Ga naar submenu Ga naar zoekveld

'We hebben 'geestelijke strijd' enger en moeilijker gemaakt dan het is'

Reinier Sonneveld kwam tot deze conclusie over geestelijke strijd

We hebben 'geestelijke strijd' enger en moeilijker gemaakt dan het is. Het is juist iets alledaags en simpels. Schrijver en coach Reinier Sonneveld las meer dan honderd Bijbelteksten over geestelijke strijd en dit is zijn conclusie.

Deel:

‘Geestelijke strijd’, dat klinkt best eng, vind je niet? We stellen ons er vaak bij voor dat een demon je stiekem kan beïnvloeden, je vervelende gedachten influistert, en dat je die dan moet overwinnen. Dat kan je behoorlijk wat stress opleveren. Je denkt misschien al negatief en dan zou dat ook nog eens een demon zijn die mysterieus jouw gedachtes bijstuurt. Waar zit die demon? Heeft die jou zomaar ‘besprongen’? Welke gedachtes zijn nu nog van jou en welke van die demon? En hoe kom je daar ooit vanaf?

Gelukkig gaat de Bijbel hier veel meer ontspannen mee om. Zeker, er bestaan demonen, dat is een serieuze realiteit. Maar we hebben er heel veel bij verzonnen. Je hebt inderdaad een ‘geestelijke strijd’ te voeren, maar daarvoor hoef je niet in de stress te schieten. De term betekent allereerst dat je niet fysiek vecht, met wapens of geweld, maar ‘geestelijk’, dus met een gelovige houding. Daar kunnen ‘boze geesten’ bij betrokken zijn, maar die zitten niet in je hoofd en beïnvloeden niet direct jouw geest. Er gaan iets meer dan honderd teksten in de Bijbel over dit onderwerp. Hier lees je wat die wel en niet vertellen.

Bezeten mensen

De duidelijkste vorm van geestelijke strijd voert Jezus tegen bezetenheid. Er zijn heel soms mensen van wie de geest is overgenomen door een demon. Ze komen waanzinnig over, zijn gewelddadig en leven ver buiten de bewoonde wereld. Jezus beveelt dan kortweg die demon (soms meerdere demonen) weg te gaan en dat gebeurt meteen. Ook tegenwoordig kennen we nog wel exorcisme: de katholieke kerk leidt hiervoor speciaal priesters op en diverse evangelische leiders zijn hierin bedreven.

Ik heb enkele exorcisten persoonlijk gesproken. Deze personen kwamen evenwichtig en nuchter op mij over en ik vind hun verhalen overtuigend. Er zijn nog steeds ‘bezeten’ mensen; zij hebben altijd reguliere gezondheidszorg nodig, maar als ervaren gelovigen zorgvuldig voor hen bidden en hen begeleiden, kan er een doorbraak komen.

De Bijbel kent niet zoiets als een ‘familievloek’

Veel meer staat er niet in de Bijbel, terwijl christenen zich er vaak wel van alles bij voorstellen. Er staat bijvoorbeeld niets over klapperende ramen en deuren, vliegende stoelen en tafels, bezeten huizen, katten of poppen – dat is iets uit de films. En belangrijker, gelovigen zijn in de Bijbel nooit bezeten. Blijkbaar kunnen demonen je niet zomaar buiten je eigen wil om ‘bespringen’. De oorzaak van de bezetenheid staat nergens duidelijk, hoewel het er soms op lijkt dat iemand zich intensief met occulte rituelen heeft ingelaten.

Maar nergens staat dat een bepaalde zonde in het verleden de oorzaak is en het wordt ook nooit overgeërfd van familielieden: de Bijbel kent niet zoiets als een ‘familievloek’, waarover je weleens hoort (in de Tien Geboden staat een lastige tekst over hoe kinderen lijden onder de fouten van hun ouders, maar daar gaat het niet over demonen).

In de Bijbel staan dus geen voorbeelden van ‘occulte belasting’, waarover sommige christenen het weleens hebben. Dat zou dan een mildere vorm van bezetenheid zijn, die je krijgt via een soort ‘besmetting’, zoals de handoplegging van een ander ‘belast’ persoon of, zoals gezegd, via familie. Maar je kunt niet ‘stiekem’ of ‘een beetje’ bezeten zijn. De diagnose van bezetenheid is in de Bijbel telkens overduidelijk. Het gedrag is extreem en iedereen, zelfs niet-gelovigen, herkennen het. Dat betekent dus dat je als gelovige absoluut niet hoeft te vrezen zelf bezeten te zijn. Als je het zou zijn, ben je ver, vér heen en zou het je niet meer interesseren. En wat anderen betreft: als zij echt bezeten zijn, dan is het overduidelijk en is er bovendien een goede remedie.

Vechten tegen slechte patronen

De andere vorm van geestelijke strijd die Jezus voert, is tegen de zogeheten ‘machten en krachten’. Die term gebruikt Hij zelf niet, maar die komt van Paulus. Er is veel discussie over wat hij daarmee bedoelt, omdat het soms lijkt te slaan op gewone regeringsleiders, bijvoorbeeld de Romeinse keizer, maar soms ook op bovennatuurlijke wezens die de gang van de geschiedenis onzichtbaar beïnvloeden. Waarschijnlijk is het allebei tegelijk. Besluiten, wetgeving, straffen, systemen, die kunnen soms heel kwaadaardig zijn. Concrete mensen voeren die uit, maar op de een of andere manier spelen demonen daarbij ook een rol.

