Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Lazarus staat op | Een storende God

Rikko geeft op de vroege ochtend inspiratie om de dag bewust te beginnen. Hij leest om 6 uur de teksten uit een oud kerkelijk leesrooster en zo rond 7 uur deelt hij de gedachte die dan op-popt. Elke werkdag te lezen en te beluisteren.

Deel:

Een storende God – PopUpGedachte maandag 31 januari 2021

We hebben zo onze manieren van doen ontwikkeld. Niet dat het allemaal van een leien dakje gaat in de wereld, integendeel. Maar je doet je best met elkaar. Je doet een poging om eerlijk te leven, je bent heus geen heilig boontje maar je zet je echt wel in. Je hebt je verzoend met het feit dat je niet al je kleding fair kunt kopen, maar je kunt wel minderen. En eten en drinken, vegetarisch is al heel wat. Dat al die spullen nog in plastic zitten (en in royale hoeveelheden), ja dat is vervelend, maar je kunt niet alles.

Het is storend als er te hard gewezen wordt op het onvolmaakte. Als er te weinig oog is voor hoe de dingen nu eenmaal gaan. Ik lees vandaag weer over hoe de Eeuwige inbreekt in de geschiedenis, in de verhalen over Jezus van Nazareth – en je denkt zomaar dat eindelijk dan de machten en de slechten ervan langs krijgen en jij en ik ruimte krijgen om te ademen.
Maar is dat wel zo? Of is de aanwezigheid van zoveel bijna dwingende goedheid ook een bedreiging? Ik lees vanochtend hoe Jezus van Nazareth een arm, door stemmen en ‘demonen’ zoals het er staat, geplaagd mens tegemoet treedt. Of eigenlijk komt de door stemmen geplaagde mens hem tegemoet. Dit staat er:

Toen hij Jezus in de verte zag, rende hij op Hem af en wierp zich voor Hem neer, en luid schreeuwend zei hij: ‘Wat heb ik met Jou te maken, Jezus, Zoon van de allerhoogste God? Ik bezweer Je bij God: doe me geen pijn!’ Want Hij had tegen hem gezegd: ‘Onreine geest, ga weg uit die man.’ Jezus vroeg hem: ‘Wat is je naam?’ En hij antwoordde: ‘Legioen is mijn naam, want we zijn met velen.’  (NBV21)

En automatisch identificeer je de man als de zieke, jezelf als de gezonde en is het prettig dat de gestoorde mens zich weer bij ons voegt. Echter, als de dorpelingen horen hoe deze Jezus van Nazareth de man heeft genezen (en hoe dat op onnavolgbare wijze een kudde varkens fataal is geworden) vragen ze hem om de streek te verlaten. Ze zeggen hetzelfde als de schreeuwende demonen, maar dan keurig: kwel ons niet. Verlaat de streek. Het is niet te doen, die combinatie van jouw aanwezigheid en het ritme van ons leven.

In De Gebroeders Karamazov van Dostojevski komt Jezus van Nazareth weer eens op aarde kijken, in Sevilla. In de kathedraal daar wordt het lijkkistje van het zevenjarig -enig- dochtertje van een aanzienlijke inwoner binnengedragen. Op het moment dat Jezus het kind tot leven wekt, passeert de zogenoemde ‘grootinquisiteur’ de kathedraal. Het is een rijzige grijsaard van bijna negentig jaar. Hij heeft alles gezien en beveelt zijn wacht die man te grijpen. De garde brengt de gevangene naar een duistere cel in de kelders van het heilige gerechtshof en sluit hem daarin op. De oude inquisiteur betreedt de gevangenis en spreekt Jezus aan met onder andere de volgende woorden: 'Maar u hebt het recht niet om nog iets toe te voegen aan uw woorden van vroeger. Waarom bent u ons komen hinderen? Waarom bent u ons voor de voeten komen lopen? Morgen zal ik u tot de brandstapel veroordelen en laten verbranden als de ergste ketter.'

Een scène die tot de dag van vandaag overal tot de verbeelding spreekt en geciteerd wordt in talloze literatuur. Waarom? Omdat het blijkbaar herkenning brengt, niet over het kwaad van de ander, maar over onszelf en onze heilig verklaarde systemen, ons eigen privéterrein – afgeschermd van inmenging inclusief de inmenging van de Eeuwige zelf. Waarom komt u ons hinderen? Kwel mij niet, zegt de bezeten mens, in Godsnaam nog wel.

Onze religieuze systemen zijn soms net zo goed een middel om ons God van het lijf te houden. Of de aanspraak van het Goddelijk goede. Omdat het erkennen van onvermogen en soms domweg onwil een pijnlijk ingewikkelde zaak. Het helpt al een beetje om me niet automatisch te identificeren met de genezen mens in dat verhaal. Niet uit masochisme, maar uit realiteitszin. Mag de Eeuwige mijn leven verstoren? Liever niet.

Maar wie verder leest over de genezen bezetene ziet, vindt iemand in rust, echte rust. En dat verlangen? Misschien kan het net de trigger zijn om de lieve vrede te laten verstoren om door de storm van vandaag heen, rust te vinden. Echte rust.

Tot zover vanochtend. Een hele goede maandag gewenst. En vrede, en alle goeds.

Hier vind je drie tekstgedeelten die Rikko vanochtend las.

Geschreven door

Rikko Voorberg

--:--