Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Wat een jaar lang elke week Avondmaal met Gertine doet

Theologe Gertine is ermee opgehouden om te kunnen verklaren of begrijpen waarom het wekelijks vieren van Avondmaal zoveel met haar doet: 'Als ik niet afgelopen jaar iedere week brood en wijn had ontvangen, dan had ik niet de een nieuwe, diepe betekenis kunnen ervaren die ik nu pas ervaar.'

Deel:

Ik woon nu een jaar in Engeland en dat betekent ook dat ik al een jaar vrijwel wekelijks de Communion meevier in de Anglicaanse kerk. Al eerder schreef ik over de Maaltijd van de Heer, hoe deze ervaring voor mij niet altijd in woorden is uit te drukken. Dit bleef me bezighouden. De wekelijks terugkerende brood en wijn doet wat met me. Ik probeer er meer van te begrijpen.

Woordgerichtheid

Protestantse kerken zijn meestal erg op het Woord gericht. In sommige kerken neemt de preek zelfs de helft - of nog meer! -  van de liturgie in beslag. Het geloof is 'uit het horen' wordt dan gezegd. Oftewel: zoveel mogelijk woorden gebruiken, dan komt de boodschap misschien wel aan. Begrijp me niet verkeerd, ik hou ook van preken. Het is een prachtig waagstuk. Het moment in de liturgie waarin de Schriften worden verbonden aan onze context. Waar de prediker een poging doet om uit te leggen wat het goede nieuws vandaag voor ons betekent. 

Dat op-het-Woord-gericht-zijn past bij ons, westerse moderne mensen. Wij zijn immers rationeel. Echte kennis is dát wat we kunnen beredeneren, terwijl we van een afstandje naar de wereld kijken. We gebruiken woorden, zinnen en preken om de betekenis van het geloof op anderen over te dragen. 

Maar het neemt ons ook iets af. Want de Woordgerichtheid brengt ook met zich mee dat Avondmaalsvieringen in Protestantse kerken zo ongemakkelijk kunnen zijn. We willen de betekenis doorgronden met ons verstand, maar het lukt niet. Het ritueel verschrompelt tot een nietszeggend stukje brood en een betekenisloos slokje wijn. Ja, natuurlijk, het is ter gedachtenis aan Christus – dáárom doen we het. Maar is er nog iets meer te vinden? 

Ik denk niet dat echte kennis alleen maar verstandelijk is. Ik denk niet dat we puur rationele wezens zijn. Ik denk niet dat je pas echt iets doorgrondt, als je het kunt opschrijven in logische zinnen en kunt beredeneren met bewijsbare stellingen. 

Jesus happened

Een paar jaar geleden las ik het boek van Sara Miles, Take this bread. Hierin beschrijft ze hoe ze als nietsvermoedende voorbijganger zomaar een keer op zondagmorgen een kerk in San Francisco binnenliep, daar meedeed aan de liturgie en uitgenodigd werd in de kring van de Eucharistie. Ze kreeg brood, ze kreeg wijn – en dat moment veranderde haar leven

'And then we gathered around that table. And there was more singing and standing, and someone was putting a piece of fresh, crumbly bread in my hands, saying "the body of Christ," and handing me the goblet of sweet wine, saying "the blood of Christ," and then something outrageous and terrifying happened. Jesus happened to me.' 

Het ritueel laat haar niet los. Langzaam vindt Sara haar plaats in de kerk en in het geloof en startte ze een nieuwe versie van de tafel van Jezus: de voedselbank. Daar komen (nog steeds!) honderden vrijwilligers en hulpzoekers bijeen rondom het ‘voeden en gevoed worden’. Eén stukje brood en één slokje wijn veranderden vele levens. 

Sara Miles had niet eerst een uitleg gehad om te begrijpen wat er ‘precies’ gebeurde. Ze wist weinig van theologie. Ze had geen idee van Zwingli en Luther en Calvijn en de Reformatie en de discussies over waar brood en wijn voor staan. Ze wist alleen dat er iets gebeurde dat haar aanzette tot verandering. 

