Paralympisch sporter Lito Anker:‘Mijn talent is explosiviteit’
Parasporter over rolstoelracen en rolstoeltennisen
Als zonnepanelen met ‘positieve energie’ bestonden, zou je denken dat parasporter Lito Anker (28) er z’n complete dak mee heeft bedekt. Wie deze rolstoelracer spreekt, kan zijn optimistische uitstraling niet ontgaan. En dat terwijl hij vroeger propvol frustraties zat. “Totdat het licht aanging in mijn leven.”
Kinderen kijken er soms met ogen als schoteltjes naar: Lito kan iets wat waarschijnlijk maar een handjevol mensen op aarde lukt, namelijk zijn benen 180 graden draaien. Met zijn onderbenen recht omhoog voor zijn borst, kan hij zijn kin dus – bijvoorbeeld – moeiteloos op zijn eigen voetzolen laten rusten. Zijn geheim? “Ik ben geboren zonder knieschijven en scheenbenen.”
‘Neem maar afscheid’
Het had bar weinig gescheeld, vertelt Lito op een zomerse woensdag in zijn Arnhemse tussenwoning, of hij was als baby overleden.
“Ik ben geboren in Brazilië. Tijdens de zwangerschap had mijn moeder een virus, waarvoor ze medicijnen moest slikken. Dat virus heeft helaas veel schade aangericht. Dat ik geen knieschijven en scheenbenen heb, is het meest zichtbare.”
Er was meer aan de hand?
“Dat kun je wel zeggen, ja. Ik had ook” – hij telt het rijtje af op zijn vingers – “astma-, darm-, nier-, blaas- en hartproblemen. Mijn adoptieouders kregen, zo’n acht weken na mijn geboorte, in het ziekenhuis in Nederland te horen: ‘Neem maar afscheid; hij gaat het niet halen. We weten niet wat er aan de hand is, maar zijn hart gaat het begeven.’ Ik denk dat ik mijn winnaarsmentaliteit daar mede aan te danken heb. Mijn Nederlandse moeder zei altijd dat ik vanaf mijn 8e een vechtertje werd. Het wonderlijke? Ik ben over al die problemen heen gegroeid. Behalve mijn hart. Dat probleem is operatief verholpen, met een mechanische hartklep.”
Jonge husky
Op deze heerlijk zonnige dag is Lito sinds zes weken de trotse eigenaar van een jonge husky: Mowgli. Vanochtend hebben ze weer samen geracet op de atletiekbaan in Arnhem, waar Lito traint om de snelste rolstoelracer ter wereld te worden. “Mowgli rent lekker mee. Meestal train ik twee keer twee uur per dag.”
Rolstoelracen is een nieuwe tak van sport voor je: vanaf je 13e maakte je internationaal furore als rolstoeltennisser.
“Klopt. Ik geef alleen nog les in rolstoeltennis, maar speel geen wedstrijden meer. Alle kennis en ervaring die ik als rolstoeltennisser heb opgedaan, geef ik graag door aan jonge talenten. En verder richt ik me nu helemaal op het rolstoelracen.”
Je bent 28. Zit je op de toppen van je kunnen?
“Ik voel nog steeds dat ik elke dag sterker word. Op alle tijden worden mijn testuitslagen steeds beter. Ik hoopte dat ik me voor de Paralympische Spelen van dit jaar zou kwalificeren, maar dat is niet gelukt. Maar in Los Angeles wil ik goud halen. Ik hoop dat ik dán piek, in 2028.”
Competitief ingesteld
Of hij al jong competitief was ingesteld? Lito geeft Mowgli een bot en lacht. “Ik wilde altijd winnen. Of het nou een bordspelletje was of knikkeren.”
En als er dan, zoals voorheen in het rolstoeltennis, iemand nét iets beter presteerde?
“Dan is dat oké, zeg ik nu. Althans: mits ikzelf honderd procent heb gegeven. Vroeger vond ik dat stukken moeilijker. Als je jong bent, wil je gewoon winnen: als je verliest, lig je uit het toernooi.”
De wereldtop
In zijn jongere jaren bleek Lito uit te blinken in rolstoeltennis. Net als ooit Esther Vergeer, had hij volgens kenners de potentie door te stoten naar de wereldtop.
