Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Zo word jij ook een goede verhalenverteller

Hoe zorg je dat mensen aan jouw lippen hangen als je een verhaal vertelt?

Sommige mensen hebben een goed verhaal ‘aan hun kont hangen’. De praatstoel lijkt speciaal voor hen ontworpen. Maar wat is een goed verhaal, en hoe vertel je het? We vroegen het aan doorgewinterde vertellers, theaterdocent Charissa Bakema en theatermaker Tim van Wijngaarden. “De kracht van een goed verhaal is dat je erin meegezogen wordt.”

Deel:

Verhalen vertellen is van alle tijden. Toen de Bijbel – niet alleen qua verkoopcijfers maar ook qua impact het beste verhaal ter wereld – nog niet geschreven was, werden de verhalen doorverteld. Vandaag de dag heeft ‘het verhaal’ nog steeds niet aan kracht ingeboet. Neem de opleving van de podcast, een fenomeen dat het toch vooral van de verhalen moet hebben. De Echt Gebeurd-podcast – waarin mensen echt gebeurde verhalen vertellen die ze zelf hebben meegemaakt – is razend populair. Maar denk ook aan de TEDx-verhalen die door miljoenen mensen worden bekeken.

Anekdotes

Je kunt ontdekken hoe je een goede verteller wordt door te leren van andermans fouten. Zo zijn dominees over het algemeen geen goede verhalenvertellers, antwoordt cabaretier en theatermaker Tim van Wijngaarden desgevraagd. “Ze denken vaak dat het kerkvolk simpel is, blijven hun verhaal oneindig uitleggen en samenvatten. Meestal vertellen ze niet eens een verhaal, maar houden een pleidooi, werken drie punten af. Goede dominees vertellen anekdotes.

Een van de weinige preken die ik heb onthouden, ging over Sara die lachte omdat ze nog een kind zou krijgen. Die dominee hield een soort monoloog vanuit Sara’s perspectief, vol details en sfeerbeschrijvingen. Dat komt veel krachtiger over dan ‘Wat moet Sara teleurgesteld zijn geweest’. Dit vertelprincipe heet Show, don’t tell. Ofwel: vertel niet wat je bedoelt, maar laat het zien.”

Goed verhaal

Ondanks het ‘succes’ van de Bijbel zijn de verhalen qua vertelkunst niet sterk, zegt Tim. “De verhalen zijn intens, maar ze worden niet spannend verteld. ‘Het zweet staat op Davids’ rug als hij op Goliath af loopt.’ Het fijne daarvan is dat het veel aan de verbeelding overlaat en je er zelf nog veel in kunt leggen, zonder dat je het verhaal geweld aandoet. Tolkien doet dat trouwens ook. Zijn boek De Silmarillion leest als het Oude Testament, zo sec. Een goed verhaal is dus multi-interpretabel, het is niet dichtgetimmerd. Of, zoals Thierry Baudet eens opmerkte: ‘Een goed verhaal is als een prisma, afhankelijk van de hoek valt het licht er anders doorheen en zie je een andere kleur.''

Stel dat dit jou zou overkomen, hoe zou jij gereageerd hebben? Dát moet een verhaal oproepen.” Wat dat betreft is het een manco dat we de Bijbelverhalen zo goed kennen, precies weten hoe de verhalen aflopen, stelt Tim. “Die verloren zoon loopt weg, maar komt terug; Jozef wordt in de put gegooid, maar wees gerust, straks wordt ’ie onderkoning. Alsof we vooruitgebladerd hebben. Het gevaar is dat je daardoor de menselijke ontwikkeling mist, dat Jozef en Mozes voor jou geen mens van vlees en bloed worden. Nu worden het al gauw statische karakters, terwijl de kracht van een verhaal nu juist is: hé, ík zou die persoon kunnen zijn.”

Vertelkunst

Hoe zorg je dat mensen aan jouw lippen hangen als je een verhaal vertelt? Door de inhoud, zoals we al eerder ontdekten, maar ook door de vorm. Door er bijvoorbeeld dubbele lagen in aan te brengen, tipt Tim. “Dat je in een theatershow voor de pauze iets vertelt wat je na de pauze op verrassende wijze terug laat komen.

Verder: vertellen is pauzeren. Weet wanneer je moet zwijgen, pauzes moet laten vallen. In het theater heet dat timing. Het zorgt dat je verhaal geloofwaardig wordt. Vertragen en versnellen, dus dynamiek aanbrengen, is belangrijk om het spannend te houden. In de verfilming van The Hobbit, het boek van Tolkien, zit Bilbo vlak na het ternauwernood winnen van een oorlog zwijgend naast Gandalf, de tovenaar. Dat shot duurt anderhalve minuut. Dat is prachtige vertelkunst.”

Verbeeldingskracht

Charissa roemt de verbeeldingskracht als middel om je verhaal kracht bij te zetten. “Tegen studenten zeg ik altijd: als jij vertelt wat je ziet, zie ik het ook. Ik kan zeggen: ‘We gingen naar mijn huis’, dan krijg je daar een beperkt beeld bij. Maar zeg ik: ‘We gingen naar mijn jarendertigwoning, de deur klemt een beetje. Als je binnenkomt, denk je: hm, het is hier een stuk kleiner dan ik dacht’, dan neem ik je mee. En maak gebruik van zintuiglijke ervaringen, beschrijf die uitgebreid. Dat helpt de luisteraar om het ook te ervaren.”

Plotwending

Nog een truc om de luisteraar bij de les te houden, is een verrassende plotwending inbouwen. Theaterman Tim kan dat erg waarderen, zeker nadat hij zelf eens getuige was van een briljant voorbeeld van zo’n wending. “Het was tijdens een theatershow van cabaretier Wim Helsen, Het uur van de prutsers. Hij vertelde een dramatisch verhaal dat hij aan het eind gigántisch onderuit schopte. Hij zei: ‘Ik heb dit gewoon bedacht, ik sta hier te liegen dat ik barst.’ Ik voelde me haast betrapt, zoals ik in dat verhaal was meegezogen.” En het lijkt een inkoppertje, maar zorg dat het onderwerp van je verhaal boeiend is. Verhalen over falen of lijden zijn vaak interessanter dan succesverhalen. Charissa: “Die faalverhalen zorgen ervoor dat de luisteraar zich er makkelijker mee kan identificeren, of zijn eigen sores relativeert. Ikzelf heb ooit mijn faal-cv geschreven. Het werd mijn best gelezen blog!”

Tips op een rijtje

Tips van Charissa:

  •  Als je voor een groter publiek staat, moet de achterste rij je kunnen volgen. Dat doe je met je ogen en je stem.
  • Zorg voor een pakkende eerste zin of anekdote.
  • Gebruik humor.
  • Neem de luisteraar mee in jouw wereld, via verbeelding. Zorg dat mensen jouw verhaal voor zich zien en gebruik daar zintuigelijke ervaringen voor.
  • Vind je het eng om een verhaal te vertellen, pas de situatie dan zo aan dat het veilig en vertrouwd voelt. Vertel je verhaal eerst eens aan één persoon, of een groepje vriendinnen.

Tips van Tim:

  • Show, don’t tell.
  •  Vertellen is pauzeren: weet wanneer je moet zwijgen. Of juist moet versnellen.
  • Onthoud dat meer dan de helft van wat je communiceert lichaamstaal is.
--:--