Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Zijn we niet te genuanceerd geworden over abortus?

Blog van Annemarie van Heijningen

Deel:

A mother’s womb is a dangerous place, zong Julie Miller pakweg vijfentwintig jaar geleden. Een baarmoeder is een gevaarlijke plaats. Toen koesterden we als Bijbelgetrouwe christenen nog eendrachtig de gedachte dat ieder leven beschermwaardig is en dat er vanaf de conceptie al sprake is van een kind.

Tegenwoordig vangt abortus nauwelijks onze aandacht meer. We zijn druk met andere zaken. Maken ons hard voor linkse trending topics waarmee we makkelijk scoren. Tekenen petities tot we er collectief een muisarm van krijgen. Tégen de opwarming van de aarde en vóór afvalvermindering. Tégen dierenleed en vóór verruiming van het kinderpardon. Vaak terecht. Kom maar op met die petities, hier heb je mijn paraaf.

Maar wie huilt er nog om onze ongewenste kleintjes? Wie, behalve een handjevol refo’s, wat excentrieke evangelischen en een paar uitzonderingen die niet onder een van deze noemers vallen?

Er klinkt een roep om het leven te eerbiedigen waar uitgerekend christenen zich voor doodschamen. Er zijn Jeremia’s in de samenleving die juist door geloofsgenoten worden gemeden als de pest. Wat is er met ons gebeurd dat we zover zijn gekomen? Ik denk dat het mede de nuance is. Die prachtige nuance, met haar verraderlijke keerzijde. Hadden aborterende artsen en ouders destijds in onze verbeelding drietanden en horentjes, tegenwoordig weten we wel beter. Niks kwaadaardige moordenaars, via de media ontmoet je keer op keer sympathieke mensen met een hart. Mensen van vlees en bloed, mensen zoals jij en ik. Hoewel er afwegingen worden gemaakt waar je als christen wellicht niet voor zou kiezen, voel je wel begrip en empathie. Je slikt je oordeel in. Een glijdende schaal van begrip naar acceptatie naar respect. Wennen aan wordt verzoend met. En ergens in dat proces zijn we een grens gepasseerd. Wie weet precies wanneer en waar?

Er is een spreekwoord over badwater en kind. Het water is rood en klaagt ons aan.

Geschreven door

Annemarie van Heijningen

--:--