Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Abbie Chalgoum: 'Ik herkende mezelf in het lijden van Jezus'

Lang wist acteur en schrijver Abbie Chalgoum niet hoe hij moest leven en wilde hij een einde aan zijn leven maken. In deze aflevering van de podcast Dit Dus spreken Kees van Ekris en Rosa Douma over een onderwerp dat veel mensen liever mijden: de dood. Hoe was het voor Abbie om de dood zo in de ogen te kijken? En hoe heeft hij de weg naar het leven weer gevonden?

Deel:

De weergave van Spotify vereist jouw toestemming voor social media cookies.

Toestemmingen aanpassen

Nergens bij horen

Als kind werd Abbie mishandeld door zijn vader. Hij vertelt: ‘Ik heb thuis niet leren praten over gevoelens. Of het nu verliefdheid was of pijn; we hadden er geen woorden voor. Ik ben Islamitisch opgevoed en er werd al snel gezegd: ‘Bid het maar weg’. Later in mijn leven werd ik docent, was ik politiek actief en stond in het theater. Maar ik voelde me nergens bij horen.  Thuis was ik de ‘verkaasde’ Marokkaan. In het theater was ik de 'goed geïntegreerde' Marokkaan. Maar ik was nooit alleen maar Abbie. Ik kon en mocht mezelf niet zijn, zo voelde dat.’

‘Er ontstond een strijd in mezelf. Ik was bang dat ik mensen zou verliezen of dat ze zouden vinden dat ik me aanstelde als ik er over zou praten. Thuis, als ik alleen was, ging het malen. Het werd een eenzame strijd. Ik dronk veel alcohol; eerst bier, toen wijn en toen dat niet meer hielp de sterke drank. Dat maakte het nog complexer.’

Demonen

‘Op een gegeven moment wist ik niet meer hoe ik moest leven. Ik ging wel vaker voor langere tijd naar het buitenland en nu vertrok ik naar Azië, met het plan om niet meer terug te keren. Eenmaal in Laos stapte ik de jungle binnen, richting een touwbrug. Met twee flessen whisky op zak dacht ik: het is klaar. Maar op het moment dat ik daar stond, flitsten beelden van mijn moeder en zus door mijn hoofd. Als ik zou springen, zouden zij nooit weten waarom ik het heb gedaan. Uit liefde voor hen besloot ik terug naar Nederland te gaan en mijn verhaal met iemand te delen. Met die liefde versloeg ik mijn demonen, dat gaf me kracht.’

De rol van Jezus

‘Vlak voor mijn vertrek had ik auditie gedaan voor een rol in de passiespelen. Dat is een theatervoorstelling over het lijden van Jezus. Ik kreeg de hoofdrol, maar dat ik daarmee verder zou gaan was eigenlijk show. Mijn afscheidsbrief had ik al geschreven, al had ik het script nog wel in mijn tas gedaan. Toen ik er uiteindelijk toch in begon te lezen, op de terugweg naar Nederland, was het zó herkenbaar. Ik herkende mijzelf in het lijden. Dat werd nog duidelijker bij de repetities. Om te ervaren hoe het is om de kruisweg te lopen, ben ik met een zware tafel op mijn rug gaan lopen. Iedereen keek naar mij, hoe ik die lijdensweg liep, maar niemand greep in. Dat heb ik zelf ook zo ervaren. Ik vond kracht in het verhaal. Ik dacht: de liefde die Jezus heeft voor de mensen, gaat mij ook helpen.’

‘Hij was mij en ik was Hem. Ik vond kracht in de mens Jezus. Als ik Hem destijds ontmoet zou hebben, zou ik Hem gevolgd hebben in alles wat Hij zei. Want dat was alleen maar liefde. Hij schreeuwde: laat deze beker aan mij voorbijgaan. Laat het stoppen, ik trek het niet meer. Ook dat herkende ik. Ik kón niet meer. Maar Hij ging verder, en ik moest ook verder en doorgaan met leven. Het is vreemd om te zeggen van iemand die je niet kent, maar ik ben van Hem gaan houden. Ik ben die liefde gaan voelen en gaan teruggeven naar de mensen om me heen. Die liefde, daar draait het hele leven om.’

Over de podcast Dit Dus

Theoloog Kees van Ekris en gelovige dertiger Rosa Douma voeren open en eerlijke gesprekken over de kern van ons bestaan met met niet (meer) gelovige gasten over de grote levensthema's, zoals rijkdom, geluk, wanhoop en angst. Thema's waarvan ze geloven dat het christelijk geloof waardevolle dingen te zeggen heeft.

Wil je meer luisteren van 'Dit Dus'?
Wil je meer luisteren van 'Dit Dus'?
Zoek je een nieuwe favoriet?
Zoek je een nieuwe favoriet?

Struin door de podcasts en vind je nieuwe favoriete podcast om te luisteren.

Geschreven door

Esther Tims-Van Helden

--:--