Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Annemarie van Heijningen: 'Goede humor komt van God'

'Ik houd het nog geen halfuur vol zonder God'

Wie op grond van haar vaak humoristische teksten meent dat Visie-columniste Annemarie van Heijningen (35) zorgeloos door het leven fladdert, vergist zich – al houdt ze van vrolijkheid. "Waarom moeten mensen zo lijden en waarom komt Jezus nog niet terug? Dat zijn de belangrijkste vragen waarmee ik worstel."

Deel:

Als je het Groningse gehucht Dorkwerd binnenrijdt, zie je direct naast de kerk en de begraafplaats een statige pastorie op een terp. Sinds drie jaar wonen Annemarie, Michel en hun drie kinderen in deze bakstenen blikvanger. Van haar hand verschenen onlangs twee boekjes: Ik kan het niet loslaten en Voor U wil ik de allerbeste dochter zijn. Hoog tijd voor een nadere kennismaking met deze columniste, die 'schrijvenderwijs' daverende lachsalvo's én kromme tenen oogst.

Poppen en beren

Als meisje had schippersdochter Annemarie een tamelijk traditioneel toekomstbeeld: ze wilde dolgraag moeder worden. "Verder schreef ik veel, en droeg ik soms gedichten voor aan mijn poppen en beren – van Enny IJskes-Kooger. Sinds de geboorte van onze tweede ben ik fulltime moeder; ik spreek af en toe voor groepen én ik schrijf, dus het is allemaal aardig uitgekomen."

Je geniet vooral bekendheid als columniste. Wanneer begon het schrijversbloed echt door je aderen te stromen?
"Rond de geboorte van ons tweede kind. We woonden destijds in Zwijndrecht en ik zat in de redactie van het contactblad van onze hervormde gemeente. Dat ik schrijven leuk vond, wist ik al wel. Maar dat er mensen waren die mijn teksten ook met plezier lázen, was voor mij echt een ontdekking. Anderen moedigden mij aan er in door te gaan."

Niet onaantastbaar

Toen vrouwenweekblad Margriet in 2009 een weblogwedstrijd lanceerde, kwam Annemarie als winnares uit de bus. Ze mocht een jaar lang een blog voor de website van dit tijdschrift bijhouden. Dat smaakte naar meer. "Het leek me heel leuk om voor Visie columns te mogen schrijven. Dus heb ik een mailtje naar jullie redactie gestuurd, met succes!"

Jouw columns roepen van meet af aan uiteenlopende reacties op in onze brievenrubriek. Wat doen negatieve 'levenstekens uit lezersland' met je?
"Af en toe krab ik me achter de oren: 'Heb ik het wel goed opgeschreven?' Ik ben niet onaantastbaar. Maar af en toe lees ik meningen die zo mijlenver van me afstaan, dat ik ze met een gerust hart opzijleg."

Enkele weken geleden ging één criticus heel ver: het schrijven zou 'erg om jezelf draaien' en soms 'hysterisch van toon' zijn.
"Van alle negatieve reacties heb ik die brief het meest gevoeld. Omdat ik het me ook wel eens afvraag: 'Vind ik mezelf soms zo belangrijk dat anderen van alles over mij moeten weten?' Daar loop ik dan een poosje over na te denken: waarom doe ik de dingen zoals ik ze doe?"

Blootgeven

"Ik denk dat deze manier van schrijven van jongs af aan a way of life is," vult ze aan. "Het is mijn belangrijkste uitlaatklep. Als ik een gebeurtenis omzet in tekst, kijk ik in de spiegel. Doe ik dat in een column, dan merk ik dat andere mensen ook in de spiegel gaan kijken. Blijkbaar werkt spiegelen aanstekelijk. Volgens mij is dat goed; jezelf onder ogen durven zien, zonder jezelf al te serieus te nemen. Er komen best veel reacties op wat ik schrijf. De positieve en negatieve houden elkaar – en mijzelf! – perfect in balans."

Waar trek jij een grens als het gaat om humor en geloof?
Peinzend: "Ik geloof dat goede humor – ik blijf ervan af of ík die bezit – en echte vrolijkheid bij God vandaan komt. Ik ben vooral opgevoed met het idee van een heilige God. En Hij ís heilig! Maar voor mij is God tegelijk heel dichtbij. Ik weet niet precies waar ik de grens trek."

Gebruik je humor wel eens als een masker, om jezelf af te schermen?
"Grappige vraag... Soms wel: in moeilijke, vooral medische situaties. Dan wordt het galgenhumor, cynisch. Na de keizersnee van ons tweede kind werd ik wakker met een verscheurende pijn. Ik jammerde een beetje en tegelijk geneerde ik me daarvoor. Toen de chirurg kwam" – ze schiet in de lach – "zei ik tegen hem: 'U hebt er vast een mes in laten zitten!' Hij kon het niet waarderen."

