Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Met z’n zessen in een containerhuis middenin de polder

‘Het kleiner wonen heeft ons laten zien hoe fijn ‘wij’ is’

Claudia van Twillert (38) verhuisde bijna twee jaar geleden van een vierlaagse hoekwoning in een dorp naar een ‘tiny house’ middenin de polder. Tijdelijk, dat wel, maar voor een gezin met vier opgroeiende kinderen een behoorlijke uitdaging. Claudia zelf ziet de periode in haar ‘keetje’ vooral als een goede leerschool voor zichzelf. “Nu ik alle seizoenen heb doorgemaakt, begin ik het platteland een beetje te snappen.”

Deel:

Haar man Gert (42) liep al jaren rond met de stille wens om terug te keren naar zijn roots: de boerderij van zijn ouders. Claudia was nooit zo enthousiast, maar inmiddels ziet ze de charme er van in. Met haar gezin is ze neergestreken op het erf van haar schoonouders in een tijdelijke unit van vijf geschakelde containers, super praktisch omgebouwd tot gezellige woning. Het is de bedoeling dat Gert en Claudia de zorg voor het complete stuk grond uiteindelijk op zich nemen. Gerts ouders wonen sinds kort in de gloednieuwe seniorenwoning die naast de oude woonboerderij is gebouwd. De volgende stap is de complete verbouwing van de boerderij voor het gezin Van Twillert. Op dit moment staan alleen de buitenmuren nog overeind… Gert doet de verbouwing grotendeels zelf, naast zijn eigen werk en gezinsleven. Een megaproject, waar hij met tomeloze energie en passie enorm van geniet.  

Wonen in containers

In de tussenliggende tijd woont het gezin in ‘Kaatjes Keetje’. Claudia: “Het eerste idee was dat we tijdelijk in een stacaravan zouden gaan wonen, ik kreeg het Spaans benauwd bij dat idee. We gaan uit van zeker drie jaar overbrugging, dan moet het wel comfortabel zijn. Gelukkig is Gert superhandig en kwam hij met een nieuw plan: vijf containers ombouwen tot huis. De dag dat de containers het erf op kwamen kon ik wel huilen, wat een oude bende! Maar als je ziet hoe het is geworden, ben ik alleen maar dankbaar. Hier houden we het echt wel een tijdje vol met elkaar.”

Ik kon wel huilen, wat een oude bende

Het huisje is gezellig ingericht met spullen uit hun oude huis en van Marktplaats. De open keuken en woonkamer vormen het hart van de woning. De slaapkamers grenzen er direct aan. Verder is er een verrassend ruime badkamer, een apart toilet en een voorraadkast (waar alles in bakken zit om de muizen op afstand te houden). In het jaar voor de verhuizing heeft Claudia enorm veel spullen opgeruimd en weggegeven. Het blijkt met veel minder spullen ook prima te kunnen allemaal. “Ik heb nog niks gemist.”

Wennen aan het buitenleven

Het eerste jaar stond vooral in het teken van wennen. “We moesten allemaal onze draai vinden hier, ik nog het meest. Voor Gert was dat geen probleem, hij heeft hier zijn hele jeugd gewoond. Voor de kinderen zijn school en vriendjes ineens niet meer zo dichtbij. Jonah (10) en Jedidja (7) moesten een kamer delen. Juda (11) moet een stuk fietsen naar school en Job (14) heeft als puber weinig ruimte voor zichzelf. Maar inmiddels hebben we allemaal ons plekje gevonden. Het keetje is echt mijn domein; Gert is op zijn werk of op het erf bezig bij de bouw, ik houd het schip hier binnen op koers. Daar varen we allemaal rustig bij.

