Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Petr Jašek zat gevangen met IS-strijders

'Ik zat gevangen maar voelde me vrij'

De Tsjechische Petr Jašek (56) werkt voor Voice of Martyrs, een organisatie die zich inzet voor vervolgde christenen. Tijdens een bezoek aan Sudan wordt hij opgepakt voor spionage en belandt hij in een cel die hij deelt met IS-strijders. “Ze dwongen me vaak om op de grond te zitten met gekruiste benen of lieten me uren op een specifieke plek staan.”

Deel:

Wanneer de gevangenisdeur in de Sudanese gevangenis achter Petr Jašek sluit, herkent hij het geluid van de dichtvallende deur. Precies datzelfde geluid hoorde hij in een droom die zijn gevangenschap al voorspelde. De cel waarin Petr staat, is identiek. De geur, de kou: alles is gelijk. Hij beseft: ik zit vast om Gods plan te dienen. Petr weet dat dit niet voor één nacht of week is. “In mijn droom studeerde mijn dochter af terwijl ik in de gevangenis zat. En dat zou pas over een paar maanden gebeuren.” 

Geen routinecontrole

Voor zijn werk bij Voice of Martyrs – een organisatie die zich wereldwijd inzet voor vervolgde christenen – had Petr Sudan al vaker bezocht. Begin december 2015 is hij er weer. Een bezoek dat prima verloopt, zonder verdachte momenten. Petr maakt zich dan ook geen zorgen wanneer hij op het vliegveld in de rij staat te wachten. “Op dat moment zag ik mezelf als een ervaren reiziger en wanneer er vele jaren niets gebeurt, probeer je niet al te ongerust te zijn”, vertelt Petr rustig terwijl hij zijn koffie in een kartonnen EO-bekertje laat ronddraaien. Hij is in Nederland om zijn boek te promoten en heeft zojuist zijn indrukwekkende verhaal verteld tijdens het Wijding, de wekelijkse bijeenkomst van EO-personeel.

“Maar toen tikte er onverwachts iemand op mijn schouder,” vervolgt Petr. “Hij verzocht me met hem mee te lopen.” Eerst verwacht Petr dat het om een routinecontrole gaat, maar op het moment dat hij zijn vlucht mist, weet hij dat het serieus is. “Ik hoorde dat ze mijn naam omriepen op het vliegveld. Hij bootst de omroepstem na: “Petr Jašek, begeef u naar het vliegtuig, u vertraagt de vlucht.” Vanaf dat moment begint hij zich voor te bereiden op “een nieuwe ervaring” en maakt hij zich zorgen om zijn vrouw en twee kinderen. “Ik dacht: wat zullen zij denken als ik niet op de afgesproken tijd in Praag land?” Na een intensief verhoor wordt hij naar de gevangenis gebracht. “Ik belandde in een cel met zeven IS-jihadisten.” 

Vreugdevolle kreten om IS-aanslag

“Toen ik de cel binnenstapte, herkende ik de ruimte uit een droom die ik 2,5 jaar eerder had gehad. Dat gaf mij een fijne zekerheid, namelijk dat het niet mijn fout was dat ik opgepakt was, maar dat het Gods plan was.” Hoewel het al nacht is, is het licht in de cel. “Dag en nacht brandde er helder licht in de cellen. Ik zag dat er één bed stond, waar een gevangene op sliep. Door de vele films die ik over gevangenissen gezien had, ging ik ervan uit dat hij de baas was.”

