Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Vakantie. Alle tijd voor God. Toch?

Theanne Boer over verlangen naar rust

We kunnen er in gedachten een waar paradijs van maken: zonovergoten stranddagen, eindeloze bergwandelingen, oergezellige campingmaaltijden en lange, stille avonden met een boek – liefst de Bijbel – voor de tent. Wat in ons hoofd verschijnt als we vakantieplannen maken, heeft alles te maken met onze diepste verlangens: rust, harmonie, liefde en God.

Deel:

Een tijd geleden gaf ik een workshop op een gezinsconferentie. Bij de ingang stond een bord waarop je post-it’jes mocht plakken. ‘Wat wens jij voor je gezin?’ stond er in hoofdletters boven. ‘RUST!’ had iemand eronder geschreven. Het zag eruit als een noodkreet en veel gezinnen zullen zich daarin herkennen. Zeker tweeverdienende gezinnen draaien door het jaar heen een strak schema van werk, school, kerk en huishouden. Om nog maar te zwijgen van de zorg voor ouder wordende ouders, de terreur van Facebook en Twitter en andere (on)belangrijkheden die continu aandacht vragen.

Files onderweg
Niet zo gek dus, dat velen van ons die paar weken weg als een oase van rust in de drukke agenda reserveren. Helemaal weg en even helemaal niets. En graag veel mooi weer, veel vriendjes voor de kinderen en veel mooie natuur. Eindelijk eens uitgebreid in de Bijbel lezen en een stille plek opzoeken om te bidden. Veel goede gesprekken met je partner en leuke dingen doen met je kinderen... Veel rust, veel ruimte, veel liefde, veel God. Want daarna moeten we er weer een jaar tegen kunnen. Maar als je dan de stress van het inpakken en de files onderweg, met ruziënde kinderen op de achterbank, hebt doorstaan en ook nog de tent hebt opgezet, ontdek je vervolgens dat de tijd wel erg hard gaat, de wensen van de gezinsleden nogal uiteenlopen, de stille avonden doorbroken worden met ‘Ik kan niet slapen’ en je dat boek maar niet uit krijgt omdat er in de omgeving zulke leuke dingen te zien zijn.

auskteez-tran-109200

Een beetje sudoku
Zelfs in het paradijs, zoals je je dat van tevoren had voorgesteld, kom je er nauwelijks aan toe om in je Bijbel te lezen en blijft die bestseller van Tim Keller dicht. Als je eindelijk, na de bakker, het campingwasje en de voetbalpartij met je zoon, in je stoel zit, lees je liever die lekkere roman, of je doet een beetje sudoku. Je ligt liever op het strand met je ogen dicht, of je gaat met je kinderen in de zee zwemmen. Morgen, als de rest naar dat marktje is, dan kun je wel even wat geestelijks lezen. 

En dan kan het zomaar gebeuren dat het ineens tijd is om de boel in te pakken en weer naar Nederland te crossen. Met veel leuke herinneringen, dat wel, maar ook met een licht schuldgevoel: ik heb niet alles gedaan wat ik had willen doen. Die stilte, die rust, was vaak ver te zoeken. Wel veel plezier, veel natuur, veel moois – maar van de tijd met God is niet veel gekomen en met echtgenoot had ik ook wel dieper door willen praten over de dingen die er echt toe doen.

Biologische klok
Op vakantie gaan, uit je eigen omgeving zijn en nieuwe dingen zien, is heerlijk. Het doet veel goeds met je gestel en je geest. Je neemt afstand van de dingen, je maakt plezier met je gezin of met vrienden, en je geniet gewoon van alles wat je ziet aan natuur en cultuur. Maar het haalt je ook uit je dagelijkse ritme, het verstoort je biologische klok en, doordat je andere dingen eet, misschien ook wel je spijsvertering. Je lijf en je geest zijn moe van het afgelopen jaar en dat merk je. Zo gek is het dan niet dat je het maken van een sudoku verkiest boven het lezen van de Bijbel. Of dat je je vaker ergert aan je partner dan je lief is. Dat je op het strand in slaapt valt, in plaats van de Bijbelstudie in Visie te lezen.

