Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Thea’s partner heeft een dwangstoornis

“Ik liep voortdurend op mijn tenen”

Thea van Bodegraven (51) leefde achttien jaar lang in angst. Haar partner heeft een dwangstoornis. Door zijn constante behoefte aan bevestiging en goedkeuring, had Thea een dagtaak aan hem geruststellen. Dat dat het eerder erger dan beter maakte, ontdekte ze toen ze een opleiding ging doen. Ze schreef een boek over hoe je iemand die dichtbij je staat en een dwangstoornis heeft, wel kan helpen.

Deel:

Thea leerde haar man kennen bij een gospelkoor waar ze beiden zongen. Dat hij een dwangstoornis had, wist geen van beide. “Die dwangstoornis uit zich in allerlei dwanggedachten. De dwang had hem en daarmee ook mij, in zijn greep. Het wordt een gevangenis waar je in leeft. Continu moeten bevestigen en zeggen dat alles goed is, daar word je gek van. Het maakte mij enorm eenzaam, ik kon geen woorden geven aan wat er was en dat maakt het heel moeilijk om het met anderen te delen. 

Angst en dwang kunnen bestaan en groot worden in een bepaalde omgeving, maar zodra je het gaat delen kunnen ze niet meer blijven bestaan. Mijn man heeft nooit letterlijk gezegd dat ik er niet over mocht praten, ik deed het gewoon niet. Dat paste ook bij mijn opvoeding, waarin je je eigen boontjes moest doppen. Je sprak niet over gevoelens, dat was vroeger, ook bij veel kerkelijke gezinnen, zo. Misschien nu nog wel.”

‘Niemand vertelt vol trots over een dwangstoornis’

“Niemand vertelt vol trots over dwang, dat is nog nooit zo geweest. Dingen die niet leuk zijn, verberg je liever voor anderen. Maar daardoor kom je steeds meer in een isolement. Ik liep voortdurend op mijn tenen. Als mijn man zijn fiets in het hok zetten, hoorde ik al hoe zijn stemming was en waar ik rekening mee moest houden”, vertelt Thea. De keren dat ze er wel met iemand over sprak, kreeg ze goedbedoelde adviezen waar ze niets mee opschoot. 

Maar tijdens Thea’s moeilijke zwangerschappen, waarbij ze beide keren een zwangerschapsdepressie doormaakte, bleek haar man wel haar grote steun en toeverlaat. “Zo werkt angst en dwang, het is net als water. Zodra er ook maar een millimetertje ruimte is, dringt het zich erdoorheen. Maar als alles potdicht zit, dan trekt het zich terug. Ik kreeg na mijn tweede zwangerschap ook nog een postnatale depressie, al die tijd was mijn man er voor mij.” 

Helaas kwam de angst en dwang bij haar partner in volle hevigheid terug toen Thea zich weer beter voelde. De diagnose dwangstoornis werd bij haar partner gesteld, toen hun zoon ongeveer acht jaar was en een behandeling om met zijn angst en dwang om te leren gaan. Hij knapte daar enorm van op. “Toen herkende ik dingen ook bij mijn man en ik zag pas goed de volle omvang van de angst en de dwang en hoezeer het ons leven in zijn greep had.”

De ommekeer

Elke dag was het hetzelfde liedje, haar man kwam thuis uit zijn werk en dan moest er besproken worden wat er die dag allemaal niet goed was gegaan. Alles moest geanalyseerd en eindeloos doorgesproken worden. Thea werd er doodmoe van. “Ik zat op een gegeven moment helemaal aan de grond, dan is er nog meer een weg en die gaat omhoog,” vertelt Thea. “Dat wist ik toen nog niet, maar ik moest gewoon iets doen. Ik trok me terug uit mijn rol van bevestiger. Tegelijkertijd kreeg ik de kans om betaald een opleiding te gaan doen. Die greep ik met beide handen aan, het kon me niet schelen welke opleiding, als ik maar iets anders te doen had.” 

Thea werkte als docent verpleegkunde op het mbo en ging een coachopleiding volgen. “Dat gaf me zoveel inzicht, het was het beste wat ik had kunnen doen op dat moment. Achteraf weet ik dat God hierachter zat, het was natuurlijk niet allemaal ‘toevallig’.“ Tijdens de opleiding leerde Thea praten en delen, waardoor ze veranderde en meer zichzelf werd. 

‘Emotionele chantage hoort bij dwang’

Haar man had beloofd om ook die therapie te gaan doen als hun zoon klaar was met zijn therapie, maar toen het eenmaal zo ver was, weigerde hij. Hij zag niet in wat hem nu nog zou kunnen veranderen. “Dat is emotionele chantage en dat hoort bij de dwang, maar dat kon ik ook. Ik hem op mijn beurt onder dwang gezet om toch die therapie te gaan volgen. Dat voelde toen niet als liefdevol helpen, maar dat is wel het grootste wat ik voor ons heb kunnen doen. Daar zijn we achteraf beiden van overtuigd.”

Alles waarin haar man gevangen werd gehouden heeft hij kunnen verbreken. Hij kan waardering voelen en ontvangen. “Hij neemt nu zijn verantwoordelijkheid en legt dat niet meer bij anderen neer. Ik heb geleerd om de verantwoordelijkheid bij hem te laten en vertrouwen te hebben. Alles kost wat, maar geeft ook wel iets. Alleen moet de pijn wel gezien en erkend worden. Sommige pijn blijft wel, maar er komt ook iets voor in de plek. Ik merk dat er dingen en personen op mijn pad komen en volgens mij heeft God daar een hand in.” 

Het boek

Toen Thea al tweeëneenhalf jaar haar eigen coachingpraktijk runde, hoorde ze zichzelf zeggen: ik ben een praktijk aan het opzetten. “Maar dat was ik helemaal niet, zegt Thea, “die had ik al! Ik wilde verder professionaliseren en het schrijven van blogs en artikelen hielp me daarbij. Ik merkte toen ook dat het schrijven mij hielp om dingen te verwerken. Vanuit de stichting rondom dwang en angst werd gevraagd of ik een boek wilde schrijven naar aanleiding van mijn blogs. Dat moest op hun manier, met hun format. Dat zag ik niet zo zitten, maar een boek moest er komen.”

Een oud-collega in Portugal bood Thea een plek waar ze in alle rust kon schrijven. “Dat heeft me heel erg geholpen, en ik had meteen een proeflezer bij de hand. Terug in Nederland vond ik na een half jaar een uitgeverij die het wilde publiceren. Inclusief een werkboek, waarin ik alle interviews kwijt kon die ik voor het boek had gehouden.”

Het boek en werkboek samen zitten vol met voorbeelden. Het is niet het persoonlijke verhaal van Thea, al deelt ze her en der wel wat ervaringen, maar juist over wat het betekent om te leven met een partner met een angst- en dwangstoornis, en op welke manier je iemand kunt helpen. “Ik wil vooral de omgeving van iemand met zo’n stoornis een hart onder de riem steken. De hulpverleners vragen je nooit eens: ‘hoe is het nu met jou?’, want ze zijn bezig met je vertellen wat je wel en niet moet doen. Dat is logisch, maar je mist wel aandacht en persoonlijke zorg. Ik vooral ook laten weten dat mensen niet de enigen zijn die hiermee moet leven.”

Thea’s boek is eind januari 2020 verschenen bij uitgeverij Droomvallei.

Foto: Agapè Stories

Geschreven door

Joke Heijkens

--:--