Ga naar submenu Ga naar zoekveld

‘Zonder Gods leiding zou ik nooit pleegmoeder kunnen zijn’

In één klap genezen

Nadat Joke van Leeuwen (51) een wonderbaarlijke genezing heeft doorgemaakt, voelt ze zich geroepen om met haar man de pleegzorg in te gaan. Ze is een trotse moeder van vijf kinderen en pleegmoeder van zes kinderen. Daarnaast heeft ze elf kleinkinderen. “Ik voel me een rijke en gezegende vrouw, omdat ik voor hen mag zorgen.”

Deel:

Joke werd pleegmoeder toen haar jongste dochter tien was, maar daar ging een heel proces aan vooraf.  “Toen ik in 2003 een spierziekte kreeg en de artsen zeiden dat ik niet zou kunnen genezen, kwam ik psychisch enorm in de knoop. Ik was zelf namelijk tien toen mijn eigen moeder overleed en ik zag in dat de geschiedenis zich zou herhalen bij mijn eigen vijf kinderen. Ten einde raad ben ik op een dag in mijn rolstoel naar de bosrand gegaan en heb ik tegen God uitgeschreeuwd waarom Hij Zich niet liet zien. Voor mij hoefde het leven niet meer.

'Opeens kwam er een hand uit de hemel'

Opeens kwam er een hand uit de hemel die me vastpakte en een stem zei: “Hier ben Ik.” Vanaf dat moment veranderde mijn leven. Het geloof had voor mij nooit echt geleefd en God was voor mijn gevoel ver weg. Nu ging dat compleet veranderen. Zeker nadat ik in 2004 in één klap volledig genas door ziekenzalving, konden mijn man en ik niet meer ophouden met getuigen.”

‘Na 3,5 jaar kon ik geen pleegmoeder meer zijn van het tienjarige jongetje’

“Omdat ik aan een dodelijke spierziekte had geleden en de instanties niet geloofden dat ik genezen was, kon ik niet goedgekeurd worden door het UWV. Ik kon dus niet meer werken. We besloten om naar Drenthe te verhuizen en namen onze intrek in een voormalig Rabobankpand. Ik had nu heel veel tijd en ruimte over. Ik kreeg het verlangen om opvang te bieden aan mensen die dat nodig hadden. We hebben toen een tijdje onderdak verleend aan ex-prostituees en -verslaafden. Toen we via via een pleegjongetje in huis kregen, is het balletje voor de pleegzorg gaan rollen.”

Biddend leven

“Inmiddels zijn vier van mijn biologische kinderen getrouwd en woont onze jongste dochter (20) nog bij ons in huis. Zij was tien toen ons eerste pleegkind kwam. We hebben nu dus zeven kinderen in huis. Als de kinderen ’s ochtends naar school zijn, houd ik altijd stille tijd. Het is belangrijk om alles biddend te doen: in de opvoeding, maar ook in de relatie tussen mij en mijn man. Door zo’n druk gezin ontstaat het gevaar dat je elkaar uit het oog verliest. Toen mijn vier getrouwde kinderen aanboden om eens in de maand de kinderen een weekend bij hen te laten logeren, dankte ik God voor deze uitkomst. Nu hebben mijn man en ik eens in de zoveel tijd een heel weekend voor elkaar, waarin we vaak de natuur in gaan.”

Gods leiding

“Als ik niet wist dat God me elke dag zou dragen en leiden, had ik nooit pleegmoeder kunnen zijn. De kinderen die we opvangen, zijn allemaal beschadigd. Eén jongetje was zo getraumatiseerd en suïcidaal, dat het hele gezin eronder leed. Na 3,5 jaar heeft mijn man de knoop doorgehakt en hebben we aangegeven dat het tienjarige jongetje niet meer bij ons kon wonen. We bidden nog elke dag voor hem: meer kunnen we niet doen. Ook hebben we veel te maken met biologische ouders met eigen problematiek. Ik vraag God altijd of Hij me door Zijn ogen naar hen wil laten kijken. Ik dank God dat hij de juiste woorden in mijn mond legt in de omgang met de ouders.”

Gedragen

“Als ik nu terugkijk naar hoe mijn leven is geworden, merk ik dat God me in alles gedragen heeft. Ook op de momenten dat ik niets van Hem moest hebben. Daarom vind ik Opwekking 488 ook zo’n mooi lied: God draagt ons op zijn arendsvleugels. Ik ben ervan overtuigd dat we Jezus’ voorbeeld moeten volgen. Daarbij moeten we onszelf soms wegcijferen voor het welzijn van de ander. Maar ik heb gemerkt in de zorg voor mijn (pleeg)kinderen en kleinkinderen dat God mij daarin rijk zegent. Daardoor voelt het vanzelf niet meer als een offer. Mijn hart en huis zullen altijd open blijven staan voor mensen die mijn zorg kunnen gebruiken.”

Lees ook dit interview met Rachel, die haar dochter afstond aan pleegzorg: “Het gaat niet om mijn eigen geluk, maar ik wil dat mijn dochter gelukkig is."

Geschreven door

Ruth Blankesteijn-Petri

--:--