Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Vasten en bidden (Bijbelstudie)

De Bijbel Open met dominee Arie van der Veer

Ik wil het deze keer hebben over het onderwerp ‘vasten en bidden’. De laatste jaren is er meer aandacht voor dit onderwerp. Met name in de tijd vóór Pasen, de zogenaamde veertigdagentijd. Wat is vasten?

Deel:

Vasten is letterlijk niet eten (nesteuo): niet (ne) eten (esthio). Toch houdt vasten in de Bijbel veel meer in dan alleen niet eten en drinken. Vaak lees je over de combinatie vasten en bidden. Dat werd gedaan in een bijzondere setting en met een duidelijk doel. Er werd vaak gebeden en gevast in tijden van onrust of moeilijkheden. Koning David vastte, toen hij vernam dat Saul en Jonatan waren gedood. Nehemia nam een periode van bidden en vasten in acht, toen hij vernam dat Jeruzalem nog steeds in puin lag. In vasten zit vooral het element van verootmoediging, je richten op God. Je komt in de Bijbel verschillende vormen van vasten tegen. Van heel streng naar minder streng. De Here Jezus vastte veertig dagen en nachten in de woestijn. Daarna staat er dat Hij honger kreeg, maar niet dat Hij dorst had! Vandaar dat de satan Hem verzocht met eten en niet met drinken. Je komt echter ook situaties tegen, waarin er niet gegeten en niet gedronken wordt. Zo’n periode duurde maximaal drie dagen, omdat je lichaam niet langer zonder drinken kan. Dat lees je over Paulus, toen hij na zijn onverwachte ontmoeting met Jezus in Damascus was. Drie dagen lang at hij niet en dronk hij niet

Paulus en Barnabas

Ik geef bewust eerst deze voorbeelden uit het Nieuwe Testament. Zo wil ik duidelijk maken dat vasten niet alleen iets is uit de tijd van het Oude Testament. Ook de kerk van het Nieuwe Testament kende het fenomeen. De gemeente van Antiochië vastte bijvoorbeeld en zond Paulus en Barnabas vervolgens uit voor hun eerste zendingsreis. Paulus en Barnabas namen ook de tijd om te bidden en te vasten in verband met het zoeken naar en het aanstellen van de oudsten in de kerken. Maar, en dat maakt het wat moeilijker, er wordt in de Bijbel, met name in het Oude Testament, ook veel kritiek gegeven op vasten. Bovendien doet Jezus er een opvallende uitspraak over. In het Oude Testament staan trouwens verschillende verhalen over vasten. Er werd niet alleen door Joden gevast, maar ook door niet-Joden. Koning David vastte, toen hij het verschrikkelijke bericht hoorde dat Saul en Jonatan waren gedood. Koning Josafat riep op tot vasten in heel Israël, toen zij op het punt stonden om door de Moabieten en Ammonieten te worden aangevallen. Stadhouder Nehemia nam een periode van bidden en vasten in acht, toen hij vernam dat Jeruzalem nog steeds in puin lag. Maar ook andere volkeren vastten. De bevolking van Nineve reageerde op de prediking van Jona met vasten en het dragen van rouwkleden. Darius, de koning van Perzië, vastte de hele nacht, nadat hij gedwongen was om Daniël in de leeuwenkuil te gooien.

Onrust en moeilijkheden

Bidden en vasten werd vaak gedaan in tijden van onrust of moeilijkheden. Maar vasten vond ook plaats op herdenkingsdagen. Sinds de verwoesting van Jeruzalem werd er zeventig jaar lang gevast. Toen de tempel na de ballingschap weer herbouwd was, rees de vraag of men wel moest blijven vasten. Het werd aan God voorgelegd. Gods reactie was: ‘Jullie vasten, maar doen jullie het werkelijk voor Mij?’ Voor God hoeft deze traditie niet. Hij heeft het nooit ingesteld. Eigenlijk stond er in de wet van Mozes maar één voorschrift en dat betrof vasten op grote Verzoendag. Samenvattend kun je zeggen dat er zowel in de tijd van het Oude Testament als in de tijd van het Nieuwe Testament werd gevast, omdat God het had bevolen en op basis van menselijk initiatief. Er werd gezamenlijk, maar ook persoonlijk gebeden en gevast om zich te verootmoedigen en te richten op God. Helaas was er ook sprake van uitwassen. Godsdienstige leiders lieten zich erop voorstaan. Hun vasten was uiterlijk vertoon van vroomheid. De motivatie erachter was gebaseerd op eigenbelang en zelfzucht. De Farizeeën vastten twee keer per week extra. Het persoonlijk vasten heeft Jezus nooit veroordeeld, maar deze gewoonte kon Hij absoluut niet waarderen.

Met tollenaars en zondaars aan tafel!