Moord

Ze geeft nog een voorbeeld. "In verband met mijn voetklachten loop ik al drie jaar zo min mogelijk; toch heb ik vrij veel pijn. Het motto is 'met rust genezen', maar dat gebeurt niet: het wordt langzaam erger. Onlangs kreeg ik de uitslag van een MRI-scan. Ik had zó gehoopt en verwacht dat er iets concreets uit zou komen, waar ik aan geopereerd kon worden. Maar deze scan liet niets bijzonders zien. Op de terugweg huilde ik, en bad hardop: 'Ik ben er zó klaar mee, Heer, ik wil zó graag genezen – ik zou er een moord voor doen!' Toen begon ik te lachen en zei: 'O nee, dat moet ik natuurlijk niet tegen U zeggen; dan verhoort U me zéker niet.' Op zo'n moment ervaar ik God als heel dichtbij; misschien heeft Hij wel een beetje om me gelachen, zoals wij glimlachen om een stampvoetend kind. Juist in emoties – vrolijkheid, verdriet of boosheid – vind ik God. Hij is mijn Vader, Die mij door en door kent. Ik hoef mezelf nooit mooier voor te doen dan ik ben. Ik vind het fijn dat ik van Hem een stukje vrolijkheid krijg in deze doorgedraaide wereld."

Wat is de belangrijkste geloofsvraag waar je mee worstelt?
"Waarom mensen zo moeten lijden – dan heb ik het niet over dat beetje ongemak van mezelf –, en daaraan gekoppeld: waarom komt Jezus nog niet terug? Dat snap ik niet. Ik ken de antwoorden: 'God heeft nog geduld met ons' en 'Zijn Rijk moet vol worden.' Maar ondertussen denk ik: 'Het wordt écht tijd dat Hij eindelijk eens ingrijpt.’ Ik kijk enorm uit naar Zijn komst. "

Zwart gat

Annemarie groeide op binnen de Gereformeerde Gemeenten en kwam daarin rond haar 20e tot geloof. Vlak voordat ze Michel leerde kennen, maakte ze de overstap naar de Hervormde Kerk. Hoewel ze graag over kerkmuren heenkijkt en wars is van bepaalde aspecten van de 'refocultuur', typeert ze zichzelf nog altijd als reformatorisch.

Vooral in reformatorische kringen is het niet gebruikelijk om God, zoals jij doet, met lachen te associëren.
"Dat Jezus altijd ernstig zou zijn, wordt bijbels onderbouwd: er staat wel dat Jezus weende, nooit dat Hij lachte. Maar zou Hij met een stalen gezicht op de bruiloft te Kana hebben gezeten? Ik kan het me niet voorstellen. Hij maakte de beste wijn, en zelfs in overvloed! Dat vind ik een heerlijke gedachte."

In 'Voor U wil ik de allerbeste dochter zijn' zeg je dat een leven zonder God een zwart gat zou zijn. Waarom?
"Daar heb ik ooit een column over geschreven, naar aanleiding van het BNN-programma Over mijn lijk. Een meisje dat bijna zou sterven, 'baalde als een stekker'. Voor haar was dood gewoon dood. Dat vond ik zo beklemmend. Ik heb jarenlang een ernstige slaapstoornis gehad (daar schrijft ze over in Ik kan het niet loslaten, red.); er waren momenten dat ik dacht: 'Ik kap ermee; het geloof is een sprookje.' Maar dat houd ik nog geen halfuur vol. Dat geeft me een radeloos gevoel. Zonder Hem is het leven inderdaad één grote, zwarte leegte."

Tekst: Gert-Jan Schaap
Beeld: Ruben Timman
 

Annemarie kort

Annemarie van Heijningen-Steenbergen (1977) groeide op in een reformatorisch schippersgezin. Na haar opleiding Sociaal Pedagogisch Werk, was zij van 1997 tot 2004 pedagogisch medewerker op schippersinternaat De Driemaster in Krimpen aan den IJssel. Met haar man Michel (die kerkelijk werker is) en hun drie kinderen wonen ze in het Groningse Dorkwerd. Sinds juni 2009 is ze – met Adrian Verbree – vaste columniste voor Visie. Tot begin augustus schreef ze ook columns voor het Reformatorisch Dagblad. Momenteel werkt ze aan haar vierde publicatie: Boek voor de Bible Belt – verlangen naar verbinding en verdieping (voorlopige titel).



Nieuwe boeken

Onlangs rolden twee boekjes van Annemarie van de drukpersen: Voor U wil ik de allerbeste dochter zijn – Belevenissen van een niet-perfecte gelovige (met columns die eerder gepubliceerd zijn én veel nieuw materiaal) en Ik kan het niet loslaten – over piekeren, perfectionisme en slapeloze nachten. Beide titels zijn uitgegeven door Boekencentrum. Eerder verscheen van haar hand Voor jou wil ik de allerbeste mamma zijn.



--:--