Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Marianne Witvliet vertelt over haar boek 'Als je verdwaalt'

'Mijn redacteur heeft wel eens gezegd: 'Gooi alsjeblieft een paar meeuwen uit dat boek!''

Marianne Witvliet was nooit van plan schrijfster te worden, maar schreef met plezier haar nieuwste roman Als je verdwaalt. “Ik vind schrijven leuk omdat het iets scheppends is. Je creëert iets. En daar word ik heel erg blij van.”

Deel:

“Ik heb nooit de intentie gehad om professioneel te worden, maar ik was wel altijd met schrijven bezig. Als kind hield ik dagboeken bij en op de middelbare school schreef ik samen met een vriendin een roman.” Ze lacht: “De jongens uit de zesde klas speelden daar een grote rol in. Het was echt niet serieus.

Ik ben zeventien keer verhuisd

Ik ben verpleegkundige geworden. Daarna heb ik maatschappelijke gezondheidszorg gestudeerd in Groningen. Ik had een ontzettend leuke baan als docent Verloskunde op het UMCG. Ik trouwde met een arts en ik kreeg kinderen. Toen heb ik een tijdje freelance gewerkt, omdat hij altijd weg was. Met de kinderen kon ik niet fulltime werken. Op de een of andere manier zaten we ook altijd in de verbouwing. Ik ben zeventien keer verhuisd sinds mijn geboorte.

Toen ik zwanger was van mijn vierde, na de zoveelste verhuizing, ging mijn man bij me weg. Dat is een heel zware periode geweest. Ik werd een alleenstaande moeder met vier kinderen. Ik dacht: ik moet iets doen om geld te verdienen en ook zoveel mogelijk thuis te blijven. Ik ben eerst tekenlessen gaan geven. Dat tekenen zit een beetje in de familie. Mijn oom was kunstenaar en mijn opa gaf mij tekenles.

Pantoffeltje

Hoe ik uiteindelijk begon met schrijven? Dat is nog altijd een grappig verhaal. Op een dag kwam een journalist met zijn vrouw op bezoek. Ik kende hem nog van vroeger. Hij liet een pantoffeltje liggen van een van zijn kinderen. Dat pantoffeltje stuurde ik naar hem op met een brief. Naar aanleiding van die brief zei hij: jij gaat columns schrijven. Toen ben ik eigenlijk zomaar uit het niets begonnen met De schetsen van Anne. Dat ging over mijn kinderen. Ik schreef met veel zelfspot over wat er allemaal misging in de opvoeding. Ik was een alleenstaande moeder met vier kinderen en een hond. Bijna met galgenhumor schreef ik. Op die columns heb ik zoveel leuke reacties gekregen. Achteraf was het een heel mooie manier om mijn scheiding te verwerken.

Marianne Witvliet: ‘Ik heb mezelf nooit als schrijver gezien’

Ik vind mezelf altijd meer een ambachtelijk iemand dan een kunstenaar. Zowel als tekenaar als schrijver. Ik heb mezelf dus ook nooit als schrijver gezien. Mijn redacteur wel. Zij zei tegen me: ‘Marian, jij bent echt een schrijver.’ Als je verdwaalt is het eerste boek dat ik schreef, zonder dat het moest. Ik had ontzettend veel plezier in dit boek. Hier zit gewoon veel meer humor in dan mijn andere boeken. Ik heb bij de presentatie gezegd: dit is het eerste boek dat ik heb geschreven omdat ik een schrijver ben. Voor mij was dat een verrassende ontdekking. Omdat ik altijd bezig was mijn gezin te onderhouden. Nu is dat niet meer nodig. Ik vind schrijven leuk omdat het iets scheppends is. Je creëert iets. Daar word ik heel erg blij van.

Koffie

Het landgoed uit Als je verdwaalt bestaat echt. Ik ontmoette de eigenaresse na de presentatie van een boekje over landgoederen, waar ik een artikel voor schreef. Na afloop kwam er een vrouw naar me toe. Ze zei: Mag ik je wat vragen? Wil je een keer bij mij op de koffie komen? Toen ben ik tien jaar lang te gast geweest op haar landgoed. Ik heb in die tien jaar een dagboek bijgehouden. Ik had altijd het gevoel: daar moet ik eens iets mee doen.

Wat daar gebeurde drong pas veel later tot me door

Als je verdwaalt

Alle personages berusten op mensen die ik daar echt ontmoet heb. Het verhaal van de rentmeester is waargebeurd. Hij leeft al lang niet meer. Wat daar gebeurde, drong pas veel later tot me door. Hoe die rentmeester dat landgoed in zijn bezit kreeg. Dat is allemaal echt gebeurd. Ik had er een horrorverhaal van kunnen maken. Annetje kende ik goed. In het echt heette ze natuurlijk niet zo. Ik kwam haar altijd tegen als ik naar het landgoed ging. Bé kende ik alleen vanuit de verte. Annetje en Bé moesten inderdaad hun huis uit omdat de rentmeester daar ging wonen. Natuurlijk vervorm je dingen. Juda is bijvoorbeeld iemand die volkomen uit de lucht gegrepen is. Ook heb ik ervoor gezorgd dat je de personages niet herkent. Ik wil niemand kwetsen.

