Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Mirjam woont in Libanon: ‘Mensen zijn bang om dood te gaan, en ik kan ze niet geruststellen’

Toch ervaart ze ook kracht en bemoediging in deze donkere tijd

Mirjam (35) zegde haar Nederlandse zekerheden vaarwel en verhuisde naar Libanon. “Een prachtig land, maar er schuilt veel verdriet. Er is zoveel trauma”, zegt Mirjam. De huidige oorlogsdreiging komt daar bovenop. “Er wordt besproken hoeveel eten je in huis moet hebben en wat je moet doen als er F-16’s over zullen komen. En daarna ga je weer over tot de orde van de dag.”

Deel:

Tijdens een vakantie naar Libanon in 2019 viel Mirjam als een blok voor het land. “De cultuur en de mensen raakten me. Toen er in augustus 2020 een grote explosie plaatsvond in Beiroet, ging het balletje echt rollen. Plaatsen waar ik had rondgelopen en mensen kende, waren verwoest. Dat deed pijn”, vertelt Mirjam. “Ik voelde sterk dat ik er meer mee moest. Ik nam een jaar onbetaald verlof op van mijn baan bij het ministerie van Justitie en Veiligheid en ging op zoek naar vrijwilligerswerk. Na dat jaar moest ik beslissen of ik zou blijven. Na lang wikken en wegen nam ik ontslag. Ik voelde duidelijk dat ik moest blijven. Het was nog maar net begonnen.”

Bang om dood te gaan

Elke dag in Libanon is anders voor Mirjam. “Ik geef psychologie op een universiteit in Beiroet en ben studentencounselor. Er is veel mentale nood onder jongeren. Er is onder opgeleide mensen een enorme leegloop naar het buitenland, omdat ze geen perspectief zien. Studenten zijn doodsbang voor een bombardement vanwege de oorlogsdreiging. Ze wonen in een wijk die in 2006 gebombardeerd werd en zijn bang om dood te gaan. Helaas kan ik hen niet geruststellen, want het kan inderdaad gebeuren”, legt Mirjam uit.

Helaas kan ik hen niet geruststellen, want het kan inderdaad gebeuren

Mirjam werkt ook in het weeshuis Home of hope. “Daar wonen 21 kinderen, deels uit Syrië. Zij dragen allemaal heftige verhalen met zich mee. Sommige kinderen maakten een oorlog mee, zijn mishandeld en/of getraumatiseerd en zagen bijvoorbeeld hoe bij mannen de keel werd doorgesneden. Ik probeer de kinderen emotionele aandacht te geven en breng ze naar bed”, vertelt Mirjam. “Ik bid met ze en lees hen voor. Dat vinden ze heel fijn. Ik vind het mooi om iets voor hen te betekenen. Regelmatig zamel ik kleding en speelgoed in om aan hen uit te delen. Onlangs gebeurde dat in samenwerking met Veteranen voor Libanon, oud-militairen die tijdens de Libanese Burgeroorlog in Libanon op uitzending waren. Zij laadden in Nederland spullen in een container en ik hielp in Beiroet met het uitpakken en uitdelen. Dat zijn fantastische momenten.”

‘Beter te sterven dan te leven’

Naast deze bezigheden studeert Mirjam theologie en Arabisch. In de tijd die over is, ontmoet ze mensen die op haar pad komen. “Er is veel verborgen armoede. De meeste Libanezen kopen geen kleding meer, omdat ze amper geld voor eten hebben. Op straat zie je kinderen op blote voeten bedelen. Continu moet ik wijze besluiten nemen of en aan wie ik iets geef. Soms spreek ik tegen God uit: ‘Ik ben beschikbaar, gebruik mij in dit land.’”, vertelt Mirjam. “Naast de armoede is er sprake van corruptie, haat richting Syrische vluchtelingen, een slechte economie en veel trauma. Veel mensen zien het leven niet meer zitten.”

Continu moet ik wijze besluiten nemen of en aan wie ik iets geef

Mirjam noemt zo’n voorbeeld. “Toen een Syrische vriend hoorde van de oorlogsdreiging, zei hij: ‘Ik wil geen oorlog meer, ik kan niet meer. Zelfs al vallen de bommen om me heen, ik blijf zitten’. Dat grijpt me enorm aan. Suïcidale gedachten hoor ik hier dus ook; het lijkt in Libanon soms beter te sterven dan te leven”, vertelt ze. Mede daarom vindt Mirjam het leven zwaar in dit Oosterse land. “Ik opereer continu in een omgeving die mentaal niet gezond is, daarom is zelfreflectie belangrijk. Wie ben ik? Waar sta ik? Het leven hier is heftig en daar komt nu de oorlogsdreiging bovenop. Soms kijk ik van een afstand naar mijn eigen leven en dan denk ik: ben ik dit? Hoe doe ik dit?”, zegt ze.

Geroepen om mensen te helpen

Als Mirjam Nederlanders hoort klagen, maakt haar dat boos. “Ze hebben geen idee hoe goed ze het hebben en hoe diep mensen lijden in veel landen. Het maakt me soms ook boos in geestelijk opzicht. Veel christenen gaan elke zondag naar de kerk, maar doen ze ook iets met de woorden die ze horen? Als christen ben je geroepen om mensen die in duisternis leven te helpen. Ik geloof dat Jezus ons in wil zetten in Zijn kracht.”

