Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Wat weet jij over Pasen? Ontdek de antwoorden op de EO-paasquiz!

Handig: alle quizantwoorden op een rij

Wat leuk dat je meedoet aan de EO-paasquiz. Heb je één of meer vragen niet goed beantwoord? Geen zorgen; wij loodsen je door de juiste antwoorden heen.

Deel:

In het kort

Hieronder vind je alle juiste antwoorden. Verderop in dit artikel leggen we ze een voor een aan je uit.
 
1-C / 2-B / 3-C / 4-B
5-D / 6-B / 7-A / 8-A

Vraag 1: Waar gaat Pasen over?

Het juiste antwoord is C: de opstanding van Jezus.

Hoe zit het precies?

We begonnen de quiz met een uitdagende vraag. Want voor je het weet klik je hier op antwoord B: het sterven van Jezus. Toch is dat niet waar christenen met Pasen bij stilstaan: op Goede Vrijdag denken we aan Jezus die aan het kruis stierf. Drie dagen later stond Hij op uit de dood. Daarom vieren we met Pasen de opstanding van Jezus.

Ontdek alles wat je moet weten over Pasen

Meer weten?

Ontdek alles wat je moet weten over Pasen

Hoe wordt Pasen gevierd? Waarom is Pasen op een zondag? En waarom is er een tweede paasdag?

Vraag 2: Hoe wordt de periode in aanloop naar Pasen genoemd?

Het juiste antwoord is B: de 40-dagentijd

Wat is dat: de veertigdagentijd?

De veertigdagentijd is de naam voor de veertig dagen vóór Pasen. Deze periode wordt ook wel de ‘vastentijd’ of de ‘lijdenstijd’ genoemd. Om bewust stil te staan bij het lijden van Jezus, zijn er veel mensen die vasten. Ze eten bijvoorbeeld geen vlees, drinken geen alcohol of stoppen veertig dagen lang met social media.

Alles over de 40-dagentijd op een rijtje
Alles over de 40-dagentijd op een rijtje

Wat kun je doen tijdens de veertigdagentijd? Hoe kun je vasten? Ontdek praktische adviezen.

Vraag 3: Wat is de naam van de dag waarop christenen Jezus’ kruisiging herdenken?

Het juiste antwoord is C: Goede Vrijdag

De vrijdag vóór Pasen wordt Goede Vrijdag genoemd. Christenen denken op die dag extra aan het lijden en sterven van Jezus, die – samen met twee misdadigers – ter dood werd veroordeeld.

Waarom moest Jezus aan het kruis?

Christenen geloven dat Jezus stierf om het kwaad te verslaan. Hij nam de schuld van alle zonde (de verkeerde dingen) op zich en maakte daarmee de weg naar God vrij. Dat maakt Goede Vrijdag goed. Het vreselijke lijden was niet voor niks!

Wat gebeurde er op Goede Vrijdag?

Lees het Bijbelverhaal

Wat gebeurde er op Goede Vrijdag?

Lees het verhaal van Goede Vrijdag in het bijbelboek Matteüs, hoofdstuk 27.

Vraag 4: Wie van Jezus vrienden heeft Hem verraden?

Het juiste antwoord is B: Judas

Jezus had twaalf discipelen (vrienden, leerlingen) met wie Hij veel optrok. Denk bijvoorbeeld aan Petrus of Johannes. Ook Judas was zo’n discipel van Jezus. Toch besloot hij op een bepaald moment dat hij de hogepriesters wilde helpen bij hun plan om Jezus te doden. In ruil voor dertig zilverstukken leverde hij Jezus aan hen uit.

Maar: toen Judas hoorde dat Jezus echt ter dood veroordeeld werd, kreeg hij spijt. Hij bracht de dertig zilverstukken terug en zei: ‘Ik heb een zonde begaan door een onschuldige uit te leveren’ (Matteüs 27). Maar de hogepriesters trokken zich daar niets meer van aan…

Vraag 5: Hoe werd Jezus verraden?