Ik ben onlangs nog op het landgoed geweest. Het is helemaal gerestaureerd. Het heeft een aantal jaren leeggestaan en nu is het in ere hersteld. Ik mocht het van onder tot boven bekijken. Het was ontzettend leuk om te zien hoe mooi het nu weer is. 

Een mix van twee

Ik ben een beetje een mix tussen Jip en Karli, de hoofdpersoon en haar moeder. Ik ben net als Karli ook journalist geweest. Toen ik mijn kinderen opvoedde, heb ik veel persreizen gemaakt. Dan bleven mijn jongste dochter en zoon thuis. Die konden dat. Ze waren toen elf en veertien. Ik was dan gewoon drie dagen in Frankrijk. Dat zou ik met mijn oudste twee kinderen nooit gedaan hebben, maar met de jongste twee ging dat perfect. De buren wisten dan natuurlijk dat ik drie dagen weg was. Maar als ik terugkwam was mijn huis schoon. Echt waar!

'Ik zou absoluut geen orde kunnen houden op een middelbare school’

Wat Jip betreft: het was ontzettend leuk om iemand te bedenken die geen orde kon houden op school. Dat is heel herkenbaar voor mij. Ik ben absoluut geen leider. Ik ben een volger en een pleaser, maar ik heb vier kinderen die leiders zijn. Je kunt je voorstellen hoe de opvoeding af en toe heel moeilijk voor mij was. Ik zou absoluut geen orde kunnen houden op een middelbare school. Dan zou ik echt van tafel geveegd worden. Ik vond het prachtig om me voor te stellen hoe Jip die klas onder de duim moest zien te houden.

Ik herken veel van mezelf in Jip. Vooral dat onlogische, dat was heerlijk om erin te leggen. Ook ik kan super-onlogisch zijn. Ik zit veel meer in mijn emotie en mijn gevoel. Ik kan heel gauw verdwalen in discussies, omdat ik mijn ratio niet goed kan inschakelen. Ik accepteer dat nu gewoon van mezelf hoor. Je zwakheden zijn ook vaak je kracht. Ik ben nu op een leeftijd waarop ik blij ben met wie ik ben.

Vijf schapen

Het was ontzettend leuk om een decor te beschrijven dat ik heel goed kende. Mijn beste vondst was dat Jip met die schapen over het boek Job gaat praten. Ik was zelf ook in Job bezig. Het is een van mijn lievelingsboeken. Misschien wel door al het verdriet dat ik zelf in mijn leven heb meegemaakt, maar ik vind het ook zó literair wat taal betreft. Er was op dat landgoed ook echt een kudde van vijf schapen. Je krijgt snel iets gekunsteld in een christelijke roman. Ik had ook Bé kunnen laten preken, maar dat wilde ik niet. Het moet iets speels en indrukwekkends hebben. Dus die schapen vond ik een goede vondst van mezelf. En een kudde is natuurlijk ook heel bijbels,” voegt ze er ondeugend aan toe.

Roodborstje

Ik wil mensen hoop en vertrouwen meegeven met Als je verdwaalt. Dat er met al je verdriet altijd momenten komen waarop het weer beter gaat. Ik wandel veel. Als ik buiten loop en al die kleuren zie…

Mijn redacteur zei: ‘gooi asjeblieft een paar meeuwen uit dat boek!’

Of ik zie drie bloeiende vlasleeuwenbekjes en die zet ik thuis in een vaasje. Er is zoveel klein geluk. Soms zit ik ’s avonds en dan hoor ik opeens de bosuil. Daar kan ik zo blij van worden. Er zitten tot mijn schrik wel 49 vogelsoorten in dit boek. Daar kwam mijn dochter achter. Mijn redacteur heeft wel eens gezegd: ‘Gooi alsjeblieft een paar meeuwen uit dat boek!’

Het is een soort passie van me om mensen daarop te wijzen. Als ik buiten loop met mijn kleinkind of mijn dochter en ik hoor een roodborstje zingen, zeg ik: ‘Hé kijk, je hoort een roodborstje.’ Dat is dan een klein gelukje. Het valt me op dat heel veel mensen daar de tijd en rust niet meer voor hebben. Ja, je mag streven naar een mooi huis en een goede baan, maar het moet nooit ten koste gaan van die kleine momenten.

Ik kijk elke avond naar de sterren

Mijn leven was een soort achtbaan. Ik heb alleen vier kinderen opgevoed. Ik heb een carrière moeten bouwen om mijn gezin te onderhouden. Je kan jezelf daar compleet in verliezen. Ik heb juist geleerd om mijn ontspanning te vinden door bijvoorbeeld naar buiten te gaan en naar de sterren te kijken. Dat doe ik nog steeds elke avond.

Ik hoop dat mensen blij worden van dit boek. Dat ze naar buiten kijken en denken: Ja, wat is het eigenlijk mooi.”

Bij Eva Leest, de boekenclub van Eva, verdiepen we ons elke maand in een nieuw boek. Doe je mee?

--:--