Elke week ontvangen

Je lichaam begrijpt dingen die je hoofd niet altijd vat. Ons hoofd kan niet van een afstandje de wereld bekijken. We staan, zitten, knielen in deze wereld. Lichamelijke kennis doen we op door wat we doen, door gewoontes, rituelen, praktijken. Een van de rituelen die ons als gelovigen het meest zou moeten vormen, is de Maaltijd van de Heer. 

Maar waarom vieren we die dan in de Nederlandse protestantse kerken zo weinig? 

Ik ken heus wel alle bezwaren die opgeworpen worden. De dienst wordt lang, wat te doen met avondmaalsmijding, het is meer werk, het heilige wordt dan een gewoonte, je kunt je er niet meer speciaal op voorbereiden. 

Kant-en-klare antwoorden heb ik daar niet op. Maar ik kan wel dit zeggen: als ik niet afgelopen jaar elke week brood en wijn had ontvangen, dan had ik niet de een nieuwe diepe betekenis kunnen ervaren die ik nu pas ervaar. 

Elke week ontvangen. Elke week weer. Er gaat iets van diepe vrede vanuit. Het wezen van Gods genade, die pure gave, komt me steeds helderder voor ogen. Omdat ik elke week weer naar voren mag komen, knielen, mijn handen ophouden, proeven. 

Er is iets in die vanzelfsprekende gang naar voren wat me diep raakt. Ik loop tussen mensen van alle leeftijden en achtergronden. Brits zijn de meeste, anders dan ik, maar we spreken dezelfde taal. Die van geloof, hoop en liefde. Ik kniel, met aan mijn rechterhand een oude man met een wandelstok en aan mijn linkerhand een jongen aan wie ik net nog bij de Junior Church het verhaal van Jezus’ verzoeking in de woestijn vertelde. Alle drie ontvangen we brood en wijn, eten en drinken. 

Deze wekelijkse gang naar voren geeft me een nieuw en diep begrip van genade, van geliefd zijn, van gemeenschap, van vrede te midden van een onvredige wereld. 

Nieuwe taal leren

Je kunt praten en discussiëren en theologiseren, maar soms moet je dingen doen om te weten en te voelen wat het betekent. Niet een paar keer, maar een jaar lang, elke week. Een leven lang, elke week. Wat je doet, vormt je, geeft betekenis. En niet andersom. 

Het is als het leren van een nieuwe taal. Eerst hoor je overal om je heen onverstaanbare gesprekken. Dan begin je flarden op te vangen. Je begrijpt steeds meer, hoort nuances die je eerder niet opmerkte. Daarna praat je zelf mee, maar ben je nog steeds bezig met het vertalen van de woorden. Op een gegeven moment houd je ook daarmee op. Dan is de nieuwe taal een tweede taal geworden waarin je je thuis voelt. Het spreken van die nieuwe taal kan alleen als je jezelf erin onderdompelt. Je komt niet op dat niveau als je zes keer per jaar een ontmoeting organiseert. 

Ergens in het afgelopen jaar ben ik opgehouden met het willen begrijpen. Niet als theoloog – ik wil nog steeds begrijpen wat er gebeurt en welke theologische ideeën je hierop kunt loslaten - maar wel als gelovig mens. De liturgie neemt me mee, elke week weer, van schuldbelijdenis naar lofprijzing naar Schriften naar geloofsbelijdenis naar sacrament. Ergens daarin vind ik mezelf als mens voor God, deel van een gemeenschap, vierend en delend. 


Gertine Blom is theoloog. Ze woont in Cambridge met haar man Eelco. Voor Lazarus schrijft Gertine over haar zoektocht naar de betekenis van de kerk voor het leven van alledag. Op haar eigen blog schrijft ze over haar pogingen om vrij, vroom en vrolijk te leven.

Geschreven door

Gertine Blom

--:--