Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Als Mirjam (58) te horen krijgt dat ze ongeneeslijk ziek is, voelt ze rust en dankbaarheid

Mirjam Bakker werd na een lange ziekteperiode eindelijk ‘schoon’ verklaard van kanker en begon haar leven weer op te bouwen. Maar opnieuw kreeg ze slecht nieuws. De kanker was uitgezaaid en dit keer was er geen hoop op genezing. "Natuurlijk zou ik langer willen leven. Maar ik kan zeggen dat ik niet met mijn tijd heb gemorst. Ik vind mezelf echt een geluksvogel."

Deel:

“Toen ik dat laatst tegen een vriendin aan de telefoon zei, antwoordde ze: ‘Hoe kun je dat nou zeggen, ben je gek geworden?’ Ze begreep het niet. En ze was het er denk ik ook niet mee eens. Dus dat zette me aan het denken. Maar ik kan niet anders zeggen dan dat ik veel geluk heb gehad en dat ik dankbaar ben. Blijkbaar heb ik een bepaalde opvatting over doodgaan, nu ik geconfronteerd word met mijn eindigheid. En ik merk dat die niet voor iedereen vanzelfsprekend is.

Eind zomer 2022 kreeg ik te horen dat ik eierstokkanker had, in een vergevorderd stadium. Zes zware chemokuren en een operatie hebben ervoor gezorgd dat ik weer schoon was. Daar was ik ontzettend blij mee. Ik kon mijn leven weer opbouwen. Daar was ik eigenlijk nog maar net mee begonnen, toen afgelopen zomer bleek dat ik uitzaaiingen had. Slecht nieuws, wist ik. Als het terugkomt, is het ongeneeslijk. Ik was erop voorbereid dat we dit bericht een keer zouden krijgen. Maar ik voelde me goed, dus hier hadden we eerlijk gezegd nog geen rekening mee gehouden.

Grote beslissingen heb ik altijd van de een op de andere dag genomen

Toch zei de arts op een gegeven moment: ‘Mevrouw, u heeft kanker en we kunnen niets meer voor u doen.’ Afgelopen jaren heb ik me wel eens een voorstelling gemaakt van hoe ik in die situatie zou willen reageren. En toen kreeg ik dus opeens die boodschap. Ik voelde rust. En dankbaarheid, omdat ik dacht: oké, als dit het was, dan kan ik met een gerust hart vertrekken.

Ik kan maanden - wat zeg ik: járen – twijfelen over welke kleur behang ik op de muur wil. Maar de grote beslissingen in het leven heb ik altijd van de een op de andere dag genomen. Mijn relatie met Bienna. Verhuizen en alles achter me laten. En nog wel meer van dat soort momenten. Ik heb voluit vanuit mijn hart geleefd. Of beter gezegd: vanuit mijn ziel, vanuit wie ik echt ben. Op de momenten dat het erom gaat, ben ik met mezelf verbonden.

Ik heb niet met mijn tijd gemorst

Toen we het slechte nieuws kregen, voelde ik geen angst. Er was niets waarvan ik dacht: dit moet ik nog doen of met die moet ik het nog goed maken. Ik ben heus niet perfect, dat wil ik echt niet zeggen, maar ik heb niet met mijn tijd gemorst. Ik ben mezelf trouw gebleven. En het liefst zou ik langer leven, want ik hoef dit feestje niet per se voortijdig te verlaten. Ik voel wel verdriet. Maar ik vind het niet oneerlijk. Zeker in het begin vroegen mensen mij dat, maar daar heb ik niets mee. Waarom zou het leven per se eerlijk moeten zijn? Dat is het voor heel veel mensen niet.

Toen ik klein was, zijn in mijn omgeving twee jonge mannen kort na elkaar overleden. Allebei kregen ze een ongeluk, iedereen was totaal van de kaart. En daarna ging het leven weer verder, alsof we allemaal het eeuwige leven hadden. Ik begreep dat niet. Daar is denk ik voor mij het besef ontstaan dat de dood bij het leven hoort.

Het leven is een aaneenschakeling van leren dealen met verlieservaringen

De dood is weinig bespreekbaar. Misschien is dat een aanname, maar ik kan me niet veel gesprekken over de dood herinneren. Terwijl iedereen er vroeg of laat mee te maken krijgt. Ik ben er in mijn werk mee bezig geweest, voor de opleiding verlies- en rouwbegeleiding die wij een paar jaar geleden hebben ontwikkeld (Mirjam was contextueel gezinstherapeut en directeur van een opleidingsinstituut met contextuele studies, red.) Volgens mij is het leven een aaneenschakeling van leren dealen met verlieservaringen. Hoop en verwachtingen die niet uitkomen. Je ouders en vrienden die je teleurstellen of die jij teleurstelt. Die liefde die geen verkering meer met je wil. De baan die je niet krijgt of de opleiding waar je niet wordt toegelaten.

