Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Oud en nieuw met Prediker

‘Je kunt de wereld niet ontvluchten’

Voor het derde jaar op rij viert Visie oud en nieuw met Bijbelschrijver Prediker. Dit keer in een huisje in de Groninger leegte, in de hoop de herrie en de heibel te ontvluchten. Maar Prediker blijkt geen vluchtig type te zijn.

Deel:

Een autorit van drie uur is niet genoeg om mijn stressniveau te laten zakken. Als ik mijn auto parkeer bij het natuurhuisje aan een zijarm van het Lauwersmeer, spookt het gesprek van vanmiddag nog altijd door mijn hoofd. Het begon als een heel open gedachtewisseling met een goede vriend over vaccineren en de maatregelen, maar ontaardde – zonder dat we het wilden – in een akelig welles-nietesspelletje. Nog steeds ben ik kwaad. Hoe kan het dat hij zó kortzichtig is? Waarom begreep hij me niet?

De weidse leegte

En dat terwijl ik op het punt stond een nachtje weg te gaan met Prediker; samen gaan we oud en nieuw vieren. Eventjes helemaal weg; weg van alle drukte, stress, persconferenties, nieuwsupdates, meningen en verantwoordelijkheden. Alleen ik, Prediker en de weidse leegte van het Groninger landschap. Maar nu ik aangekomen ben in ons natuurhuisje, voel ik de spanning nog steeds in mijn schouders.

Ik ben Prediker en ik vlucht niet

Prediker is al in het huisje en begroet me hartelijk. In de afgelopen jaren is er een kostbare vriendschap ontstaan. Wel een andere dan al mijn andere vriendschappen. Terwijl ik Prediker nooit helemaal kan doorgronden, lijkt hij dwars door me heen te kijken. Ik stamel vaak maar wat, terwijl hij met zijn woorden telkens de vinger op de gevoelige plek weet te leggen. Prediker is eerder mijn mentor dan mijn maatje, maar ik ben erg aan hem gehecht. En, denk ik – hóóp ik –, hij aan mij.

Grimas

Maar nu heb ik geen zin in mentorschap. Ik wil vooral rust. Daar lijkt het landschap zich uitstekend voor te lenen: een knus natuurhuisje aan het Lauwersmeer, een van de stilste en donkerste plekken van Nederland.

Het is een grauwe dag: de ijskoude wind heeft vrij spel op het vlakke land rond het huisje, de rietkraag ligt bijna plat en op het loodgrijze meer dansen schuimgolven.

Binnen is het warm en knus. Prediker zet een geurige bak koffie voor me neer en zwijgend drinken we die op, terwijl we door de ramen naar buiten staren.

In de hoop de spanning in mijn lijf kwijt te raken, haal ik een paar keer diep adem. Het helpt maar weinig. Als ik met een schuin oog naar Prediker kijk, zie ik dat hij me ongegeneerd zit te observeren. Ik grimas naar hem, drink dan zwijgend verder.

Duim

Een uurtje later bereiden we samen ons avondeten voor. Ik snijd aan de keukentafel wat wortels, Prediker snippert de ui en knoflook aan het aanrecht.

Prediker_kerst_EOVisie_3dec

Dan vertel ik hem wat me dwarszit. Over hoe moe ik ben van alle meningen die aan alle kanten aan me trekken. Hoe lastig het contact met sommige mensen is geworden, omdat zij een andere mening hebben. Over de ruzie met mijn goede vriend. Dat ik boos ben over hoe hij en zo veel anderen omgaan met de crisis waar we nu in zitten. Dat ik blij ben om even helemaal weg te zijn, nergens aan te hoeven denken. Niet aan corona of aan het milieu, de vluchtelingencrisis, misinformatie, complottheorieën, eenzaamheid, verantwoordelijkheden, maatregelen…

Steeds driftiger

Oog in oog met Prediker loop ik helemaal leeg. Mijn woorden komen steeds sneller, mijn stem klinkt steeds harder en ik snijd de wortelen steeds driftiger. Ik kijk hem recht aan als ik bijna schreeuw: “Ik ben het zó zat. Zo moe word ik van al die… AU!” Het laatste stukje dat ik snijd, is geen wortel maar mijn duim. Ik mompel een lelijk woord en loop snel naar de kraan om de wond af te spoelen.

