Ga naar submenu Ga naar zoekveld

‘SGP-vrouwen waren bijna een vergeten groep’

Marlies van der Staaij in boek 'Vrouwen van de SGP'

Star, vrouwonvriendelijk, fundamentalistisch en hopeloos ouderwets: een greep uit de grabbelton met negatieve etiketten die moeiteloos door velen op de SGP worden geplakt. De oudste politieke partij zit al jaren in de hoek waar de klappen vallen, vooral vanwege het felomstreden vrouwenstandpunt. Een gloednieuw boek werpt een verrassend en vooral vriendelijker licht op de partij.

Deel:

Zoals een geluid en zijn echo bijeen horen, zo horen voor velen de woorden SGP en vrouwenstandpunt bij elkaar. Jarenlange, breed uitgemeten discussies en soms snoeiharde verwijten aan het adres van de staatkundig-gereformeerden zijn daar debet aan. Journaliste Petra van Leeuwen besloot de partij eens door een andere bril te bekijken: wie zijn eigenlijk de vróuwen in de binnenste cirkel van de SGP-kringen en wat vinden zij van de partij? In haar zojuist verschenen boek Vrouwen van de SGP laat ze er tien aan het woord: van de fractiesecretaresse tot mevrouw Van der Vlies.

Liefs

Ook Marlies van der Staaij-van Ree (36) is voor dit boek geïnterviewd. Zij is getrouwd met de tweede man van de SGP, mr. Kees van der Staaij, en moeder van twee geadopteerde kinderen: Camila (3) en Michaël (6). Velen kennen haar van het boek Liefs uit Bogotá, waarin het echtpaar uit de doeken doet met welke vreugden en tegenslagen hun adoptieprocedure gepaard ging. “Ik was meteen enthousiast toen ik over de plannen van Petra van Leeuwen hoorde,” vertelt Marlies in haar sfeervol ingerichte woning in Benthuizen. “Vooral omdat ik heel graag wilde dat de SGP op een positieve wijze werd neergezet. Na alle commotie die is ontstaan, komen nu eindelijk de vrouwen zélf eens aan het woord. We waren, hoe paradoxaal dit ook klinkt, bijna een vergeten groep!”

Iedereen ziet je al snel als ‘de vrouw van’. Wat vind je daarvan?
Glimlachend: “Ik zie dit niet negatief, alsof ik een soort aanhangsel ben. Kees doet inderdaad het werk, maar op de achtergrond speel ik een duidelijke rol. Die bestaat uit het feit dat je samen over dingen praat, dat ik meega als er bijvoorbeeld een moeilijk interview voor Nova is of bij een ingrijpend ethisch debat – puur als support.”

Cardiologie

In Vrouwen van de SGP vertelt Marlies dat haar werk als verpleegkundige op de afdeling cardiologie haar lust en haar leven was. Na lang wikken en wegen heeft ze haar baan echter tijdelijk opgezegd, omdat ze het niet langer kon combineren met het werk van haar man in de Tweede Kamer én de zorg voor hun vanuit Colombia geadopteerde kinderen.

Je man kwam in 1998 in de Tweede Kamer. Wat veranderde hierdoor voor jou?
“Ik werkte toen zelf nog veel en onregelmatig. Kees kreeg ook een drukke, onregelmatige baan. Opeens zagen we elkaar veel minder. Er is een periode geweest dat we weinig tijd samen hadden. Toen hebben we tegen elkaar gezegd: nu moeten we oppassen; we moeten een modus vinden waarbij we meer tijd met elkaar hebben. Dat was toen even heel belangrijk voor mij. Ik ben eerst minder gaan werken, en uiteindelijk – maar dat heeft best lang geduurd – heb ik mijn baan opgezegd. Toen Kees in de Kamer kwam, was ik wel bang dat mensen me anders zouden gaan benaderen. Vooral bij oudere mensen leeft soms nog een bepaald ‘standsgevoel’. Maar ik ben en blijf gewoon Marlies! Ik zou het vreselijk vinden als er afstand kwam tussen mij en andere mensen. Ik wil er voor iedereen zijn, net als in het ziekenhuis: je bent er voor ‘gewone’ mensen, maar ook voor drugsverslaafden en criminelen – die heb ik met liefde verzorgd.”