Het was beangstigend om dat live te zien gebeuren

De volgende ochtend wordt Petr gewekt door de azaan, de oproep tot het ochtendgebed. Nadat hij het ritueel van zijn celgenoten heeft aanschouwd, beginnen de andere mannen in de cel hem vragen te stellen. Ze willen weten wat er gaande is in de wereld. Petr denkt direct aan de terroristische aanslag van een maand eerder, in het Parijse theater Bataclan. “Toen ik vertelde dat IS verantwoordelijk was, werd het even stil in de cel. Maar al snel slaakten ze vreugdevolle kreten en omhelsden ze elkaar. Het was beangstigend om dat live te zien gebeuren.” In het begin is het contact met zijn celgenoten prima. “Op een bepaalde manier ben je in de gevangenis allemaal gelijk,” legt Petr uit. Je hebt hetzelfde probleem: dat je niet bij je familie kunt zijn. Ze probeerden me af en toe een gunst te bewijzen. Later besefte ik dat dit hun manier was zo veel mogelijk informatie van mij te krijgen.” 

Slaan en schoppen

“Na twee weken kwam er een celgenoot bij. Vanaf het eerste moment was zijn blik ijskoud,” huivert Petr. “Ik probeerde oogcontact met hem te ontwijken.” Zijn celgenoten beginnen Petr, onder leiding van de nieuwe celgenoot, te slaan en te schoppen. “Ook dwongen ze me vaak om op de grond te zitten met gekruiste benen of lieten ze me op een specifieke plek in de cel staan. Er was altijd iemand die op mij lette, zodat ik niet van positie kon veranderen. Ik bad veel en probeerde me aan de nieuwe situatie aan te passen. Wanneer zij in hun gebeden neerbogen, probeerde ik in mijn hoofd de Bijbeltekst ‘Elke knie zal zich buigen en elke tong zal God loven’ (Romeinen 14:11) te zingen. Dat deed ik op het ritme van hun gebeden. Zo probeerde ik me voor te bereiden op dat wat zou volgen.” 

God grijpt in

Wanneer zijn celgenoten begin februari het plan opvatten om Petr te waterboarden (iemand gesimuleerd verdrinken door een natte doek over het gezicht te leggen, red.), beseft hij dat dit tot zijn dood kan leiden. “Ik voelde me op dat moment zeer zwak en depressief door mijn fysieke situatie.” Terwijl een celgenoot bezig is met de voorbereidingen voor het waterboarden, stormt een bewaker de cel in om Petr mee te nemen. “Ik had al snel door dat de Heer hier ingreep: een moment van vreugde en vrijheid.” 

Ik heb nooit het gevoel gehad dat ik alleen gelaten ben door God

Petr komt terecht in een isoleercel. “Ik zat gevangen, maar voelde me een vrij mens. Ik bad letterlijk van zonsopgang tot zonsondergang. Er zijn dagen geweest waarop ik al biddend twintig kilometer heb rondgelopen in mijn kleine cel.” Toch zijn er ook momenten waarop hij zich verdrietig en depressief voelt. “Ik probeerde dan te denken aan Gods vrede en vreugde. Eerlijk gezegd heb ik nooit het gevoel gehad dat ik alleen gelaten ben door God. Letterlijk nooit. Mijn enige gedachte, kracht en hoop was dat ik in Zijn hand ben. Net als in Psalm 139:5: ‘U omsluit mij, van achteren van voren, U legt Uw hand op mij.’ God omringde mij van alle kanten.” 

In de cel met 43 anderen

Wanneer Petr eind maart 2016 – hij zit dan al drie maanden gevangen – zijn spullen moet pakken en meekomen, verwacht hij dat hij wordt vrijgelaten. Maar in plaats van naar het vliegveld, wordt hij naar een andere gevangenis gebracht. “Mijn nieuwe cel was ongeveer 25 vierkante meter en deelde ik op het laatst met 43 mannen. Het stonk erg: er was geen toilet. In plaats daarvan lag er een vies, donkerrood vloerkleed vol vlekken van menselijke uitwerpselen.” Petr maakt zich ernstige zorgen over zijn gezondheid en de leefomstandigheden. “Ik wist hoe makkelijk ik op dit moment zou kunnen sterven door uitdroging, hitte of bloedarmoede.” De mannen in de cel zijn nerveus en worden bozer en bozer, omdat er steeds meer mensen in de overvolle ruimte geplaatst worden. Als Petr zich voorbereidt op de komende nacht, spoort de heilige Geest hem aan om de twaalf nieuw binnengekomen Eritreeërs over Jezus te vertellen. “Het was voor het eerst dat ik Zijn leiding zo duidelijk ervoer.” 