Tijdens de Paralympische Spelen in Tokio, in 2020, werd je vijfde als rolstoeltennisser in het dubbelspel. Hoe kijk je daarop terug?
“Mijn eerste Paralympische Spelen. Een geweldige ervaring. Als underdog vijfde worden is een prachtige prestatie. We speelden op het centercourt: mooier kan niet. En in Japan, tegen Japan. Dat was een van de beste wedstrijden uit mijn leven. Daar stond ik echt van te genieten. Hier had ik keihard voor geknokt. Als kleine jongen droomde ik er al van.”
Vanaf je 13e speelde je mooie toernooien in allerlei landen, maar je bleef nét buiten de top tien.
Lito knikt. “Op een gegeven moment moest ik voor mezelf erkennen dat er wereldwijd een stuk of tien rolstoeltennissers waren die, hoe hard ik ook werkte, gewoon beter waren dan ik. Dus in Tokio wist ik: dit is mijn laatste toernooi als rolstoeltennisser.”
Je had al besloten dat jij je voortaan op het rolstoelracen zou storten?
“Ja. Allerlei tests hadden al uitgewezen dat ik op dat moment de snelste rolstoelracer was. En omdat mijn grootste talent explosiviteit is, wist ik dat ik daarmee de nummer één van de wereld zou kunnen worden. Dat is nu mijn grote doel. Daar train ik elke dag keihard voor.”
Droom je trouwens weleens dat je geen rolstoel hebt en ‘gewoon’ kunt lopen?
“Jawel. In dromen kan ik soms ook rennen. Misschien omdat ik als kind, met beenbeugels, heb gevoetbald. Ontzettend frustrerend: ik wist precies wat ik moest doen, maar met beugels gaat het ontzettend langzaam. Wacht, ik laat je iets zien.”
Elektronische knieën
Lito pakt zijn smartphone en zoekt een filmpje op. Daarin zie je hem, tussen de twee leuningen van een turn-brug, lopen op beenprotheses met elektronische knieën. “Gaaf, hè? Dit was een proefmodel. Die protheses moeten helemaal op maat worden gemaakt, zodat mijn benen er goed in pasten. Ze kosten 30.000 euro per stuk. Die hoef ik gelukkig niet zelf te betalen, maar ik moet er nog wel een motivatie voor schrijven – geen probleem.”
Wil je lopen en rolstoelracen straks gaan afwisselen?
“Ja. Ik wil ernaartoe werken dat ik de hele dag kan lopen. Het zal hard oefenen zijn, maar daar zie ik enorm naar uit. En daarnaast wil ik blijven rolstoelracen.”
Juiste instelling
Het gaat Lito er trouwens niet alleen om dat hij de snelste rolstoelracer wordt. “Ik wil mensen – of ze nu wel of geen handicap hebben – laten zien wat er mogelijk is met de juiste instelling. Dat vormt het grotere plaatje bij alles wat ik doe.”
Dit speelde ook mee toen hij in 2023 het Guinness Book of Records haalde met een dubbel ‘wheelie’-record – de oorkonde hangt aan de muur. Hij slaagde erin ruim tien uur lang alleen op zijn achterwielen te rijden én daarbij tegelijkertijd de langste afstand af te leggen: ruim dertig kilometer.
Je zei ergens: “Veel mensen met een beperking hebben geen idee wat er, met de juiste instelling, allemaal kan.” Hoe komt dat?
“Ik denk dat zij gewoon niet in de spiegel durven te kijken en te zeggen: ‘Oké, ik heb een handicap; wat betekent dat voor wie ik ben?’”
Kon jij dat wel, toen je jonger was?
“Nee. Mijn handicap vond ik ongelofelijk rot. Ik voelde me minder dan kinderen zónder beperking, en wilde ook kunnen lopen, rennen, voetballen… Daarom had ik een enorme bewijsdrang.”
Dat kan óók een handicap zijn?
“Enerzijds wel. Jezelf constant afmeten aan anderen levert heel veel frustratie op. Anderzijds is het een voordeel. Want ik eiste excellentie van mezelf, en daar kun je ver mee komen.”
