Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Nederland minst christelijke land in West-Europa

Dat steeds meer kerken in Nederland een andere bestemming krijgen, is een teken aan de wand. Toch zullen velen de uitkomst van een recent onderzoek naar religie jammer en mogelijk zelfs zorgelijk vinden.

Deel:

Om maar meteen met de deur in huis te vallen: Nederland is het meest onchristelijke land van West-Europa. Bijna de helft van de Nederlandse bevolking (48 procent) geeft aan niet te geloven en 10 procent heeft een ander geloof. Daartegenover staat dat 15 procent een kerkgaande christen is en 27 zichzelf als een 'niet-praktiserend christen' ziet (iemand die minder dan vijf keer per jaar naar de kerk gaat). Dat blijkt uit onderzoek van Pew Research Center naar religieuze overtuigingen en praktijken in West-Europa.

Voor de research interviewden onderzoekers van het opinieonderzoeksbureau 24.500 volwassenen in vijftien West-Europese landen. Zij zijn in vier verschillende groepen gedeeld. De eerste groep wordt omschreven als ‘kerkgangers’. Hiertoe behoren mensen die maandelijks minimaal een keer naar de kerk gaan. De tweede groep wordt aangeduid als ‘niet-praktiserende christenen’. Zij gaan minder dan vijf keer per jaar naar de kerk. Dan is er nog een groep die aangeeft niet te geloven. Tot slot is er een gezelschap dat gelooft in een andere godsdienst.

Als je niet naar de kerk gaat, hoeft dat natuurlijk niet te betekenen dat je geen levendig geloofsleven hoeft te hebben. En tussen de kerkgangers zitten wellicht ook enkele routine-kerkgangers. Deze twee feiten hebben de onderzoekers niet meegenomen in het onderzoek.

Een van de meest seculiere delen in de wereld

Een sombere constatering is dat West-Europa, waar het protestantse christendom is ontstaan en het katholicisme voor het grootste deel is gesticht, volgens de onderzoekers een van de meest seculiere delen in de wereld is geworden.

De meeste inwoners van de onderzochte landen beschouwen zichzelf wel als christen en zijn gedoopt, maar gaan zelden naar de kerk. In Engeland zijn er bijvoorbeeld drie keer meer 'niet-praktiserende christenen' (mensen die minder dan 5 keer per jaar naar de kerk gaan, 55 procent), dan christenen die regelmatig naar de kerk gaan (18 procent).

Als je alle vijftien landen bij elkaar neemt, kom je op de volgende cijfers: 18 procent gaat naar de kerk en 46 procent behoort tot de groep 'niet-praktiserend christen'. 24 procent gelooft niet en 5 procent heeft een ander geloof.

Deelnemers noemen verschillende redenen waarom ze hun geloof niet meer praktiseren. Zo geven sommige West-Europeanen aan geleidelijk steeds verder af te zijn gaan staan van het geloof en geloven andere niet meer in religieuze leringen. Ook door schandalen en kerkelijke standpunten over sociale kwesties zijn mensen vervreemd geraakt van religie.

Negatief over Joden en moslims

Opvallend volgens de onderzoekers is dat christenen, al dan kerkganger of niet, eerder geneigd zijn zich negatief uit te laten over Joden en moslims dan seculieren. In Nederland vindt 55 procent van de kerkgangers de islam onverenigbaar met de nationale waarden. Bij niet-praktiserende christenen betreft dit 47 procent en bij seculieren 41 procent.

De meeste kerkgangers in de onderzochte landen geloven in de Bijbelse weergave van God (64 procent). Veel van de niet-praktiserende christenen geloven daarentegen niet in God, zoals in de Bijbel beschreven (slechts 24 procent). Zij geloven veelal in een andere hogere macht of spirituele kracht (51 procent). Een groot deel van de niet-religieuze volwassenen gelooft niet in welke type hogere macht of spirituele kracht dan ook (61 procent).

Verder blijkt uit het onderzoek dat veel niet-praktiserende christenen positief staan tegenover kerkelijke en religieuze organisaties. Zij vinden dat ze de gemeenschap dienen door de armen te helpen en gemeenschappen samen te brengen.

Christelijke opvoeding

Om met een positieve noot te eindigen: bijna alle kerkgangers en een groot deel van de niet-praktiserende christenen die ouder of voogd zijn van kinderen onder de achttien jaar geven aan hun kroost op te voeden met het christelijke geloof.

Bron: Pew Research Center

--:--