Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Schrijfster Soheila Fors bekeerde zich van de islam naar het christendom

‘Door die droom verdween al mijn haat’

De Iraanse Soheila Fors groeit op met islam als religie. Van jongs af aan heeft ze een verlangen in haar hart: ze wil God leren kennen. Niet als een religieus figuur voor wie ze bang moet zijn, maar als persoon. Op een nacht heeft ze een bijzondere droom.

Deel:

Soheila Fors groeit op in Iran met een moeder die zeer conservatief moslim is en wil dat ze volgens de sharia leeft. Ook haar vader is moslim, maar hij is juist zeer progressief. Soheila’s vader stimuleert haar een ‘vrije vrouw’ te worden. “Het was een constant conflict binnenin mij.”

Uitgehuwelijkt

Naar gewoonte wordt Soheila op jonge leeftijd uitgehuwelijkt. Dit blijkt geen gelukkige match: ze komt in een gewelddadige relatie terecht. Soheila zit gevangen en kan niet uit dit huwelijk ontsnappen. Volgens de Iraanse wetten zou ze dan immers haar kinderen kwijtraken.

Op een nacht krijgt Soheila een visioen. Ze ziet Jezus zitten in haar kamer. “Het was alsof er een gloed van licht over me heen kwam. Ik voelde dat die me volledig reinigde en vrij maakte. Alle haat die ik voelde, alle wrok om niet te kunnen vergeven, verdween als sneeuw voor de zon. Het is heel moeilijk om goed te omschrijven wat er in Iran gebeurd is en ik wil ook niemand veroordelen, maar dit was genade. Ik heb het niet gezocht, maar het overkwam me, een nieuwe manier van leven. Er is geen andere omschrijving voor dan een geestelijke: ik heb een nieuw hart gekregen.”

Isa en Jezus

Soheila gaat als jong meisje naar Koranschool en leert de soera’s. Hoewel ze opgroeit met Isa, merkt ze dat de persoon in haar droom anders is. “Ik heb Jezus echt ontmoet. Als iemand dit leest, zegt hij of zij misschien: ‘daar geloof ik niet in.’ Dat respecteer ik. Ik groeide op met religie, maar ik houd niet van dat woord. Religie gaat alleen maar over jezelf en is egoïstisch. Het draait om hoe je je gedraagt, wat je eet, wat je zegt. Het is een ladder waarop je klimt naar de hemel en naar God. Er is inderdaad een ladder, maar deze gaat niet van mij naar God toe, maar van God naar mij. Jezus kwam via die ladder naar beneden, naar mij toe. Het grote verschil was dat ik in de religie waar ik mee opgroeide m’n eigen ladder moest bouwen door al m’n goede daden. Vergeving bestaat niet in mijn cultuur. Toen ik Jezus ontmoette, ontmoette ik iets anders dan ‘religie’. Ik kreeg een relatie. Zijn liefde is overweldigend: Hij oordeelt niet. Ik was kapotgemaakt, maar Hij heeft alle stukjes gepakt en het weer heel gemaakt.

Vraagtekens bij geloof

Ik heb soms mijn vraagtekens bij het christelijk geloof hier in het westen. Lijden mag hier geen deel uitmaken van het leven. Westerse christenen willen zegeningen. Ik wil niet oordelen, maar die manier van leven is wel egoïstisch. Het is volgens mij heel simpel: leef voor Hem. Wanneer we liefhebben, is iedereen onze naaste, van welke religie ook. De moslims noemen me soms heilig, maar dat ben ik niet. Ik ben aangeraakt door God.”

Soheila woont tegenwoordig in Zweden en helpt vrouwen die slachtoffer zijn geworden van bedreiging met eerwraak. Haar verhaal lees je in Eva 8.

Lees ook: Twee geloven op een kussen. Kan dat?

Tekst: Jeannette Coppoolse

Beeld: Soheila Fors

Geschreven door

Jeannette Coppoolse

--:--