en operaties me compleet uit het lood. Maar ik zie mezelf nóg zitten bij de apotheek met het eerste recept voor de testosteron. Ik was zo intens blij voor hem. Waarom? Omdat ik hem steeds meer zichzelf zag worden. Hij werd opener, baldadiger en durfde steeds meer als jongen te leven. Emma had die eigenschappen ook al in zich, maar was veel schuchterder.”

Maar Sietse is niet zomaar aan de hormonen gegaan. Toen hij twee jaar aan de puberteitsremmers was, raakte hij depressief. Kirsten: “Alle jongens om hem heen kwamen in de hormonale puberteit, maar hij stond stil. Op een donderdagmiddag vroeg hij hoelang hij nog moest wachten. ‘Je bent nog geen 16,’ reageerde ik, ‘en je zit nog niet drie jaar aan de puberteitsremmers. Je moet zeker nog een jaar wachten.’ Toen was hij even stil, en zei hij: ‘Dat trek ik niet. Dan wil ik niet meer leven.’ Toen heb ik alles op alles gezet om hem aan de testosteron te krijgen.”

Vreselijk gerouwd

De buitenwereld denkt vaak dat de cross-sekse hormonen een enorme stap zijn, weet Kirsten. Maar wat haar betreft zit de heftigheid vaak in andere dingen dan mensen verwachten. “Je zoon die je aankijkt en zegt dat hij niet meer wil leven, dát is heftig. Of je kind dat weigert maandverband te dragen – en dus met een stapel onderbroeken naar school gaat en ieder uur de vieze in de prullenbak gooit – dát is heftig. Of je kind aanmelden bij een voetbalclub, en horen dat hij wordt afgewezen omdat hij transgender is en ze pestgedrag verwachten. Dát aan je kind uitleggen is heftig.”

Heb je goede begeleiding gekregen als ouder?

Ze lacht met grote uithalen. “Nee. Ik was degene die bij iedereen thuis checkte of het goed ging. Maar onder de oppervlakte heb ik vreselijk gerouwd om het verlies van mijn dochter. Daar ben ik vrijwel alleen doorheen gegaan. Ik heb er lang mee geworsteld, want waarom voelde ik dit? Toen ik zwanger was, maakte het toch ook geen bal uit of het een jongen of een meisje was?”

Túúrlijk hield ik van hem als jongen, maar ik heb ook een dochter gehad

Heb je daar een antwoord op gevonden?

Ze knikt: “Op het moment dat je kind wordt geboren, wordt er ook stiekem een spreekwoordelijke pallet bij je achterdeur afgeleverd. Die pallet zit vol wensen, verlangens en dromen voor je kind. Dat doe je niet bewust, dat gebeurt gewoon. En ik moest afscheid nemen van de onbewuste gevoelens. Túúrlijk steunde ik mijn kind, túúrlijk hield ik van hem als jongen. Maar ik heb ook een dochter gehad. En ik vond het heel moeilijk om daar afscheid van te nemen.”

Van welke dochter moest je afscheid nemen?

“Mijn dochter zal dus nooit zwanger worden, dacht ik. Sterker nog: zal hij überhaupt ooit kinderen krijgen? Daar had ik het moeilijk mee. Ik was intens verdrietig over het verlies van mijn dochter. Als kinderen overlijden, kun je erover praten, die naam nog noemen en kan de foto overal hangen. Maar mijn kind wil als een jongen door het leven – ik kan bepaalde foto’s niet meer laten hangen. En wat vieren we op verjaardagen? Want toen is Emma geboren, en niet Sietse. En als we het dan over Sietse hebben, voelt het alsof ik Emma verloochen. Daar heb ik enorm mee geworsteld. Wat blijft er nou van Emma over?

Toen Sietse 16 werd, heeft hij zijn naam en geslacht laten aanpassen bij de burgerlijke stand. Ik heb hem gevraagd of hij Emma als tweede naam wilde houden, en dat heeft hij gedaan. Andere mensen zullen dat misschien stom vinden, maar voor mij bleef Emma daarmee bestaan. Of ze verdween in ieder geval niet helemaal.”

‘Sietse is gewoon Sietse’

Nu begeleidt Kirsten zelf ouders van transgenderkinderen met haar organisatie Trans-parents. “Ik organiseer gratis online meetings om ouders bij elkaar te brengen,” vertelt Kirsten. “En ik begeleid ouders een-op-een als ze door willen praten. Dat zijn trouwens niet alleen ouders van jongeren, maar opvallend vaak ook ouders van volwassen kinderen die in transitie gaan. Die voelen zich helemáál verloren. Ik ging met mijn kind naar alle bezoeken bij de VU. Maar ouders van kinderen die als volwassene in transitie gaan, horen het soms pas als hun kind de diagnose al heeft. Dan loopt het kind lichtjaren vooruit op de ouder, met alle problemen van dien.”

Het beste van Opgroeien & Gezin tweewekelijks in je mail?

Meld je aan voor onze nieuwsbrief.

Voornaam
E-mailadres

Lees onze privacyverklaring.

Hoe gaat het nu met Sietse?

“Goed! Sietse is gewoon Sietse, en leeft zijn leven zoals menig 21-jarige: hij heeft vrienden, gaat uit, hij werkt. Hij is heel open over het feit dat hij niet als jongen is geboren. Al zijn vrienden en collega’s weten het, en toch speelt het geen enkele rol.”

Wat voor relatie heb je met je zoon?

“Die vraag kunnen we beter aan hem stellen, hij is thuis. Siets, kom eens! Ik heb een journalist aan de lijn die vraagt hoe onze relatie is. Ik vind dat wij een hele goede band hebben.”

Sietse mompelt iets onverstaanbaars, maar lijkt het er niet mee eens.

Kirsten: “Wat ik er nog aan toe moet voegen, is dat wij net zoals iedere moeder en zoon weleens bonje met elkaar hebben.”

Sietse: “Haha! We hebben altijd bonje, het is nooit leuk met elkaar.”

Kirsten: “Niet waar! Volgens mij hebben wij heel weinig ruzie. Onze band is ook zo goed omdat we samen veel beleefd hebben.”

Sietse: “Én omdat ik de grappigste thuis ben.”

Kirsten: “Ik zou zeggen: omdat ik niet de allermoeilijkste moeder ben.”

Ik hoor het al: jullie spelen er allebei een grote rol in.

Kirsten: “Ja, haha! Zoals je merkt, kunnen we met elkaar keten en elkaar ontzettend in de maling nemen. Maar met mijn andere zoon heb ik ook een goede band. Het is wel anders, maar dat is omdat het kind anders is. Net zoals in elk gezin.”

Geschreven door

Arianne Ramaker

--:--