Ga naar submenu Ga naar zoekveld

'We wilden een plek waar mensen met een licht verstandelijke beperking kunnen groeien'

Anja startte een eigen opvang

Als moeder van een dove tweeling waarvan een ook autisme heeft, zag Anja van der Bosch (48) dat er weinig passende opvang is voor de groep mensen met een licht verstandelijke beperking (LVB*). Of ze moeten zelfstandig wonen of ze komen in een dagbesteding of opname terecht. ''Mijn man Rob en ik wilden een andere mogelijkheid maken, een plek waar ze kunnen groeien.''

Deel:

“Het groeide bijna als vanzelf. We hadden de wens om van betekenis te zijn voor deze groep mensen, degenen die een indicatie voor hulp hebben, bijvoorbeeld een PersoonsGebonden Budget (PGB). De wens voor passende opvang was en is groot. Rob begon Residentie Contact met twee mensen, waaronder een van onze zonen. Dat groeide in een half jaar uit naar negen, dat ging heel erg snel. Toen stapte ik ook in.

Rob was eerder al bezig met het organiseren van een voetbaltoernooi voor gehandicapten, waardoor hij met veel mensen in contact kwam die tegen hetzelfde aanliepen. Als ze zeiden dat ze tuinieren wel leuk vonden, mochten ze schoffelen, dag in dag uit. Er werd dan ook nog verwacht dat ze dat leuk vonden… Dat moest anders kunnen. De eerste cliënt, naast onze zoon, was heel goed in handeltjes opzetten. Hij kocht iets op en verkocht dat dan weer via Marktplaats of rommelmarkten, daar proberen wij in te faciliteren. De kinderboerderij in de buurt heeft ook iedere dag twee van onze toppers die komen helpen.”

Activiteiten

“De mensen die bij ons komen, voorlopig alleen nog overdag, zijn tussen de 18 en 36 jaar. Wij noemen ze geen cliënten, maar toppers. Die naam bedachten ze zelf tijdens een overleg. De toppers hebben als overeenkomst dat ze functioneren op een laag niveau, ze zijn jong in hun ontwikkelingsleeftijd. Dat verschilt per persoon, maar bijna allemaal hebben ze een IQ van 55-70. Dat is best een uitdaging, ze hebben veel begeleiding nodig, maar het levert ook heel veel op.

Onze toppers voelen zich gezien. We zijn gericht op wat ze zelf willen, we vertellen ze niet wat ze moeten doen. Dat is wat bij veel dagbestedingen gebeurt, samen knippen, plakken, strijkkralen. Het is op kleuterschoolniveau wat ze doen. Daarbij doen ze allerlei dingen gezamenlijk, iedereen doet hetzelfde. Onze zoon werd agressief van het steeds maar weer strijkkralen, zo kennen wij hem helemaal niet. Wij kijken naar wat ze zelf leuk vinden en dan zoeken we contact met bedrijven in de buurt. Een topper wil graag kapster worden, dat is te hoog gegrepen, maar we zoeken wel naar wat er wel kan. Sommigen kunnen wel werken, met begeleiding erbij. Zij kunnen nooit het werk van een gewone werknemer doen, dat moet ook niet van ze verwacht worden en daar krijgen ze het salaris ook niet naar. Wat wij wel doen is ze betalen voor hun tijd bij ons.”

Personeel

“We begonnen vorig jaar aan het begin van de lockdown. Een kok die zelf ook twee kinderen met een beperking heeft, kwam vrijwillig helpen. Hij vond het zo leuk, dat hij is gebleven. Mijn man Rob was nog in dienst bij de overheid, maar hij zat tegen een tweede burn-out aan. Toen is hij gaan helpen, hij kreeg daar doorbetaalde dagen voor. Dat paste veel beter bij hem en hij doet nu de administratie. En zo breidde het aantal medewerkers steeds meer uit; iemand voor de begeleiding, een assistent, stagiaires, een boekhouder.

Er komt veel regelwerk bij te pas, veel overleggen met gemeentes, verzekeraars en bewindvoerders. In de toekomst willen we naar een 24-uurs voorziening waar de toppers ook kunnen blijven slapen, maar zover is het nog niet. We halen en brengen ze wel zelf, met taxi’s liet dat nogal te wensen over, daarom hebben we nu een busje en auto’s waarmee we ze ’s morgens ophalen en ’s avonds weer thuisbrengen.”

Toekomst

“Onze plannen zijn groot, soms te groot. Dan merken we dat de zegen van God er niet is. We wilden een tweede vestiging opzetten, maar dat liep helemaal mis. Dat was een leermoment voor ons. Nu starten we iedere dag als personeel met gebed. Onze toppers weten dat we geloven, als ze daar belangstelling voor hebben, krijgen ze een bijbel mee, maar we zijn geen zendelingen. We staan open voor iedereen.

Alles gaat op Gods tijd, dat merken we wel. In eerste instantie zaten we in een anti-kraakpand. Dat was voor korte duur. Nu zitten we in een oud kantoorpand dat we voor ruim de helft gebruiken. Alleen zitten we boven, dus moeten cliënten wel de trap op kunnen. Dat is nu allemaal nog prima, maar wellicht kan dat in de toekomst anders. We huren nu voor twee jaar, met een uitloop naar mogelijk drie jaar. Zo zitten we niet meteen voor heel lang vast aan een huurcontract. Hopelijk kunnen we ooit dit hele pand huren en daarmee wat uitbreiden. Maar dat doen we alleen als we merken dat God daarachter staat.”

‘Mijn meervoudig gehandicapte zusje gaf mij de belangrijkste les van mijn leven’

* Mensen met een LVB hebben problemen met (abstract) denken, het oplossen van problemen en met leren. Daarnaast hebben zij vaak moeite met het begrijpen van taal en met verschillende sociale en praktische vaardigheden. Aan het uiterlijk is meestal niet te zien dat mensen licht verstandelijk beperkt zijn. Mede hierdoor worden ze overvraagd op school, op het werk en in het alledaagse contact. Bron: https://www.kenniscentrumlvb.nl

Geschreven door

Joke Heijkens

--:--