Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Sarah heeft hypochondrie: ‘Ik denk dat elk vlekje of bultje kanker is’

Leven met een angststoornis

Sarah de Winter (35) kreeg op haar veertiende hersenvliesontsteking en raakte in een coma. Zij overleefde dit ternauwernood, maar ontwikkelde de angststoornis hypochondrie. “Ik ben doorlopend bang dat mijn leven van het een op het andere moment drastisch zal veranderen of zelfs eindigen.”

Deel:

Sarah is veertien als zij op school opeens spierpijn in haar arm krijgt. “Ik maakte mij in de eerste instantie geen zorgen, want ik had de avond daarvoor een zware sporttraining gehad. Maar na een kwartier werd de pijn onhoudbaar en kreeg ik opeens hoge koorts. Alle alarmbellen gingen rinkelen en enkele uren later lag ik in coma op de intensive care.” Sarah heeft een bacteriële hersenvliesontsteking. Het gaat zo slecht met haar dat de artsen vrezen voor haar leven.

Wonder boven wonder herstelt Sarah volledig, maar ruim twintig jaar later is zij nog steeds bezig deze heftige gebeurtenis te verwerken. “De hersenvliesontsteking bleek de trigger te zijn voor het ontstaan van mijn angststoornis hypochondrie. Sindsdien wordt elke seconde van mijn leven bepaald door angst. Het ligt als een donkere deken over mijn leven en zorgt ervoor dat ik nergens meer echt van kan genieten. Ik verkeer constant in de hoogste staat van paraatheid; voor mijn gevoel schuilt er overal gevaar en kan mijn leven in een oogwenk veranderen of zelf eindigen. Net als toen…”

Hypochondrie

“Hypochondrie is een stoornis waarbij iemand ervan overtuigd is een ernstige ziekte te hebben”, legt Sarah uit. “Mensen die hypochonder zijn interpreteren onschuldige lichamelijke sensaties, bijvoorbeeld een pijntje of jeuk, als symptoom van een gevaarlijke aandoening. De angst beheerst het dagelijks leven en de persoon kan niet meer ‘normaal’ of ontspannen met het eigen lichaam omgaan. Soms controleren mensen hun lichaam obsessief, maar er zijn ook mensen die het juist proberen te vermijden door bepaalde lichaamsdelen niet meer aan te (durven) raken of bekijken. Sommige mensen zitten om de haverklap bij de huisarts, terwijl anderen deze juist volledig vermijden omdat de angst te groot is.”

Elk vlekje of bultje ervaar ik als teken van borstkanker

Bij Sarah uit haar hypochondrie zich in een extreme, buitenproportionele angst voor een ernstige ziekte. “Ik heb vooral een enorme angst voor borstkanker. Elk vlekje of bultje ervaar ik als een teken van borstkanker. Ik durf amper naar mijn borsten te kijken, aanraken is al helemaal eng. Alsof het tikkende tijdbommen zijn die op een dag zullen ontploffen.” Naaktheid is voor Sarah erg stressvol, daarom draagt zij bijna altijd hooggesloten kleding. “Toch ken ik mijn borsten heel goed, want stiekem controleer je als hypochonder juist heel veel. De angst is namelijk zo groot dat er continu geruststelling nodig is. Even kijken of even voelen.” Pas als alles normaal aanvoelt, is Sarah voor een momentje gerustgesteld. Lang duurt het echter niet tot de angst opnieuw grip op haar krijgt en zij alles weer gaat controleren.

Paniekaanvallen

Wanneer Sarah denkt iets afwijkends te voelen of zien kan zij dagen -tot soms zelfs wekenlang- extreem heftige paniekaanvallen hebben. “Ik ben de eerste die doorheeft als er iets mis is met mijn lichaam, maar het vervelende is dat ik niet meer op mijn eigen oordeel kan vertrouwen. De alarmbellen staan zo scherp afgesteld dat ik soms moeilijk kan beoordelen of ik naar de huisarts moet of dat het puur mijn angst is die speelt. Gelukkig heb ik een heel fijne huisarts die me hier goed in begeleidt. Ze vraagt altijd hoe het met me gaat. Om hier genoeg tijd voor te hebben plant ze standaard een dubbele afspraak met mij in. Daarna vertel ik waarom ik er ben en welke rol mijn angst speelt. Zij bepaalt dan of lichamelijke controle wel of niet nodig is. Ik ben ontzettend blij met haar begripvolle benadering en prijs mij gelukkig met zo`n arts.”