Slachtofferrol
“Als je een beperking hebt, is het makkelijk om in de slachtofferrol te kruipen: ‘Kijk eens hoe zielig ik ben…’ Maar door wél in de spiegel te kijken en die zware confrontatie aan te gaan, ben ik gaan nadenken over de vraag: wie ben ik? Waarom ben ik op aarde? Daar sprak ik ook vaak over, die identiteitsvragen. Met coaches. Psychologen. Leraren. Alleen: niemand kon me destijds antwoorden geven.”
De zwartste bladzijde
Dat hij uiteindelijk alsnog antwoorden vond, hangt samen met de zwartste bladzijde uit Lito’s levensboek. “Vanaf mijn 16e begon ik te blowen en te drinken. Sport was altijd mijn uitlaatklep, maar ik zat nog steeds bomvol frustraties. Waarom had ik deze handicap? Wie was ik nu echt, diep vanbinnen?”
Hoe uitte die frustratie zich?
“Woede-uitbarstingen. Die had ik op de basisschool al. Agressie. Gooien met dingen, bijvoorbeeld in een schoollokaal.”
Speelde het feit dat je geadopteerd bent ook een rol?
“Ja, ik denk de combinatie: mijn handicap, plus het besef dat je bent afgestaan door je biologische ouders en geadopteerd bent. Ik heb hen trouwens al vier keer ontmoet, in Brazilië, wat ik heel fijn vond. In januari ga ik er weer heen.”
Peinzend: “Aan de ene kant genoot ik wel van het leven, en van alles wat sporten me bracht. Op mijn 16e was ik bijvoorbeeld voor een wereldkampioenschap in Zuid-Korea. Hoe tof is dat? En tegelijk waren er die frustraties. Die zochten soms een uitweg. Vandaar dat ik vanaf mijn 16e graag feestte, dronk en blowde.”
Knock-out
Balanceerde hij als pasgeborene al op het randje van de dood, op zijn 18e kwam hij er zo mogelijk nóg dichterbij. Alsof de tijd een lus naar het verleden maakte. “Met een vriend ging ik ’s avonds laat naar een feestje. Dat ging urenlang door en ik werd ontzettend dronken. Het was al ochtend toen ik dorst had. Alle alcohol bleek al op. Ik zag een glas frisdrank en dronk het leeg. Fanta, dacht ik. ‘Heb je dat gedronken?’ vroeg iemand. ‘Daar zat GHB in – harddrugs. Spuug het onmiddellijk uit!’ Dat lukte niet. Vijf minuten later was ik knock-out. Niemand durfde het ziekenhuis te bellen: dan hadden ze wat uit te leggen. Maar die vriend wel, gelukkig. Ik had zo’n gigantische overdosis dat ik zes uur lang in coma lag.”
“Dat comamoment was het beste moment uit mijn leven”, zei je in het tv-programma ‘Je zal het maar hebben’. Waarom?
“Alle identiteitsvragen waarmee ik worstelde, werden daarna klemmender dan ooit. Ik had twíntig keer de maximale hoeveelheid GHB in mijn bloed! Volgens artsen had ik hartstikke dood moeten zijn. Waarom leefde ik nog?”
Schoongewassen
Een andere vriend, die christen was, nodigde hem twee maanden later uit voor iets totaal anders: een kerkdienst.
“Ik ben helemaal niet met het geloof opgegroeid. Maar na die coma-ervaring stond ik open voor alles. Ik dacht: waarom niet? In die dienst hoorde ik over Jezus, en wat Hij gedaan heeft voor ons…”
Met een hand op zijn borst: “Voor het eerst van mijn leven voelde ik zo veel rust, liefde en blijdschap. Twee of drie maanden later heb ik me laten dopen.”
En?
“Ik voelde me herboren. Schoongewassen. Sindsdien wil ik leven en sporten met God. In Hem heb ik mijn diepste identiteit gevonden. Mijn diepste purpose, mijn levensdoel.”
Boos worden
“Vorig jaar heb ik mijn roepnaam officieel laten veranderen. Voorheen heette ik Carlos, zo hadden mijn biologische ouders me genoemd. Lito betekent licht, en rots. Het markeert mijn nieuwe begin.”