Hij heeft Zijn discipelen ervoor gewaarschuwd en hen de goede raad gegeven om alleen te vasten voor het oog van hun hemelse Vader. Jezus heeft gevast. Maar Hij heeft Zich niet altijd aan deze menselijke traditie gehouden. De discipelen van Johannes hadden er grote moeite mee. Zij ergerden zich aan het eetgedrag van Jezus. Hij vastte veel minder dan zij. Sterker nog, Hij lag zelfs met tollenaars en zondaren aan tafel. Zij vroegen Jezus: ‘Waarom vasten wij en de farizeeën wel regelmatig, en uw leerlingen niet?’ Jezus’ reactie was heel opmerkelijk: ‘Bruiloftsgasten kunnen toch niet treuren zolang de bruidegom bij hen is? Jezus bedoelde daarmee dat, nu Hij gekomen is, de tijd van vasten, van voorbereiden voorbij is. Hij was de beloofde bruidegom. Hij was de bruidegom en het leven met Hem mag een feest zijn. Hij zei er wel iets opmerkelijks bij: ‘Maar er komt een dag dat de bruidegom bij hen wordt weggehaald, dan zullen ze vasten. Jezus wees het vasten als zodanig niet af. Na Zijn heengaan zal er genoeg aanleiding zijn tot boete en berouw, maar niet tijdens Zijn leven op aarde.Lieve mensen, onthoud deze woorden: Maar er komt een dag … als de bruidegom er niet meer is … dan zullen ze vasten.

Die tijd is NU!

Zijn wederkomst

De tijd, waarover Jezus sprak, is de tijd tussen Zijn hemelvaart en Zijn wederkomst. In die tijd, zegt Jezus, dan zullen zij vasten! Niet vanwege verdriet, vanwege gemis, want Hij is hun verschenen en heeft beloofd dat Hij met hen is, al de dagen van hun leven. Maar waarom dan nu wel? Ik denk dat er altijd momenten en tijden kunnen zijn dat vasten en bidden passend is. Er kunnen vanuit de Bijbel verschillende momenten worden aangewezen, waarop je nu zou kunnen vasten, of misschien wel zou moeten vasten! Wij leven in een tijd van welvaart. Beseffen we wat welvaart kan doen in het leven van een gelovige? God waarschuwde daar Zijn volk Israël al voor, op weg naar het beloofde land. Het volk dacht zonder God te kunnen leven. De mensen dachten Hem nergens anders meer voor nodig te hebben dan voor de hemel... straks? Vasten zou kunnen inhouden dat je je bezint over jezelf en over wie God voor je is. Jezelf de vraag stellen wat werkelijk belangrijk is, waar het nu werkelijk om gaat. Vasten, de sleur doorbreken van eten en drinken, jezelf dingen ontzeggen. Ontdekken van welke dingen je (te) afhankelijk bent. Maar we kunnen ook vasten en bidden met het oog op Gods plan, de situatie in de wereld en Zijn wederkomst! We kunnen vasten en bidden voor bevrijding.

Dichter bij

In Jesaja 58 wordt uitgebreid geschreven over het vasten dat God verkiest: ‘Jullie moeten niet alleen vasten, jullie moeten meer doen. Bevrijd mensen die gevangen zitten, maak hun boeien los. Laat alle slaven vrij. Zorg dat niemand meer onderdrukt wordt. Deel je brood met mensen die honger hebben. Geef arme mensen een plek in je huis. Geef kleren aan mensen die naakt zijn. Zorg goed voor de mensen om je heen!' Je kunt vasten en bidden met het oog op de toekomst. Als je Gods plan wilt kennen, Zijn doel met je leven, als je inzicht wilt hebben in de weg die je gaan moet, doe dan als Daniël. Hij bad om inzicht in Gods plan en hij kreeg het. ‘Ik wendde mij tot God, de Heer, en gaf me over aan gebed en smeekbeden, al vastend en rouwend.’ Denk ook eens aan Gods geweldige beloften van Joël: ‘uw zonen en uw dochters zullen profeteren, en uw jongelingen zullen gezichten zien, en uw ouden zullen dromen dromen.’ Als er onzekerheid is over Gods weg, als we niet meer weten hoe het allemaal verder moet, doen we dan net als de gemeente van Antiochië? De gemeente ging vasten en bidden. En God gaf inzicht! Vasten. In meerdere vormen. Niet veel mensen zullen rigoureus minder gaan eten. Maar misschien hebt u zich voorgenomen om geen alcohol te drinken, niet meer te snoepen of te snaaien, geen vlees te eten, wat minder met sociale media bezig te zijn of om minder op het scherm van uw smartphone te kijken. Vasten in de lijdenstijd. Uiteraard stellen we ons de vraag: Wie is Jezus Christus voor mij? Waarom heeft Hij voor ons geleden? Je mag het ook breder trekken. Je mag jezelf de vraag stellen: Waar leef ik eigenlijk voor? Jezus offerde Zijn leven. Hij werd gekruisigd, maar had tot het laatst oog voor een ander, voor vriend en vijand. Jezus roept ons op om Zijn navolgers te zijn! De lijdenstijd kan zo een heel goede tijd zijn. Je komt dichter bij God, dichter bij jezelf en dichter bij mensen.

Geschreven door

Arie van der Veer

--:--