‘Peter Pech’ en ‘juffrouw Snip’ 75 jaar getrouwd
‘Wij zijn nog stapelgek met elkaar’

“Het is Gods genade hoor,” zegt mevrouw Trenning-Veldman zacht, als ze de bos bloemen aanpakt die ze namens Visie heeft gekregen. Zij en haar man waren dinsdag 7 november 75 jaar getrouwd.
Een albasten huwelijk is een zeldzaamheid. Toch begrijpt meneer Trenning (95) al die aandacht niet. “We doen niets bijzonders.”
Harm ontmoette ‘zijn’ Maria in 1940, op een bruiloft van een gezamenlijke oom en tante. “Ik kwam bij haar aan het tafeltje zitten en stelde me voor. ‘Aangenaam, Peter Pech,’ zei ik. ‘Aangenaam, juffrouw Snip,’ zei Maria gevat. Nou, toen hadden we elkaar gevonden.”
“Ik was meteen smoorverliefd,” zegt mevrouw Trenning (94). “Waarom? Hij straalde zo veel liefde uit.”
“Ik twijfelde nog wat,” reageert meneer Trenning. “Nog steeds hoor. Haha!”
Mevrouw glimlacht. “Hij is nóg een knappe vent, maar toen helemaal. Mijn moeder zei zelfs: ‘Wat heb jij toch een lieve jongen.’”
We hadden clandestien een paar liter wijn gekocht
Na anderhalf jaar verkering trouwde het stel in 1942, midden in de oorlog. “Je moet je bedenken,” zegt meneer Trenning, “het was een heel arme tijd. En door de oorlog was er geen trouwauto te krijgen. We woonden in Groningen, Vlagtwedde, en gelukkig kon ik in een dorp verderop aan een auto komen. Het was er eentje met een aanhanger. Daarop stond een gaspot, die briketten en hout omzette in gas, als brandstof voor de auto. Ik vind het nóg jammer dat er geen foto van is. Met z’n zevenen reden we in die auto naar het gemeentehuis. Maria had een nieuwe roodbruine jurk aan, later heeft ze die zondags nog gedragen. Maar een fotograaf, bloemen… het was er allemaal niet. We hadden clandestien een paar liter wijn gekocht. En van de kruidenier hadden we kaakjes gekregen. Dat was het.”
Het echtpaar – ze wonen met hulp van onder anderen hun kinderen nog zelfstandig in hun seniorenwoning in Dordrecht – kreeg twee zoons en een dochter, van wie de oudste acht jaar geleden plotseling overleed. “Dat was een heel zware tijd. Wat waren we verdrietig.” “Het doet nog steeds zeer,” vult meneer Trenning aan. “Een kind wegbrengen, dat hoort niet.”
De ogen van mevrouw Trenning glimmen. “Maar we zijn gedragen, God was erbij. En nog steeds. Een mens wordt weleens heen en weer geslingerd, maar we hebben een God die leeft.” Zondags kijkt ze graag naar Ik mis je. “Ik weet hoe die mensen zich voelen.”
(Tekst gaat verder onder de video.)
Ook Geloof en een Hoop Liefde, Nederland Zingt en De Kapel zijn favoriet bij het echtpaar. Mevrouw: “Waarom weet ik niet, maar ik heb toch een beetje een zwak voor ds. Van der Veer.”
Meneer: “Hij draagt iets uit. Zelf kunnen we niet meer naar de kerk. Maar God verdwijnt niet, hoor.”
“Het hoogtepunt van ons huwelijk?” De ogen van mevrouw Trenning stralen. “Dat we samen de Here mogen zoeken. We gaan geen avond slapen of we vouwen onze handen. We leggen alles in des Heren hand. Dat is het hoogste punt, niet dan, pa?”
Als ik me verveel met haar, ga ik een rondje rijden op de scootmobiel
Wat is het geheim van zo’n lang huwelijk?
Meneer: “Het geloof in God. Dat bindt mensen voor eeuwig.”
Mevrouw knikt. “Ieder mens heeft weleens woorden. En je zegt allemaal weleens dingen die je niet wilt zeggen. Het belangrijkste is: laat er geen nacht overheen gaan, maar ga naar elkaar toe en zeg eerlijk dat je fout bent geweest. En vraag om vergeving. Dat is ons geheim. Maar iedereen mag het weten.”
Er zijn mensen die na een aantal jaar huwelijk uitgekeken raken op elkaar.
Meneer knipoogt: “Ach, als ik me verveel met haar, ga ik een rondje rijden op de scootmobiel.”
Mevrouw: “Wij zijn nog stapelgek met elkaar. Ja, jij niet meer, hè?” zegt ze met een blik naar haar man. Ze lachen allebei.
Even later: “Als hij naar de keuken loopt, zeg ik weleens: ‘M’n lieverd.’ Al hoort hij dat vaak niet. Maar hij is en blijft mijn grootste liefde.”


Geschreven door
Mirjam Hollebrandse