Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Lazarus staat op | Hoe leer je om het uit te houden als alles afwezig is wat je nodig hebt?

Rikko geeft op de vroege ochtend inspiratie om de dag bewust te beginnen. Hij leest om 6 uur de teksten uit een oud kerkelijk leesrooster en zo rond 7 uur deelt hij de gedachte die dan op-popt. Elke werkdag te lezen en te beluisteren.

Deel:

Over het oefenen van lichaam en ziel - PopUpGedachte maandag 17 januari

De wind jaagt golfjes op het water, het vriest niet maar het is nou ook weer niet zo dat het veel scheelt. Ik sta al te rillen, maar maan mezelf tot rust. Het is maar water, je zwemt wel vaker, rustig doorstappen. En samen met een koudwaterzwemmende vriendin stap ik de zijarm van de IJssel in. Adem in, adem uit. En zwemmen maar.
‘Vecht niet tegen de kou,’ zegt ze.  ‘De kou is je vriend’. Nou dat ervaar ik op dit moment niet helemaal per se. Achteraf sta ik ongecontroleerd te rillen en ben dik tevreden. Lekker, de razende tinteling van de kou, het jagende bloed. Het zou alleen handig zijn als ik de mok thee stil kon houden, maar dat is wat teveel gevraagd. Trillingen all over.

Koudwaterzwemmen is een mentale en fysieke oefening. En misschien wel in die volgorde. Het leert je overwinnen, het bepaalt je bij het lijf, het geeft vertrouwen. De geleerden zijn het er nog niet helemaal over eens wat de precieze waarde is, maar de zwemmers, juist in de koude delen van Europa, zweren erbij.

Het gaat vandaag in de lezing van de dag over ‘vasten’ en dat is net zoiets als koudwaterzwemmen. Tenminste, zo kan het voelen. Je vrijwillig comfort ontzeggen om je beter te voelen, om je stil te zetten, een mentale en fysieke oefening en misschien wel in die volgorde. Ziel, en dan lichaam.

Er gebeurt iets boeiend in de tekst van vandaag, want terwijl goeroe’s normaal gesproken dat soort oefeningen aanleren: de beste meditatie, ijsblokjesbaden met ademhalingsoefeningen, kloosters met de strengste stilte regelingen – hoe strenger, hoe intenser, hoe groter de goeroe – maar niet zo met Jezus. Het tegenovergestelde eigenlijk. Dit staat er:

Toen de leerlingen van Johannes en de Farizeeën eens een vasten­dag hielden, kwam men Jezus vragen: ‘'Waarom vasten de leerlingen van Johannes en die van de Farizeeën wel, maar uw leerlingen niet? Jezus sprak tot hen: 'Kunnen dan de vrienden van de bruidegom vasten, terwijl de bruidegom bij hen is? Zolang zij de bruidegom in hun midden hebben, kunnen ze niet vasten. Er zullen echter dagen komen dat de bruidegom van hen is weggenomen en dan, in die tijd, zullen ze vasten.

Er wordt hier een functie aan vasten en religieuze rituelen toegekend. Aan oefeningen van het lichaam, de geest, de ziel. En de functie is de verwachting dat je leert het uit te houden in de afwezigheid van dat wat je nodig hebt. Daar gaat heel veel religie om toch? Verwachten dat het ooit eens mocht staan te gebeuren dat... Dat de hemel op aarde komt, dat Jezus terugkomt, dat een God de wereld komt rechtzetten.

Punt is dat je zo vast kunt gaan zitten in je beeld van dat wat komen moet, dat je het niet herkent als het gebeurt. Of het niet wilt herkennen, omdat je graag wilt dat het verschijnt op jouw manier. Zo kan het bijvoorbeeld in de liefde werken; al die tijd wachten op de prins op het witte paard, terwijl de partner van je leven – degene die niet alles in je leven oplost, maar met wie je samen al werkende weg het leven leert ontdekken – al die tijd al in je buurt was.

Oefening, afwachten, hopen op – het heeft z’n waarde, maar Jezus van Nazareth stelt hier dat de rituelen waarin dat wachten gegoten is: vasten, tempeldienst, etcetera – dat die wel even op pauze mogen, want dat wat ze verwachten is begonnen. Met de komst van de man van Nazareth. Als die weer vertrekt, is er een nieuw vasten, nieuwe oefeningen: nu niet meer van de verwachting, maar van het bepalen bij de realiteit, bij het verleden. Religieuze rituelen zouden nu – gezien dit verhaal – de functie moeten hebben van terugblik en herinnering: het is er al.

Zoals je druipend uit dat koude water stapt en realiseert dat het lijf dit gewoon kan. Dat je weleens bang bent voor dingen die je niet kunt, dat je bang bent dat je niet sterk, energiek, aanwezig genoeg zult zijn voor dat wat er komt. Maar als je de kou kunt hebben, zij het met trillende handjes, dan komt de rest ook wel goed. Herinneringen aan dat wat is. En dat dan maar ter hand nemen. Het goede, het ware, het liefdevolle. Niet als utopie, maar als werk-werkelijkheid onder handbereik.

Tot zover vanochtend. Een hele goede maandag gewenst. En vrede, en alle goeds.

Hier vind je drie tekstgedeelten die Rikko vanochtend las.

Geschreven door

Rikko Voorberg

--:--