Ga naar submenu Ga naar zoekveld

William Wixley: 'Ik ben nog geen succesverhaal'

Wat kreeg William mee over het geloof en waar staat hij nu?

Een diep godsbesef, dat kreeg singer-songwriter William Wixley (42) van huis uit mee. Maar zijn leven met God kent ook teleurstellingen. “Ik ben nog geen succesverhaal.”

Deel:

Na zijn geboorte in Zimbabwe verhuisde William al snel met zijn ouders – zijn Britse vader en Nederlandse moeder – en zus naar Zuid-Afrika. Hij komt uit een “heel fijn gezin”, vertelt hij. Toen hij 4 jaar was, kwamen zijn ouders tot geloof. “Mijn moeder had een christelijke achtergrond, maar had haar leven nooit aan Jezus gegeven. Nadat ze daarover in gesprek was geraakt met een buurvrouw deed ze dat wel. Mijn vader zag wat het met haar deed en was daar zo van onder de indruk dat hij ook zijn leven aan Jezus gaf. Omdat ik zo jong was, kan ik me dit niet echt herinneren. Ik weet niet beter dan dat we altijd een christelijk gezin zijn geweest.”

Enthousiast

“Geloven was voor mij heel normaal. In alles zag ik dat mijn ouders er ook veel mee bezig waren. We baden voor het eten, er was een kring bij ons thuis en een Alphacursus, mijn vader las theologische boeken, mijn moeder speelde piano in de kerk en leidde een kinderkoor, we luisterden naar muziek van het Oslo Gospel Choir en ik zat op een christelijke school. Ik was ondergedompeld in een enorm godsbesef. Dat is wat ik van mijn ouders heb meegekregen. Wat mijn geloofsleven voor de rest gevormd heeft, zijn alle dingen die ik zelf met God heb meegemaakt.”

Toen hij 7 jaar was, verhuisde het gezin Wixley naar Nederland. Ze sloten zich aan bij een Baptistengemeente in Huizen. William zat als tiener op de jeugdgroep en speelde mee in de band. Maar ook buiten de kerk was hij veel met zijn geloof bezig. Zo ging hij bijvoorbeeld naar Wervelweekenden, conferentieweekenden voor tieners, georganiseerd door de EO. “Op die plek realiseerde ik me voor het eerst echt ten diepste: God bestaat. Daarvóór had ik daar nooit aan getwijfeld, maar hier werd het echt iets van mezelf. Het maakte me enthousiast. Ik kreeg mijn eigen geestelijke leven. Ik ging zelf bidden, voor het slapengaan als ik in mijn bed lag bijvoorbeeld. Ik deelde mijn gedachten, de dingen waar ik mee zat, met God. Later, toen ik meezong met de Young Continentals, had ik een vergelijkbare ervaring. Ik was geen enorme Bijbeltijger, maar als je in zo’n christelijke setting zit, zijn er momenten waarop je allemaal in je bijbel duikt. Ik begon te lezen en opeens was het of er een stuk uitsprong. Ik weet niet eens meer wat ik precies las, behalve dat het een gelijkenis was. Wat er vooral gebeurde, was dat daar het Woord voor me begon te leven. Het raakte me.”

Ik zag de hemel opengaan

Visioen

“Af en toe had ik zo’n ‘wow-moment’ en daarna werd ik weer opgenomen in de sleur van school. Het ging een beetje op en neer. In de derde klas van de middelbare school ging ik van het vwo naar de havo. Daardoor kreeg ik nieuwe vrienden die niet altijd een goede invloed op me hadden. Toen kreeg ik een droom. Of eigenlijk zou ik het een visioen moeten noemen, want het voelde niet als een droom. Midden in de nacht zat ik rechtop in mijn bed. Toen ik naar boven keek, zag ik niet mijn plafond, maar een grauwe lucht met wolken die naar elkaar toe dreven. Ik probeerde met m’n hand naar de lucht te grijpen en ik voelde een soort angst, het was alsof ik erin opgeslurpt werd. In één keer verdween dat beeld. Ik voelde: dit is niet waar ik naartoe wil. Het was alsof God tegen mij zei dat ik een pad insloeg waarop ik God dreigde te verliezen. Ik ging gelijk bidden en weet nog dat ik moest huilen. Daarna voelde ik een enorme rust opkomen. De volgende nacht kreeg ik precies dezelfde droom, of hetzelfde visioen. Ik zat weer rechtop in mijn bed en ik zag de hemel opengaan. Dit keer was er alleen een waanzinnige liefde en rust die over me heen kwam. Het was hetzelfde visioen, maar wát een wereld van verschil. Ik wist: God is met me bezig. Dit is een belangrijke mijlpaal voor me geweest.”