Veerkracht gaat over het durven aankijken van verdriet

Uiteindelijk gaat veerkracht vooral over het vermogen om te gaan met verlies. Het lijkt erop dat we het liefst weg bewegen van pijnlijke dingen als teleurstellingen. Die willen we verdoven, maar veerkracht gaat volgens mij juist vooral over het durven aankijken van verdriet. Het zit niet zo in mij om weg te gaan van moeilijke dingen. Ik hou van het leven, ik koester het. Etty Hillesum schreef een dagboek tijdens de Tweede Wereldoorlog. Ergens schrijft ze dat niemand je het recht kan ontnemen te genieten van een mooie lucht of een bloem. Je kan kijken naar een bloem en denken dat die er over een week niet meer is. Dat is ook zo. Een van de dingen die mij daarin aanspreekt is de vergankelijkheid. Ik hou daarvan, vergankelijkheid is een van mijn lievelingswoorden.

Er zit weemoed in, verlangen. Alles gaat voorbij, niets is voor altijd. Dat maakt het leven één grote oefening in omgaan met verlies, als voorbereiding op de dood. Als je je bewust bent dat alles vergankelijk is, herken je momenten van schoonheid. Die zijn er alleen in het hier en nu, even, en het volgende moment vergaan ze. Het een hoort bij het ander. Ik heb in mijn leven denk ik vaker gehuild vanwege schoonheid en ontroering dan vanwege verdriet of pijn.

We hebben de ander nodig

 Wat ik herken in wat Etty Hillesum schrijft, is het niet afhankelijk willen zijn van de omstandigheden waarin je leeft. Dat is een wilsbesluit, maar zoiets kun je niet puur op wilskracht doen. Dat voel je van binnenuit. Ik citeer even uit de biografie over Etty Hillesum, een prachtig boek van Judith Koelemeijer. Ze zegt daarin: ‘Binnen in mij groeit een ruimte waar ik altijd en onder alle omstandigheden een toevlucht kan vinden. Als een stille, onverwoestbare kathedraal.’ Dat herken ik. Dat is de plek het diepste in jezelf. Daar ontmoet ik ook God en vallen we samen. Het is de plek waar de onverstoorbare overtuiging of wetenschap is dat ik gewenst ben. Niet omdat ik perfect ben, maar gewoon omdat het goed is.

Daar, in de kern van jezelf, ben je op jezelf teruggeworpen. Ik leef vanuit diepe verbondenheid met mezelf. En met de mensen om me heen. Want dat is wat ons als mensen ten diepste kenmerkt: dat we relationele wezens zijn. We hebben de ander nodig. Wat niet betekent dat je je leven in de handen van de ander kunt leggen. Je zult zelf ook tevoorschijn moeten willen komen. En je laten zien en kennen, door je hart te volgen en verbinding met jezelf en de ander te maken.

Het mooie van deze fase in mijn leven is, dat je anders gaat reflecteren. Ik heb andere gesprekken met mensen. Het gewone wordt bijzonder, alles krijgt betekenis. Eigenlijk is het leven niet zo ingewikkeld, we maken het ingewikkeld.

Het voelt alsof de hemel en aarde steeds dichterbij elkaar komen

Hoe de dood eruitziet, weet ik niet. Ik laat me graag verrassen. Het voelt in deze periode alsof de hemel en aarde steeds dichter bij elkaar komen. Op het moment dat de hemel in mij de aarde raakt, ben ik er niet meer.

Laatst schreef iemand in een column dat we altijd alles maar ‘goed’ moeten doen en dat we nu ook nog eens goed moeten sterven. Tja, zo is het denk ik wel. Ik vind dat we dat aan onszelf en onze omgeving verplicht zijn.  Maar eigenlijk is het andersom: als je een beetje zachter en liefdevoller leeft, kun je ook op die manier doodgaan. Dat betekent niet dat je elkaar moet sparen – helemaal niet – maar het helpt als je elkaar toestemming geeft om te zijn wie je bent.”

*Mirjam is op dinsdag 9 april jongstleden overleden

*Meer weten over Mirjams opleidingsinstituut Contextuele Studies Leren over Leven? Zie lerenoverleven-oics.nl.

Tekst: Ellen Nap

--:--