Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Arie Kok publiceert novelle voor Week van het christelijke boek

'Ik had dit niet kunnen schrijven als mijn vader nog leefde'

Arie Kok baseerde zijn nieuwste boek 'Brood en stenen. Een leven in dagen van oorlog en armoede' op de dagboekaantekeningen van zijn opa. De novelle is het actieboek voor de ‘Week van het christelijke boek’, die loopt van 4 tot 14 maart.

Deel:

Als zijn opa en naamgenoot de kans had gehad een opleiding te volgen, had hij dit boek zelf geschreven, stelt Arie Kok resoluut. “Hij heeft ontzettend veel aantekeningen gemaakt in oude agenda’s en schriftjes. En op zijn 75e heeft hij zijn levensloop tot zijn 50e aan het papier toevertrouwd.” Die jaren bestrijken ook de periode waarover Arie in het actieboek schrijft.

Geen slachtofferhulp

Opa Arie Kok stamt uit een geslacht van arbeiders en kan met moeite zijn grote gezin onderhouden. Een eigen bakkerij moet hij in 1948 noodgedwongen stoppen, om vervolgens in loondienst te gaan. Een jaar later overkomt zijn 5­-jarige zoontje Arie een heftig ongeluk, dat hem uiteindelijk fataal wordt. Opa Arie staat bij de scherven van zijn bestaan. “Mijn vader, Piet, was erbij. Hij sprak regelmatig de veelzeggende woorden: ‘In die tijd was er geen slachtofferhulp.’ Tot zijn dood, nu twee jaar geleden, hield het ongeluk hem bezig.”

Hoe compleet was de informatie die je nodig had voor deze novelle?
“Vrij compleet, ik hoefde er weinig om­ heen te verzinnen. Mijn vader was een openhartige verteller, ik herinner me veel verhalen van hem. Verder heb ik ooms, tantes en natuurlijk mijn moeder regel­ matig bevraagd. Soms moest ik dingen invullen. Zoals die wandeling op Hemelvaartsdag, twee dagen voor het ongeluk. Opa schrijft dat hij met Arie en Piet had gewandeld. Het gesprek dat zij over de hemel hadden, komt uit mijn koker.”

Eigen invulling

“Ik had dit boek niet kunnen schrijven als mijn vader nog in leven was geweest,” be­kent Arie. “Dan zou ik te veel zijn afgegaan op zijn verhaal. Nu was ik vrijer om er waar nodig mijn eigen invulling aan te geven.”

Je schrijft over twee naamgenoten. Hoe vond je dat?
“Best bijzonder. Ik schijn qua karakter ook nog eens op mijn opa te lijken.” Lachend: “Mijn vader zei dat vooral als er een minder aangename karaktertrek bij me bovenkwam. Misschien maak ik iets goed voor mijn vader en opa door dit verhaal te schrijven. Zij hadden de mogelijkheid niet. Toen in 2013 mijn eerste boek verscheen, zei mijn vader iets als: ‘Je opa zou ook trots op je zijn geweest.’ Dat betekende veel voor me.”

Het kleine en grote verhaal

Zie je een rode draad lopen door de vier boeken die je inmiddels hebt geschreven?
“Ik denk dat ik altijd zoek naar het kleine verhaal dat het grote verhaal vertelt. In dit geval is het kleine verhaal natuurlijk mijn familiegeschiedenis en het grote verhaal gaat over de periode na de Tweede Wereld­ oorlog. Europa stond op zijn kop, er waren grote vluchtelingenstromen, ons land was gehavend en de economie moest van nul af worden opgebouwd.”

Duik je nog eens in de familiearchieven voor een boek?
“Ik heb geen concrete plannen, maar wie weet. Mijn opa’s familie komt uit de om­ geving van Woerden, Kamerik, Oudewater. Daar zou ik nog weleens iets mee willen. Maar op dit moment werk ik aan een biografie van de Zuiderzee, vanaf 1170 tot 1932; die moet dit jaar klaar zijn.”

‘Brood en stenen. Een leven in dagen van oorlog en armoede’, Arie Kok, KokBoekencentrum, 94 blz., gratis bij besteding van € 15 in christelijke boekhandels van 4 tot 14 maart.

Beeld: Jaco Klamer

Geschreven door

Reinald Molenaar

--:--