Stef Bos: 'Ik mag fouten maken en dat wordt niet afgerekend door boven'
28 juni 2019 · 19:00
Update: 15 november 2024 · 13:25
Stef Bos heeft veel met de Bijbelse figuur Petrus. Hij heeft idealen, blaast hoog van de toren en tegelijktertijd struikelt en valt hij. Dat is de mens in zijn hele spectrum, vertelt hij in het radio-programma Onderweg. Hier kun je de podcast-aflevering van het hele gesprek alvast beluisteren!
Stef Bos ging de afgelopen jaren van 'ik geloof in niks', naar 'ik geloof in iets' en praat in dit interview uitgebreid over deze beweging, over zijn leven in drie landen en over zijn soms moeizame relatie met vaderland Nederland. En hij vertelt over het maken van liedjes. ‘Een goed lied dient zichzelf aan. Jij moet iets raak zien, is de Zuid-Afrikaanse uitdrukking’, vertelt Stef.
Zo ontstond het lied van Ruth in de wachtrij bij de burgerlijke stand in Kaapstad. Stef was daar omdat hij zou gaan trouwen met een Zuid-Afrikaanse. ‘Het zijn rijen die heel lang duren. Ik stond daar als vreemdeling met mensen uit Somalië, Ethiopië en Congo. Ik was de enige blanke die ertussen stond. Ze keken me ook een beetje vreemd aan. Zo van: kan die man geen advocaat betalen die dat regelt? Maar ik sta graag in de werkelijkheid en hoorde ondertussen de ongelofelijke verhalen van mensen die 6000 kilometer hadden gelopen voor een beter leven. Wij denken dat ze hier komen, maar 90 procent gaat naar Zuid-Afrika, want daar zit geen water in de weg. Er zijn naar schatting 10 miljoen illegalen in Zuid-Afrika op een bevolking van 50 miljoen.’
Terwijl Stef in de rij stond, belde hij met een vriendin, de Zuid-Afrikaanse zangeres Amanda Strydom, over een project met liedjes over figuren uit de Bijbel die hem fascineerden. ‘Amanda zei tegen mij: je moet ook iets met Ruth doen En toen viel alles samen. Ik stond daar en besefte: ik ben een vreemdeling. Ruth volgt haar schoonmoeder naar een land dat haar niet vriendelijk gezind is. Ik stond daar als blanke in een land waar alles op elkaar knalt, omdat ik een sprong wilde maken vanwege de liefde. En opeens komt het dan zo dicht op je huid. Dat is uiteindelijk het lied geworden waardoor ik iets kon vertellen over de sprong die je in het leven soms moet maken.’
Mildheid van Christus
Op de vraag met wie Stef zich het meest verwant voelt, antwoord hij dat hij zich al sinds zijn kindertijd het meest verwant voelt met Petrus. ‘Dat is een mensen-mens. Met grote idealen, hij blaast hoog van de toren, maar tegelijkertijd struikelt en valt hij. Dat is de mens in zijn hele spectrum. Het is zalig om dat als een voorbeeld te hebben zodat je weet: ik mag ook fouten maken. En te weten: dat wordt niet zo afgerekend door boven.’
‘De verraadscene met die haan zit ook in liedjes van mij. Dat zijn dingen die zo beklijven, dat heb je als kind al in de gaten. Daar wordt je geleerd: probeer wel oprecht te zijn in wat je denkt en niet uit gemak, of angst, of zelfbehoud de essentie van waar je voor staat te verraden. Dat wordt op een heel mooie manier uitgelegd. En de mildheid van Christus vind ik een onuitputtelijke filosofie om vanuit te leven. En dan gaat het nog niet eens om wat je gelooft. Want dat is bij mij altijd de vraag.'
'Religie moet ons ondersteunen en een pad wijzen hoe je het leven een beetje kunt zien. Het zijn onze mythes. Maar als het iets is wat je gaat beknellen, wat je in het gareel moet houden, waar je eigenlijk wel uit zou willen, daar worden mensen niet gelukkig van.'
Lichtgevende mensen nodig
Stef denkt nog steeds terug aan de dominee uit zijn jeugd. ‘Dominee Overduin was een fascinerende man. Hij was uit Dachau gekomen, maar ironisch genoeg milder geworden. Hij zat niet meer vast in de theologie, maar zag de spiritualiteit. Hij was een lichtgever. Dat soort lichtgevende mensen hebben we nodig. Ik weet niet of ik het ben, maar ik kan wel iets van licht doorgeven.’