Bidden tijdens wintersport

Rond zijn 17e liet William zich dopen. Hij noemt het een logisch gevolg van zijn leven met God, maar wel degelijk ook een bewuste keuze. “Ik was best een vurige christen. Ik wilde het echt graag. Tegelijk vond ik het ook simpelweg wel tijd om me te laten dopen. Vrienden om mij heen deden het, het was gewoon het moment om dit te doen. Mijn ouders vonden het fantastisch.” William was in deze periode veel met leeftijdsgenoten met het geloof bezig. “Samen met jongeren uit verschillende kerken kwamen we elke dinsdagavond bij elkaar. We deden Bijbelstudie, maakten muziek, baden, zochten God. Het was echt een bijzondere tijd. Dit is spontaan ontstaan. Er kwam geen volwassene aan te pas. Op een van die avonden waren we met wel honderd jongeren bij elkaar! Ook hadden we weleens een bidstond die tot 6.00 uur ’s morgens duurde. We gingen met elkaar op wintersport, en dan baden we gerust voor andere mensen. Soms hoorden we later nog getuigenissen waarin wat wij deden een rol had gespeeld. Deze periode heeft zo’n twee jaar geduurd.”

De mensen om mij heen waren geschokt

God zoeken

William heeft nooit getwijfeld over Gods bestaan, maar hij kent wel teleurstelling in zijn leven met Hem. “Ik heb op verschillende grote podia in binnen- en buitenland gestaan en bijzondere kansen gekregen. Toen voelden deze momenten als een kick-start van een stijgende lijn en leek God deuren te openen. Maar het bleek meer een berglandschap met hoge pieken en diepe dalen. Daardoor kon ik geestelijk behoorlijk in een woestijn zitten, een periode van droogte ervaren. Tegelijk heb ik zo veel mooie dingen met God meegemaakt; als ik terugkijk, zie ik een hele serie mijlpalen. Al die losse stukjes zijn allemaal een deel van mijn getuigenis.”

Een duidelijke mijlmaal die hij kan aanwijzen komt uit de tijd dat hij zangleider was in zijn kerk in Utrecht. “Iemand vroeg mij wanneer ik voor het laatst de heilige Geest had ervaren. Ik ben altijd heel eerlijk en antwoordde op dat moment: ‘Al heel lang niet meer.’ De mensen om mij heen waren geschokt, ik was nota bene de worship pastor. Goede vrienden die bij mij in het team zaten, hebben toen gezegd: ‘Neem even een sabbatical, laat alles in ieder geval twee maanden helemaal los.’ Dat heb ik toen gedaan. Ik ben een midweek in een vakantiehuisje gaan zitten met mijn gitaar, mijn bijbel en een paar speciaalbiertjes. Ik ging God zoeken en ik dacht: ik stop niet voordat ik iets van Hem heb gehoord. Eerlijk gezegd vond ik dit lang duren. Dat was best ongemakkelijk. Maar toen liet Hij van zich horen. Ik kreeg een gesprek met Hem. Het was niet zo dat ik letterlijk een stem uit de hemel hoorde, maar als ik een vraag stelde, kreeg ik een spontane gedachte ingegeven die het antwoord op mijn vraag vormde. Dit waren dingen die ik niet zelf had kunnen verzinnen. Het was in mijn beleving een dialoog met God.”

Hoogmoedig

Een van Williams vragen was: “‘Waarom voel ik zo lang niks, waarom bent U zo ver weg?’ Toen schoot er door mijn gedachten: ‘Weet je niet dat er in de Bijbel staat: Ik weersta de hoogmoedigen? Je probeert het allemaal zelf te doen. Als jij je zorgen maakt over je werk en je gezin, dan kom je niet naar Mij. Je doet het alleen.’ Dit had ik zelf nooit zo gezien, het was echt een eyeopener. Het was alsof God daarna tegen me zei dat mijn prioriteit moet zijn om dicht bij Hem te blijven. Ik was zo druk bezig om dingen voor Hem te doen, bezig mijn dromen na te jagen, mijn roeping achterna te gaan, maar God zei tegen mij: ‘Het gaat Mij niet om de roeping, jouw prioriteit is Mij kennen.’

We zijn nu een paar jaar verder en wat God toen gezegd heeft, heb ik nog steeds niet helemaal waar kunnen maken. Ik weet dat het wat kost om tijd vrij te maken voor stilte. Daar worstel ik tot op de dag van vandaag nog steeds mee. Ik ben nog geen succesverhaal.”

Groot geloof

Samen met zijn vrouw Geertrui heeft William drie kinderen van 12, 8 en 2. “Net zoals ik dat van mijn ouders heb meegekregen, wil ik dat mijn kinderen opgroeien met een diep godsbesef. Ik wil ze iets van mijn persoonlijke relatie met God laten zien. Ik heb best een groot geloof, ik ben niet terughoudend in mijn gebed. Als iets waar ik om gebeden heb niet gebeurt, dan gaat mijn geloof daar niet van wankelen. Als ik bid om genezing en het blijft uit, dan ben ik niet teleurgesteld. Ik geloof dat er altijd een beloning zit in bidden, in het naderen tot God. Hij zegt het in zijn Woord: ‘Nader tot Mij en Ik zal tot u naderen.’ Als ik het even niet meer zie, of als er moeilijke dingen op mijn pad komen, dan kijk ik terug naar mijn eigen mijlpalen en weet ik: God heeft zich toen aan mij bewezen. Hij gaat dat nu nog een keer doen. Hij zal mij nooit beschamen.”

Tekst: Francien van der Valk

--:--