Hoger doel

“Ze luisterden graag naar wat ik vertelde: ik bood ze hoop. En uiteindelijk namen alle mannen Jezus aan als hun Zaligmaker,” vervolgt Petr. “Dat was voor mij levensveranderend, een moment van duidelijke openbaring. Ik zag hoe de mannen Christus aannamen, samen met mij baden en spraken over hun nieuwe vrijheid in Hem. Toen wist ik: ik ben hier niet omdat iemand mij volgde, ik ben hier voor een hoger doel.” Half april wordt Petr overgebracht naar zijn eigen cel. Daar krijgt hij na enige tijd ook een Tsjechische bijbel. Hele dagen leest hij hieruit en maakt hij aantekeningen van de inzichten die de Heer hem geeft. 

Kerk in de gevangenis

Begin augustus wordt Petr overgeplaatst naar een volgende gevangenis. “Op de eerste dag werd ik uitgenodigd om naar de kapel te gaan, want in de gevangenis was een cel beschikbaar gesteld waar christenen mochten samenkomen.” Zelf gaat Petr regelmatig voor in de diensten. Het bezoekersaantal groeit van twintig naar tweehonderd man. “Mensen reageerden op onze prediking. Vaak vroegen mijn ‘collega’s’ en ik of ze de stap naar God wilden maken en velen deden dit. Het was vreugde, vreugde, vreugde: vanaf het eerste moment in de kapel.” Tijdens zijn gevangenschap moet Petr meerdere malen voor de rechter verschijnen. Uiteindelijk leidt het proces tot de veroordeling: hij krijgt levenslang en wordt naar zijn laatste gevangenis gebracht. 

Vrijheid

Na het vonnis zit Petr onder een boom op de binnenplaats van de gevangenis uit zijn bijbel te lezen. Totdat twee bewakers hem de verrassende boodschap brengen dat hij die dag wordt vrijgelaten. De diplomatieke onderhandelingen van Tsjechië over zijn vrijlating zijn gelukt en na enkele dagen zit hij in het vliegtuig. “Op het moment dat het vliegtuig wegvloog, wist ik dat ik een vrij man was. Niets of niemand kon mij tegenhouden. Alles in mij was God aan het prijzen.” Het weerzien met zijn familie de volgende dag was emotioneel. “Er waren veel tranen van vreugde.” 

Versterk je relatie met God

Wanneer Petr vandaag de dag met christenen spreekt, probeert hij hen vaak aan te moedigen God te zoeken. “Je moet niet altijd alles direct willen, maar ook de tijd nemen voor God. Daarnaast vind ik het belangrijk dat we de dreiging van vervolging serieus nemen, maar er niet bang voor zijn. Als toegewijde gelovigen moeten we op Hem vertrouwen. Het beste kunnen we onze relatie met Jezus versterken door tijd te nemen voor gebed en Bijbellezen.” Het is bijna onvoorstelbaar, maar er zijn ook dingen die Petr mist aan zijn gevangenschap. “Ik mis het intensief uit de Bijbel lezen en het vele praten met mensen over God. Iemand zei ooit: ‘Als het dag is, zie je de sterren niet. Wanneer het nacht wordt, zie je ze steeds beter.’ Zo was het ook in mijn tijd in de gevangenis: ik was me op een intensievere manier bewust van Gods aanwezigheid.” 

N.a.v. ‘In handen van IS’, Petr Jasek, SDOK en De Banier, 215 blz., € 17,95 

Beeld: Jacqueline de Haas

Geschreven door

Elsina Neutel

--:--