Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Waar of niet waar: Jona zat drie dagen in de buik van een vis

Zat Jona letterlijk drie dagen in de buik van een vis? Interessante discussie, maar volgens theoloog Rob Bell missen we de boot als we het alleen bij de waarheidsvraag houden.

Deel:

In deze blog wil ik graag duidelijk maken hoe krankzinnig sommige discussies over de Bijbel zijn. Ze leiden ongelofelijk af van de levensveranderende ervaringen die mogelijk zijn als we deze verhalen lezen zoals ze bedoeld zijn. Zoals het verhaal van Jona, die volgens het verhaal door een vis wordt opgeslokt. In de buik van de vis bidt Jona en drie dagen later op bevel van de Heer, spuwde de vis Jona uit op het land. Jona 2:11.

Sprookje of waarheid

Ik zie de rollende ogen al voor me, als reactie op dit verhaal. Iemand wordt opgeslokt door een vis en kan dat ook nog eens navertellen? Kom op, we leven in de 21e eeuw. We zijn dat station van magisch en mythisch denken toch allang gepasseerd? Deze sprookjes zijn we ontgroeid. Zijn dit niet precies de claims waardoor mensen afhaken? Waardoor mensen de Bijbel, God, geloof, Jezus en alles eromheen vaarwel zeggen?

Je kunt ook anders reageren: als de Bijbel zegt dat een man door een vis werd opgeslokt, dan ís dat ook zo. Want als jij ontkent dat het verhaal van Jona op deze manier gebeurde, hoe zit het dan met al die andere verhalen? Als je ontkent dat dit verhaal écht is gebeurd, ontken je dan ook dat al die andere wonderverhalen echt zijn gebeurd? Is het ook niet wat willekeurig, wanneer je dit verhaal wel, maar andere verhalen niet gelooft?

Of het nou letterlijk zo is gebeurd of niet: de schrijver wil een belangrijker punt maken

Uitsluiten

Hoe ik er zelf in sta? Ik denk niet dat het uitmaakt wat je gelooft over een man die door een vis wordt ingeslikt. Als je niet gelooft dat het letterlijk is gebeurd, is dat prima. Veel gelovigen hebben door de jaren heen dit verhaal gelezen als een gelijkenis over nationale vergeving. Ze duiden het surreële karakter van dit verhaal simpelweg als een geweldige manier om verhalen te vertellen.

De schrijver wil namelijk een belangrijker punt maken: over de Israëlieten en de Assyriërs en Gods oproep om een licht voor iedereen te zijn, in het bijzonder voor je vijanden.

Geloven we alleen de dingen die we in een laboratorium kunnen bewijzen?

Hartstikke goed. Mooi gezegd. Blijft er één probleem over. Sommigen ontkennen het door-de-vis-opslok-verhaal niet vanuit literair perspectief, maar omdat het gewoon niet kan. Dit roept een aantal vragen op: Wat zijn de criteria voor ontkenning? Bevestigen we alleen de dingen die we in een laboratorium kunnen bewijzen? Geloven we alleen de dingen waar empirisch bewijs voor is? Geloven we dat gebeurtenissen wel of niet hebben plaatsgevonden op basis van ons geloof dat zulke dingen wel of niet kunnen gebeuren? Sluiten we alles wat we niet kunnen uitleggen uit?

Wonderlijke elementen

Als we de wonderlijke elementen uit alle verhalen afwijzen, omdat we hebben besloten dat zulke dingen gewoon niet mogelijk zijn, beperken we onze wereld tot dat wat we kunnen begrijpen. We maken hem dan wel heel erg klein, en wat is daar nou leuk aan?

Ook de andere variant, die van – natuurlijk is hij door een vis opgeslokt, want dat is wat er volgens het verhaal is gebeurd- levert een probleem op. Als je het letterlijke feit dat een man door een vis wordt opgeslokt tot crux van het verhaal maakt, kun je voorbijgaan aan de betekenis van het verhaal. Ik leg verderop uit waar ik op doel.

Eerst de betekenis helder krijgen:

Gods reddende liefde

De schrijver focust met dit verhaal op de boodschap van Gods reddende liefde. Dat wanneer we die liefde de ruimte geven om door ons heen te stromen, zo krachtig en zo vol genade, zijn we in staat om zelfs onze ergste vijanden lief te hebben en hen te zegenen.

Het verhaal van Jona ondermijnt de heersende normen

De mensen die dit verhaal als eerste hoorden, zijn vast onrustig geworden door deze boodschap. Het verhaal lokt hen uit de tent. De Assyriërs? Ja, de Assyriërs waren een grote, gapende wond voor de Israëlieten. Dus wat nou Assyriërs zegenen! Het verhaal ondermijnt de heersende normen, want uitgerekend de vijand zou weleens meer open kunnen staan voor Gods reddende liefde dan de Israëlieten.

Daarom eindigt het boek Jona niet met een conclusie, maar met een vraag. Een vraag van God voor Jona en voor de Israëlieten: Zou Ik dan geen verdriet hebben om Ninevé, die grote stad? Jona 4:11.

God staat aan ieders kant

Dit verhaal vereist een non-duaal bewustzijn. Veel mensen zien de wereld in dualistische termen, waarin er goede en kwade mensen zijn, zondaren en heiligen, wij en zij – een wereld waarin mensen trouw blijven aan de labels en de hokjes waarin wij ze stoppen. Maar dit verhaal wil daar niks van hebben. Het verpulvert onze vooroordelen en labels volledig met de verklaring dat God aan ieders kant staat. Dat Hij genade en barmhartigheid uitdeelt aan een ieder, in het bijzonder aan degenen van wie wij vinden dat ze niet aan Gods kant staan.

Religieuze mensen zijn door de jaren heen erg goed geweest om zichzelf als wij te zien en mensen die geen deel uitmaken van hun groep als zij. Maar in dit verhaal is Jona, de gast die zichzelf als wij ziet, razend om hoe gezellig God met zij is geworden. Hij is zelfs zo boos dat hij liever dood wil dan dat hij met die spanning verder moet leven.

De discussie over de vis kan afleiden van de moraal van het verhaal.

Dit brengt ons terug bij die vis: voor de discussie is het gemakkelijk om het over die vis te hebben als afleiding van de moraal van het verhaal. Een verhaal dat ons wil confronteren met Gods liefde en ons wil ontwrichten. Liefde die ons kan veranderen in volwassenere en moedigere mensen, in mensen die zelfs van hun vijanden kunnen houden (kijk naar Jezus).

Krankzinnig

Dit brengt ons terug bij dat krankzinnige gedeelte. Je kunt eindeloos discussiëren over die vis en daarbij heilig overtuigd zijn dat je de waarheid aan het verdedigen bent. Of dat je het belachelijke, achterhaalde karakter van het man-in-de-vis-mirakel duidelijk maakt. Maar dat je uiteindelijk ontdekt dat iedereen in de discussie een comfortabele manier gevonden heeft om de echte kernvragen, de persoonlijke, overtuigende vragen die het verhaal oproept over wat er diep in de krochten van ons hart leeft, te vermijden.

Geschreven door

Rob Bell

--:--