De Bijbel zegt er niets over op welke manier dat gaat. Nergens staat bijvoorbeeld dat demonen regeringsleiders ‘influisteren’ of op een onzichtbare manier aansturen alsof zij marionetten zijn. Er wordt wel over gespeculeerd dat sommige Romeinse keizers bezeten waren: het gedrag van bijvoorbeeld Nero doet er soms aan denken. Maar Paulus zelf waagt zich niet aan dat soort speculaties. Hij lijkt het bewust vaag te houden en geeft deze kwaadaardige ‘machten en krachten’ geen naam. Hoe het precies allemaal werkt, doet er blijkbaar niet toe. Als christen herken je eenvoudigweg patronen in de maatschappij die slecht zijn, op de een of andere manier hebben demonen hier ook mee te maken, maar het gaat je niet aan hoe dan precies, want er is maar één vraag belangrijk: wat doe jij?

Het enige wat je hebt in te zetten komt neer op: geloof, hoop, liefde

Nou, jij voert ‘geestelijke strijd’. We hebben hier weer allerlei voorstellingen bij, maar de Bijbel heeft het niet over gebedsmarsen, over ‘vrij bidden’ van huizen of gebouwen of andere specifieke rituelen. Die kunnen vast geen kwaad, maar ze worden nergens voorgeschreven en ze kunnen afleiden van wat wel werkt. Paulus heeft het in de bekende tekst van Efeziërs 6 namelijk over je ‘geestelijke wapenrusting’. Dat is dé manier om ‘geestelijke strijd’ te voeren. Bescherm jezelf met ‘waarheid’, zegt hij, met ‘oprechtheid’, ‘vrede’ en ‘geloof’. Dáármee vecht je. Zijn punt is dus dat je tegen de overheid en de zittende macht niet met echte wapens moet vechten, met fysiek geweld. Het enige wat je hebt in te zetten komt neer op: geloof, hoop, liefde.

Een makkelijke truc

Eigenlijk heel gewoontjes, vind je niet? Stiekem een beetje saai, als ik eerlijk ben … Ergens hoop ik toch dat er een soort bijzondere truc is, een ritueel of een formule die een beetje geheim is, die je kunt ontdekken en die dan wint van elke demon. Dat is wat de films ons doen geloven, net als sommige christelijke voorgangers. Maar er is geen bijzondere truc. Er is niets geheims of bijzonders. Geestelijke strijd is geloof, hoop, liefde.

Bikkelen dus. Want als ik nog wat eerlijker ben, is een achterliggende reden waarom ik een bijzondere truc verlang, dat het makkelijker is. Een formule of ritueel is spannend, opwindend, heldhaftig en vooral: niet zo hard werken. Je voert het één keer uit en klaar. Maar geloof, hoop, liefde, die ‘geestelijke wapenrusting’ waar Paulus het over heeft, dat blijft je leven lang nodig. Het maakt jou ook niet speciaal, iemand met bijzondere kennis, die iets weet wat anderen niet weten. Want ook dat is, merk ik, iets waarom ‘geestelijke strijd’ zo interessant is. We hopen bijzonder te zijn. En dat zijn we natuurlijk ook, maar onze ‘wapens’ zijn heel alledaags en voor iedereen beschikbaar.

Kijk maar naar hoe Jezus Zijn strijd voert. De eerste vorm is dus tegen bezetenheid en dan bidt Hij een eenvoudig gebed. Maar Hij vecht vooral tegen ‘machten en krachten’, alles wat Zijn omgeving in bedwang houdt, zoals onderdrukkende religieuze leiders en de Romeinse bezetters. Zijn strijd met hen is ‘geestelijk’. Hij gebruikt geen echte wapens, maar die waarover Paulus spreekt: waarheid, oprechtheid, vrede, geloof. Hij blijft in alle situaties liefdevol, tot Hij uiteindelijk om die houding wordt gearresteerd. Maar zelfs als Hij wordt doodgemarteld, blijft Hij de liefde volhouden en staat Hij op uit de dood. Zo wint Hij uiteindelijk het geestelijke ‘eindgevecht’, de grootste geestelijke veldslag.

Geestelijke strijd

Dát is geestelijke strijd. Iets wat we allemaal kunnen en waar je geen experts voor nodig hebt. Wat met heel gewone middelen gaat en wat je niet bijzonder maakt. Wat nooit klaar en afgerond en geregeld is. Het is dag in dag uit, in iedere situatie, jegens ieder mens, liefdevol blijven. Ik zou graag een ‘truc’ willen, een concrete demon zoals in de films en dan een toverformule, zodat het eens en voor altijd klaar is. Maar geestelijke strijd is bikkelen, je leven lang. Niets episch, maar klein, eenvoudig, alledaags.

En gelukkig maar. Dat betekent dat het serieus is, maar je hoeft niet bang te zijn. Demonen kunnen je niet ‘bespringen’ of besmetten of belasten. Ze fluisteren je niet zomaar iets in. Jezus heeft gewonnen en ze hebben geen directe macht over je. Op een geheimzinnige manier hebben ze invloed op de wereldgeschiedenis, maar we begrijpen niet hoe en dat doet er ook niet toe, anders was de Bijbel er wel duidelijker over geweest. Als Jezus gevraagd wordt wat de belangrijkste ‘wet’ is, noemt Hij niets bijzonders, maar een eenvoudige taak waaraan je elke dag kunt werken. En in zekere zin is dat de grootste ‘magische formule’ die er is in dit universum: een kleine daad van liefde.

Lees ook: Gebedstips bij geestelijke strijd

 

--:--