Biedt het leven als moeder en fulltime huisvrouw je evenveel voldoening als die baan in het ziekenhuis?
Zonder aarzeling: “Ja. Ik heb er wel héél lang over gedaan om de beslissing te nemen met mijn werk te stoppen. Het was érg moeilijk om dat los te laten. Maar ik kon niet anders. Toen ik eenmaal thuis was, voelde het toch heel goed. Ik kon al snel vanuit huis als vrijwilliger telefoondienst doen voor de Nederlandse Patiënten Vereniging. Sinds kort ben ik voor onze kerk coördinator voor de vrijwillige terminale thuiszorg in Benthuizen. Omdat dit op mijn pad kwam, ben ik dus – zij het vanuit huis – nog steeds met zorg bezig.”

Is het voor jullie moeilijk om een balans tussen privé en werk te vinden?
“Daar zijn we redelijk in geslaagd, door heel duidelijk afspraken te maken over met name de vrijdag- en zaterdagavonden. Op een gegeven moment was er bijna niets meer privé, alleen nog de zondag.”

Non

De goedgevulde boekenkast in huize Van der Staaij getuigt ervan: Marleen van der Staaij en haar man lezen veel. Zelf zit ze op twee leeskringen, die ze samen met anderen heeft opgericht. Naast opvoedkundige boeken behandelen ze ook literaire werken, zoals Knielen op een bed violen van Jan Siebelink en Het kleine meisje van meneer Linh van Philippe Claudel.

Eind 2005 stond je in de ‘Visie’-rubriek ‘Aangenaam’. Als favoriete boek noemde je ‘De dood van een non’, van Maria Rosseels. Opmerkelijk dat je, als lid van de Oud-Gereformeerde Gemeenten, zo’n onmiskenbaar katholiek boek noemt!
“De existentiële vragen waar de hoofdpersoon mee worstelt, heb ik ook gekend. Daarnaast heeft Rosseels een enorm knappe schrijfstijl. We hebben het samen gelezen. Misschien is het te privé hoor, maar als we op dezelfde tijd naar bed kunnen gaan, lezen we samen een boek – al is het maar een bladzijde. Zo hebben we al heel wat boeken gelezen.”

Met het boek tussen jullie in?
Schaterlachend: “Nee... Kees leest voor! Dat is heel leuk, en goed voor de band die je samen hebt, omdat je samen dingen deelt.”

Gevraagd naar jouw ambitie, gaf je in datzelfde ‘Visie’-interview aan dat je wilde groeien in het leven naar Gods wil. Ben je hierin gegroeid?
“Zo zou ik het niet willen formuleren. Het is wel nog steeds mijn streven. Iedere dag vraag ik weer: ‘Leer mij naar Uw wil te handelen’ – een psalmversje dat we ook vaak aan tafel zingen, met de kinderen. Ik denk dat je er iedere keer achterkomt dat je juist van God af gaat, maar ik hoop dat ik elke dag iets kan doen wat naar Zijn wil is. Dat zou al heel groot zijn.”

Als buitenstaander krijg je soms de indruk dat in de Oud-Gereformeerde Gemeenten niet zo makkelijk over persoonlijke geloofszaken wordt gesproken. Alsof er een rem op ligt. Herken je dat?
“Dat is inderdaad in onze kringen wel zo. De vragen rond de oprechtheid van het geloof zijn heel persoonlijk, en met schroom omgeven. Het geloof is in onze gemeenten geen vanzelfsprekende zaak, maar een bijzondere gave van God. Zo zie ik dat zelf ook. We moeten wél oppassen dat we God niet aan een bepaalde bekeringsweg binden. De belofte van het Evangelie is dat iedereen die in de gekruisigde Christus gelooft, het eeuwige leven heeft. Maar wat wél altijd wordt benadrukt, is dat het niet zomaar gebeurt.”