Het juiste antwoord is D: met een kus

Judas sprak met de hogepriesters (de mannen die het op Jezus hadden gemunt) een teken af: hij zou Jezus uitleveren door hem te groeten met een kus. ‘Degene die ik kus, die is het, die moet je gevangennemen.’

Het moment van de uitlevering moet heel indrukwekkend zijn geweest. In de Bijbel staat dat Judas Jezus tegemoetkwam met grote groep bewapende mannen. Met zwaarden en knuppels in hun handen pakken ze Jezus op. Jezus verzette zich niet.

Vraag 6: Waar werd Jezus gekruisigd?

Het juiste antwoord is B: Golgotha

Jezus werd gekruisigd op Golgotha; vlak buiten de stad Jeruzalem. Het woord ‘Golgotha’ betekent ‘schedelplaats’.

Op het moment dat Jezus werd gekruisigd, werden ook twee misdadigers gedood. Eén van de misdadigers maakt Jezus belachelijk. De ander laat juist merken dat hij nu in Jezus gelooft. Hij vraagt aan Jezus: ‘Wilt U aan mij denken als U straks in de hemel bent?’. Jezus belooft hem: ‘Nog vandaag zul je met Mij in het paradijs zijn.’ (Lucas 23:42).

Vraag 7: Wie ontmoet Jezus als eerste na Zijn opstanding?

Het juiste antwoord is A: Maria Magdalena en andere vrouwen

Jezus reisde tijdens Zijn leven naar allerlei plaatsen om verhalen te vertellen en wonderen te doen. Die reizen maakte Hij meestal niet alleen: veel mensen volgden Hem. Denk daarbij natuurlijk aan Zijn twaalf discipelen, maar ook een groep vrouwen.

De vrouwen die met Jezus waren meegereisd, hadden gezien hoe Hij was gestorven en in het graf werd gelegd. Daarna gingen ze naar huis om olie en balsem te maken, zoals dat gebruikelijk was.

En dan, op de eerste dag van de week, brengen ze weer een bezoek aan het graf. Ze hebben de olie bij zich, maar zien tot hun verbazing en schrik dat de steen van het graf is weggerold. En het lichaam van Jezus is verdwenen… De vrouwen zijn radeloos! (Lucas 24).

Maar dan gebeurt er iets bijzonders: er komen twee engelen bij de vrouwen staan. Zij zeggen: ‘Waarom zoeken jullie de levende bij de doden?’. Daarna herinneren ze de vrouwen aan wat Jezus zelf al tegen hen had gezegd over zijn dood en opstanding.

Snel haasten de vrouwen zich naar de rest van de groep (met o.a. Jezus leerlingen) en delen daar het goede nieuws!

Vraag 8: Wat zijn de eerste woorden van Jezus nadat Hij opstond uit de dood?

Het juiste antwoord is A: ‘Waarom huil je?’

Paniek, verdriet, verbazing en dankbaarheid: die gevoelens had Maria Magdalena die ene dag misschien wel allemaal. In korte tijd gebeurde er veel: een paar dagen nadat Jezus was gestorven, bracht ze een bezoek aan het graf. Maar toen ze daar aankwam, was de steen weggerold. Ook het lichaam van Jezus was weg! Wat was er gebeurd? Huilend stond ze bij het graf… Wat nu?

Dan hoort Maria twee keer dezelfde, opvallende vraag: ‘Waarom huil je?’. Eerst van twee engelen, maar dan… van Jezus! Maria herkent Jezus alleen niet meteen. Dat verandert wanneer Hij haar naam zegt: ‘Maria!’. Ze draait zich om en zegt: ‘Rabboeni!’ (Dat betekent ‘Meester’).

Daarna geeft Jezus haar de opdracht om het goede nieuws aan de leerlingen te vertellen. En dat doet ze! ‘Ik heb de Heer gezien!’, vertelt ze. En daarna legt ze precies uit wat Jezus tegen haar heeft gezegd.

--:--