Voor het onderhouden van een relatie, of dat nu met God is of met je partner, je kinderen of wie dan ook, is behalve liefde ook discipline nodig. Discipline is veel makkelijker op te brengen als je een gezond dagritme hebt. En dat heb je nu net niet in de vakantie. Wie zich voorneemt om tijdens de vakantie in Frankrijk, of waar dan ook, eens lekker veel tijd vrij te maken voor God of voor echtgenoot of liefst allebei, die is te laat. Die had dat eerder moeten doen. In het strakke ritme van werk, school en kerk. Je krijgt die achterstand niet ingehaald in de vakantie. Niet in die paar weken.

Durf te ont-moeten
Ik durf nog net niet te zeggen: ‘Laat die Bijbel en aanverwante geestelijke lectuur maar thuis,’ maar ik zou wel willen zeggen: ‘Durf ook op geestelijk en relationeel gebied eens te ont-moeten.’ Laat het gaan. Leef in het moment, in het hier en nu. En geniet van wat er is en van wie er is. Behalve je reisgenoten, is daar ook altijd en overal onze God. Ook zonder met je neus in je Bijbel te zitten en met je handen gevouwen en je ogen dicht te bidden, is God daar. 

Je kunt Hem zien in je partner die je liefhebt, in je kinderen, in de natuur om je heen, in de zon die je verwarmt. Dan zou het zomaar kunnen dat je, terwijl je met je kind in zee speelt, hem of haar in gedachten zegent. Of dat je tijdens een bergwandeling je reisgenoten voor je uit ziet lopen en een gebed uitspreekt. Of dat je een prachtige vlinder ontdekt en bewondering voelt voor de Maker. Of dat je, terwijl je vrouw sudokuut, naar haar kijkt en haar bij Gods troon brengt. Of dat je, terwijl je bij het plaatselijke bakkertje in de rij staat, bidt voor het land waar je bent en waar een gevulde kerk op zondag al heel lang verleden tijd is. ‘Tijd met God’ hoeft geen afgebakend uur per dag te zijn. Maar een houding, een manier van zijn, die overal en altijd te beoefenen is. En die op den duur zijn vruchten afwerpt.

alex-blajan-95176

Breien voor God
Het woord is dichtbij u, in uw mond en in uw hart,’ zegt Deuteronomium 30:14. ‘Christus is in u,’ zegt Kolossenzen 1:27. Dat is het wonder van de incarnatie, die niet alleen met Kerst plaatsvond, maar sinds Pinksteren iedere dag. Hij is hier, net zoals jij hier bent. Of je Bijbel nu nog in je koffer ligt of niet. Daal, zo vaak je eraan denkt, af in je ziel om daar even met Hem te zijn. Geniet daar van het feit dat Hij met je mee is gereisd naar Frankrijk. Zonder tegen Hem een preek af te steken of een gebed-met-alles-erop-en-eraan uit te spreken. Gewoon zijn waar Hij is en verder niks. Ont-moeten.

De kerkvader Antonius kreeg bezoek van een oude dame die klaagde dat ze ondanks veel bidden nooit het gevoel van de tegenwoordigheid van God had. Antonius gaf haar als raad dat ze de eerste weken helemaal niet hoefde te bidden, maar alleen maar gewoon een kwartier stilzitten, de vrede in haar kamer opmerken en er blij mee zijn, en dan voor het aangezicht van God breien. Een poosje later kwam ze terug en vertelde: “Het is heel vreemd. Als ik tot God bid, of nauwkeuriger, als ik tot Hem spreek, voel ik niets, maar als ik stilzit, tegenover Hem, dan voel ik me opgenomen in Zijn aanwezigheid.”

Een andere kerkvader, Benedictus, heeft iets dergelijks opgemerkt. “Bidden is een voortdurend leven voor de ogen van de Goddelijke toeschouwer,” zei hij. We hoeven niets te presteren, maar we zitten voor Hem en alles wat we doen, doen we voor Zijn liefdevolle ogen. Bidden is je bewust zijn van je verlangens voor het aangezicht van God. Het is als bij een vriendschap. Je bent gewoon bij elkaar, zonder bepaalde bedoeling, vrij van alles. Dat de ander er is, is genoeg. Zo kom je in God tot rust en merk je iets van de stilte van de eeuwigheid.

Tekst: Theanne Boer

--:--