En met ‘het’ bedoel je...?
“Dat je deel krijgt aan het heil.”

Vrouwvriendelijk

Terug naar Den Haag. “De fractie van de SGP is echt een gezellige club!” zegt Marlies in Vrouwen van de SGP. Hoe komt het dat de partij zo’n totaal ander imago heeft? “Ik denk vooral omdat men het beeld heeft dat heel veel niet mag en heel veel moet,” antwoordt ze. “Misschien ook door die donkere pakken, en het zijn natuurlijk alleen mannen. Ik had vooraf best mijn vragen, maar de eerste kennismaking met de fractie was een warm welkom. Ze zijn heel enthousiast en vrolijk.”

Én hoffelijk voor vrouwen?
“Nou en of! Bij een eerste bijeenkomst die ik meemaakte, haalde iemand direct een drankje voor me en de deur werd bijvoorbeeld netjes voor me opengehouden – voor hoffelijkheid ben ik ook erg gevoelig. Men is heel vrouwvriendelijk bij de partij. Het is ook absoluut niet zo dat jouw mening als vrouw niet telt; ze zijn echt geïnteresseerd in wat je zegt.”

Regeren is vooruitzien: denk je wel eens aan de mogelijkheid dat je man ooit SGP-fractievoorzitter wordt?
“Dat is inderdaad een reële mogelijkheid, want we zijn een tweemansfractie. Kees was dertig toen hij in de Kamer kwam. Wat we toen tegen elkaar zeiden, geldt ook nu: laten we maar afwachten hoe God ons leven leidt. We kunnen niet in de toekomst kijken. Het zou ook helemaal afhangen van onze thuissituatie. Het is niet: de SGP ten koste van alles.”

Ze zijn er nog te jong voor, maar stel dat jullie kinderen een politieke loopbaan zouden ambiëren. Laten we het – gezien deze SGP-context – tot Michaël beperken: hoe zou je het vinden als hij de politiek in wil?
“Ik zou het leuk vinden, omdat ik de politiek als boeiend ervaar. In de herfst gleed zijn vriendje uit over gladde bladeren. ‘Papa, daar moet u in de politiek wat tegen doen,’ zei hij, ‘want dat is glad voor kinderen!’ Het besef dat je via de politiek iets voor anderen kunt doen, zit er dus al vroeg in!”

In het boek geef je aan dat je overweegt lid te worden van de SGP. Dat klinkt wat aarzelend...
“Ik besef heel goed dat het toch wel gevoelig ligt bij mensen. Ik ken vrouwen die er wél moeite mee hebben. Ik hoef er niet als eerste te staan om me aan te melden. Zelf heb ik geen bezwaar om lid te worden; het is voor mij meer een manier om mijn verbondenheid met de partij tot uitdrukking te brengen. Dus ik kijk het nog even aan en neem dan een beslissing. Ik wil daar met wijsheid mee omgaan. Ik denk aan Paulus’ advies: je mag met een gerust hart offervlees eten, maar doe het niet in aanwezigheid van anderen die daar moeite mee hebben. Zo is het hier ook.”

Je gaf vooraf aan dat je één voorwaarde had bij dit interview: geen vragen over het vrouwenstandpunt van de SGP. Wil je uitleggen waarom niet?
“Ik vind het erg jammer dat de SGP zoveel negatieve publiciteit heeft gehad en dat de partij nu wordt gelijkgesteld met het vrouwenstandpunt. De SGP is veel meer en heeft zóveel te bieden. Ik hoop dat de partij in rustiger vaarwater komt. Er is veel kostbare tijd door verloren gegaan. Die had aan betere dingen kunnen worden besteed.”
 

N.a.v. ‘Vrouwen van de SGP’, Petra van Leeuwen, Uitgeverij De Groot Goudriaan, Kampen, 2007, € 17,50. ISBN 139789061404439.

--:--