Sluimeren die oude frustraties nu?
“Vanaf het moment dat ik werd gedoopt, zijn ze helemaal verdwenen.”
Ben jij dan nooit meer boos of gefrustreerd?
“Niet zoals vroeger. En alleen richting mensen die dicht bij me staan. De laatste keer dat ik boos werd? Minstens anderhalf jaar geleden. Voor mij is boosheid, omdat het ‘een ding’ was in mijn leven, iets waar ik ver vandaan wil blijven. Schreeuwen tegen mijn vrouw, bijvoorbeeld? Een no-go.”
Trouwfoto’s
Lito wijst naar de trouwfoto’s in de woonkamer. Daarop zie je hem – strak in pak – naast zijn bruid: Sulgiy Kim.
“We zijn op 28 maart 2022 getrouwd. Zij is Koreaans en woonde in Parijs. Ik leerde haar kennen op een toernooi in België. Daar was ze samen met een vriendin, die ook rolstoeltennis speelde. Wij raakten in gesprek en kregen een relatie. Toen ik tot geloof kwam, heb ik letterlijk opgeschreven dat ik een vrouw wilde in wie ik Gods evenbeeld zou zien. Dat geldt voluit voor haar.”
Een jongetje
Op zijn gespierde armen prijken tatoeages. Onder andere van een jongetje in een voetbalshirt met een 1 erop, tegen het decor van een favela (een arme Braziliaanse wijk), en daarboven uittorenend het Christusbeeld van Rio de Janeiro.
Dat jochie, ben jij dat?
“Inderdaad. En die 1 symboliseert dat voetbal mijn favoriete sport is. En ik wil een man uit één stuk zijn. Wie ik ook ontmoet, ik wil – net als Christus – iedereen op dezelfde manier benaderen.”
In de zon
Vanmiddag gaat Lito, samen met Mowgli, nogmaals twee uur trainen, “lekker buiten, in de zon”. Om te kunnen excelleren op de Paralympische Spelen in Los Angeles.
Wat zijn jouw zomerplannen?
“In januari hoop ik weer naar Brazilië te gaan. Deze zomer dus geen vakantie, maar flink doortrainen: ook genieten, hoor! Ik bereid me voor op twee marathons: Berlijn in september, Kaapstad in oktober. Alles wat ik doe, wil ik vanuit het geloof doen, en daar volop van genieten. Via mijn sport hoop ik anderen wereldwijd te inspireren. Vooral kinderen en jongeren. Gehandicapt of niet, enorm veel mensen worstelen – net als ik vroeger – met een negatief zelfbeeld en hun identiteit. Zonde.”
Prachtig gemaakt
In een kort getuigenis in de Sportbijbel van Athletes in Action gebruikte Lito ooit dit voorbeeld: “Iemand kan tegen een diamant zeggen: jij bent een vieze steen. Maar dat verandert niets aan de diamant. Wanneer ik naar mezelf kijk, zie ik een prachtig werk van God, gemaakt naar zijn evenbeeld.”
Waaraan denk je zelf als het om zo’n ‘vieze steen’-opmerking gaat?
“In mijn tienerjaren waren er bijvoorbeeld wel meisjes die tegen me zeiden: ‘Je bent een mooie jongen, alleen… jammer van die rolstoel.’ Dat deed pijn. En als jij je identiteit baseert op wat anderen zeggen, ben je superkwetsbaar.”
En nu?
“Nu weet ik: al vindt de hele wereld me lelijk, God heeft me prachtig gemaakt. Dankzij Jezus mag ik leven. Intenser dan ooit. Ik ben geen vieze steen, maar een diamant in zijn hand.”
Wie is Lito Anker?
Lito Anker, geboren in Brazilië, kwam als adoptiebaby naar Nederland. Hij ontpopte zich tot een rolstoeltennisser van formaat. Zo behaalde hij tijdens de Paralympische Spelen in Tokio (2020) de vijfde plaats in het dubbelspel. Tegenwoordig richt hij zich volledig op het rolstoelracen. Lito is getrouwd met Sulgiy Kim. Hij woont en traint in Arnhem.
Geschreven door
Gert-Jan Schaap