Ik zou het vreselijk vinden als mijn kinderen mijn angst overnemen

Met het krijgen van kinderen heeft haar hypochondrie er een nieuwe dimensie bij gekregen. “Nu heb ik ook nog eens de angst dat mijn kinderen ziek worden.” Sarah wil niet dat zij doorkrijgen welke angsten zij heeft. “Ik zou het vreselijk vinden als zij mijn angst overnemen.

Gelukkig ervaar ik bij mijn kinderen iets minder angst dan bij mijn eigen lichaam. Ik controleer hun lijfjes nooit, behalve als daar echt reden toe is, zoals koorts. Waar ik bij mezelf soms moeilijk kan vertrouwen op mijn eigen oordeel, heb ik daar bij mijn jongens minder moeite mee. Ik weet wanneer er actie ondernomen moet worden of wanneer we even kunnen afwachten.”

Beoordelingsvermogen

Toch zijn er drie situaties waarin Sarah minder vertrouwen in haar beoordelingsvermogen heeft. “Omdat ik zelf ternauwernood die bacteriële hersenvliesontsteking heb overleefd, schiet ik meteen in paniek als een van mijn kinderen koorts heeft. Ik word hyperalert en ga direct op zoek naar vlekjes. Ik controleer dan of ze nog alert zijn en hun kin nog op hun borst kunnen doen. De paniekaanvallen die ik krijg als mijn kinderen ziek zijn, zijn echt verschrikkelijk.”

Ook bij een ongeluk raakt Sarah in paniek. “Ik vergeet nooit meer het moment dat mijn zoon een gat in zijn hoofd had en hij in het ziekenhuis gelijmd moest worden. Mijn man is meegegaan de behandelkamer in, want ik kan hier niet goed mee omgaan. Net als toen mijn zoon hard op zijn tand viel en naar de spoedtandarts moest. Zijn tand is onder verdoving rechtgezet en ik heb hem dagenlang nauwlettend in de gaten gehouden. Ik was bang voor een levensbedreigende bacterie in de wond waardoor hij straks in het ziekenhuis opgenomen moet worden, met alle risico’s van dien.”

Wat als hij het niet zou overleven?

De derde situatie waar Sarah moeilijk mee kan dealen is wanneer er écht iets aan de hand is. “Een van mijn zoons heeft astma. Gelukkig heeft mijn partner ook astma en weet hij hoe je hier het beste mee om kunt gaan. Hij weet precies wanneer je wel of niet naar het ziekenhuis moet. Vorig jaar was zo’n moment. Ik bleef thuis bij mijn andere zoon en heb de hele nacht in paniek lopen ijsberen, want wat als hij het niet zou overleven?”

Geen ontsnappen aan

Sarah heeft meerdere angststoornissen, maar vindt hypochondrie het zwaarst om mee te leven. “Er is geen ontsnappen aan. Je kunt niet even een dagje niet in je eigen lichaam zitten. Als ik last heb van mijn claustrofobie kan ik ervoor kiezen om de trap te nemen in plaats van de lift en is er niks aan de hand. Daardoor is de claustrofobie niet constant aanwezig, in tegenstelling tot de hypochondrie. Dit vreet enorm veel energie, want er is altijd wel iets waarover ik mij zorgen maak!”

Ik blijf proberen mijn angsten onder controle te krijgen

Ondanks de vele soorten therapie die Sarah in de afgelopen jaren heeft gehad is haar angst nog altijd allesoverheersend aanwezig. “Het is inmiddels niet alleen de angst zelf, maar ook de angst dat mijn zoons het zien en overnemen. Ik zou het mezelf nooit vergeven als dat zou gebeuren. Dat maakt het enorm zwaar, want als ik in paniek ben, moet ik nog altijd een glimlach kunnen produceren. Ik blijf proberen mijn angsten onder controle te krijgen, wat er ook aan therapie nodig is. Binnenkort start ik met de zoveelste nieuwe therapie en ik hoop nog altijd dat er op een dag een therapie is die wél aanslaat!

Lees ook: Adriana had last van angst en chronische hyperventilatie

Op haar Instagramaccount @sarahbruist is Sarah open en eerlijk over haar psychische problemen.

Geschreven door

Rita Maris

--:--