Tijdens en na het verbinden van mijn duim, het bereiden en het verorberen van de maaltijd hebben we het over luchtigere dingen. Prediker heeft een fantastische fles wijn meegenomen en we genieten samen. Want genieten, dat kan Prediker. Hij neemt de tijd voor iedere slok en iedere hap voedsel, en zijn gezicht weerspiegelt de waardering die hij ervoor heeft. Precies zoals hij ook ieder woord dat ik tegen hem zeg, weegt en waardeert. En andersom: ieder woord dat hij zegt met zorg uitkiest.

Keiharde realiteit

Wat later ploffen we voldaan op de bank. Ik kijk vlug naar de berichtjes op mijn telefoon maar schrik dan op van Predikers stem. “Je kunt de wereld niet ontvluchten.” Hij ziet mijn vragende blik en vervolgt: “Jij wilt de ellende ontvluchten. Ik heb hetzelfde geprobeerd, maar het kan niet. Je zult onder ogen moeten zien dat we kwetsbaar zijn. Dat we doodgaan. Ik heb om me heen gekeken, en de conclusie getrokken dat de wereld vol onrecht is en niemand de onderdrukten bijstaat. Ik zie dat we ploeteren en slimmigheden bedenken in de hoop de dood te ontlopen, maar dat we allemaal sterven. Je kunt je ogen ervoor sluiten, maar zodra je ze opent, staart de keiharde realiteit je recht in het gezicht.”

Bozer en bozer

“Sorry, Prediker,” antwoord ik. “Hier heb ik echt even geen zin in. Ik ben hier om de zwaarte van het leven juist achter me te laten.”

Jij wilt de ellende ontvluchten

Prediker glimlacht bijna ironisch: “Je gaat met mij in een huisje zitten en wilt de zwaarte ontlopen? Ik ben Prediker: ik vlucht niet. Niet voor het nieuws, dat keer op keer een mensheid laat zien die denkt de boel te kunnen controleren, maar met de staart tussen de benen terugkeert. Ik vlucht niet voor de illusie van onsterfelijkheid. Voor het onrecht dat schreeuwt. En ik vlucht niet voor mijn eigen machteloosheid.”

Hij pakt mijn telefoon van tafel en opent de nieuwsapp, begint koppen voor te lezen. Ik word bozer en bozer, wil hem de mond snoeren maar durf niet goed tegen Prediker in te gaan, voel de spanning in mijn schouders en mijn nek groeien. Dan sta ik op, loop naar buiten en smijt de deur achter me dicht.

Eindeloos veel sterren

Buiten is de wind gaan liggen en de hemel opengetrokken. Voor me klotst het Lauwersmeer, boven me schitteren eindeloos veel sterren. Ik sla mijn armen om me heen en duik wat in elkaar vanwege de ijzige decemberkou. Gedachten tollen door me heen, gesprekken van de afgelopen tijd, het nieuws, de lockdowns, de machteloosheid. Ik voel me steeds kouder en bozer worden. En steeds kleiner onder die eindeloze sterrenhemel in dat gigantische, platte, Groningse land.

Dan hoor ik achter me de deur opengaan. Prediker loopt naar me toe. Voor het eerst sinds ik hem ken, slaat hij zijn armen om mij heen en houdt me stevig vast. Ik voel zijn warmte. Tegen wil en dank begin ik te huilen. Trillend snik ik: “Ik ben zó boos, Prediker. En bang. En machteloos.”

Een drievoudig snoer

Prediker zwijgt en houdt me vast. Zo staan we een tijdje; ik voel de snikken, spanning en paniek langzaam wegzakken.

Dan zegt hij: “Je hebt gelijk. Er is inderdaad veel om je boos, bang en machteloos over te voelen. Maar doe het niet alleen. Samen zwoegen loont. Geloof me: verbinding hebben is belangrijker dan gelijk krijgen.”

Lees ook: Vreemdelingen in het kerstverhaal, dit keer de herders
Lees ook: Vreemdelingen in het kerstverhaal, dit keer de herders

Ik citeer hem uit mijn hoofd: “Met z’n tweeën houd je stand, een drievoudig snoer wordt niet snel gebroken.”

Dan maak ik me los uit Predikers omhelzing. Ik loop naar binnen, pak mijn telefoon en toets het nummer van mijn vriend in. Ik zoek verbinding.

Geschreven door

Pieter-Jan Rodenburg

--:--