“Onlangs had ik mijn ouders aan de lijn, Ik vertelde wat mijn wensen waren, voor het geval ik zou sterven. Met mijn baas sprak ik over het eten dat je in huis moet hebben, voor als de F-16’s overkomen. Hij vroeg om mijn adres zodat mensen me kunnen zoeken voor het geval het internet het niet meer doet. We sloten af met ‘een fijne dag verder’. Soms is het niet te bevatten hoe extreem we te werk moeten gaan.”

Hier in Libanon maak ik hele bijzondere dingen mee, waardoor ik God heel dichtbij ervaar

Mirjam gelooft ook dat God haar kracht geeft. “Het was best heftig om alle veiligheden achter me te laten. Presentator Henk Binnendijk schreef ooit: ‘Als alles goed gaat, raakt je antenne naar God makkelijk verstoord.’ Ik merk dat verschil. Hier in Libanon maak ik hele bijzondere dingen mee, waardoor ik God heel dichtbij ervaar.”

‘Leef er veilig’

Als voorbeeld hiervan benoemt Mirjam Psalm 37:3 uit de Bijbel. “‘Vertrouw op de HEER en doe het goede, bewoon het land en leef er veilig.’ Vlak voor ik naar Libanon vertrok, las mijn opa dit voor. Die Psalm werd mijn leidraad, het raakte mij. Het is zo bemoedigend dat ik daar steeds weer nieuwe lessen uit leer. Maar ook dat ik daardoor geloof dat God bij me is, ook als het heel spannend wordt”, vertelt ze. “Vanwege de oorlogsdreiging verlieten veel internationals het land. Maar ik blijf, omdat dit bijbelvers me bemoedigt.”

Afgelopen tijd voelde Mirjam zich niet fijn. “Ik was moe, duizelig, sliep slecht en at niet goed. Die zondag in de kerk voelde ik me verward, omdat het me allemaal te veel werd. Toen preekte de dominee precies over Psalm 37:3-7. Elk woord raakte me. Op zo’n moment voel ik zo sterk dat God leeft. Ik ga soms diep, moet veel loslaten en opofferen; dat is moeilijk en doet pijn. Ik houd van spullen en geld, maar zo’n levensstijl kan ik me niet meer permitteren. Toch heb ik rust in mijn hoofd en hart.”

‘Alles zal goed zijn’

Wat Mirjam nooit meer vergeet, is het contact met een Libanese vrouw. “Ze heeft twee kinderen van rond de vijfentwintig jaar, hun vader overleed in hun kindertijd. Het huis was oud, lelijk en koud, want geld voor diesel om de kachel te stoken, hadden ze niet. De vrouw had kanker en lag uitgemergeld op de bank. Er was niet genoeg eten en ook geen geld voor medische zorg”, vertelt Mirjam. “Dit menselijk lijden raakte mij diep. In mijn laatste gesprek met haar, pakte ik haar handen vast en bad. Daarna zei ik in het Arabisch: ‘Maar je hebt Jezus in je hart’. Ze had een moslimachtergrond, maar geloofde in Jezus. Ze keek me aan met een lach op haar gezicht en een diepe glinstering in haar ogen en zei: ‘Ja, alles zal goed zijn’. Dat was de laatste keer dat ik haar zag.”

Ze keek me aan met een lach op haar gezicht zei: ‘Ja, alles zal goed zijn’

De begrafenis was in een ander deel van Libanon. Mirjam bracht de kinderen van de vrouw erheen. “Dat was een pittige tocht door berggebied en een wijk in Beiroet met veel Hezbollah sympathisanten. Ik vond het heel spannend, maar zei steeds tegen mezelf: ‘Ik ben veilig, want God is bij me’. Ik bracht daar een nacht door. Toen ik ’s avonds op het balkon stond, zag ik een hele waaier aan kogels de lucht in gesproeid worden; alsof ik in een tv-serie leefde. Overigens worden hier wel eens mensen getroffen door z’n kogelregen. Onlangs nog een meisje van zeven jaar”, zegt Mirjam.

Kracht uit geloof

Nu probeert Mirjam zorg te dragen voor de kinderen van de vrouw. “Het meisje verdient zeventig dollar per maand in een haarsalon. Daar kunnen ze bijna niets mee. Daarnaast moeten ze hun huis uit. Het is een oneindige stapeling van ellende. Ik bezoek hen regelmatig, vooral voor emotionele steun, maar ook voor praktische hulp. Er is niets moois in hun levens, maar ze geloven wel in Jezus.”

“Ik geloof dat God mij in Libanon wil hebben”, vertelt ze. “Ik merk dat er steeds weer dingen zijn die me uit balans proberen te brengen. Soms zie ik het niet meer zitten, dan kán ik niet meer. Maar juist op dat soort momenten ervaar ik bemoediging, zoals onlangs in de kerk. Mensen waren vriendelijk voor me en nodigden me uit. Dan krijg ik kracht om door te gaan en weet ik weer: hier zit ik goed.”

Mirjam vindt het fijn om reactie te ontvangen. Dat kan via: eva@eo.nl t.a.v. Mirjam in Libanon

Geschreven door

Corina Schipaanboord

--:--