'Als ik zie dat Gert en de kinderen gelukkig zijn, ben ik dat ook. Zelfs al woon ik in een huis vol kieren’
gamen_in_het_containerhuis

Ook voor Jonah is dat goed, hij heeft een verstandelijke beperking. We hebben moeilijke jaren met hem gehad, toen hij jonger was huilde hij altijd. Voor hem is het buitenleven fantastisch, heel overzichtelijk, weinig vreemde mensen. Hij loopt soms uren buiten met een schep zand in zijn trui en dan gaat hij ‘zaaien’. Overal strooit hij zand rond. Dat er in huis vervolgens ook veel zand ligt, neem ik graag voor lief. Als ik zie dat hij gelukkig is, als de kinderen en Gert dat zijn, dan ben ik het ook. Zelfs al woon ik in een huis vol kieren en oude meuk. Ik kan me nergens druk om maken. Het kleiner wonen, ook in lockdowns, heeft ons allemaal laten zien hoe fijn ‘wij’ is. Als Gert en ik samen een serietje kijken, schuiven de kinderen vaak toch weer om ons heen. Met hun eigen beeldscherm of speelgoed. We hebben geen bovenverdieping of eigen kamer, maar wel de gezelligheid van elkaar. En zijn ze dat zat, dan kruipen ze in hun eigen bed met hun koptelefoon. Ik ervaar een soort vrede in deze tijd. God zegent het!”

Vindingrijk

“Ik heb nu alle seizoenen meegemaakt. In de zomer is het buitenleven enorm genieten, overal is iets te ontdekken. In de winter vind ik het pittig, het is koud, we proberen zoveel mogelijk de houtkachel te laten branden. Ik heb alle lockdowns hier met m’n kinderen doorgemaakt, dat is behoorlijk intens. Het verlangen naar een huis met meer ruimte groeit wel naarmate de tijd vordert. Ik verlang als moeder erg naar een plekje voor mezelf. Al is het maar een eigen bureau. Iedereen heeft dat hier in huis, behalve ik. Zelfs mijn bed wordt vaak ingenomen. Maar ik zou deze fase niet willen missen, klein wonen is heel waardevol en maakt vindingrijk.”

Ik heb een kleine moestuin om te oefenen

“Ik ervaar hier op het platteland zo sterk dat God de hemel en de aarde heeft gemaakt. Ik zie hoe de vogels gaan en weer komen. Ik leer hier ook letterlijk heel veel. Mijn schoonmoeder heeft een grote moestuin, ik een kleintje om te oefenen. Ik kijk vaak hoe zij dingen doet. Mijn schoonouders hebben echt een ritme opgebouwd, dat moet bij mij nog komen. Toen we hier net woonden, liep ik een keer buiten op een druilerige dag en mijn schoonvader kwam naar me toe. ‘Claudia,’ zei hij liefdevol, ‘neem je tijd om hier te wennen, het is echt anders op het platteland’. Dat vond ik zo mooi en lief, ik moet daar vaak aan terugdenken, hij had gelijk.”

Appels en peren

Een goed voorbeeld zijn de appel- en de perenbomen op het erf. Toen de vruchten rijp waren, werd Claudia opgetrommeld om te helpen rapen. “Nu weet ik dat ik daar volgend jaar echt rekening mee moet houden. In het najaar is dat een belangrijk tijdrovend klusje, anders ligt het fruit te rotten op de grond. Ik leer zo ook zuinig om te gaan met groente en fruit. Ik weet nu wat er allemaal bij komt kijken, voordat het op mijn bord ligt.”

Claudia heeft nog allerlei dromen en plannen. Ze wil dolgraag kippen houden en zelfs een bijenvolk is welkom bij haar op het erf. “Ja, echt waar, bijen zijn geweldig, hoe ze honing maken, dat is magnifiek. Ik weet dat ik geduld moet hebben. De nieuwe huizen hebben voorrang, daarna kan ik met deze dromen aan de slag.”

Benieuwd naar Claudia’s leven in de polder? Je volgt het via Insta.

Tekst en beeld: Frieda van de Geest

Column Hanneke: 'Nooit wilde ik in zo’n afgezaagd nieuwbouwhuis wonen'

--:--