Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Beppie kreeg twee keer een burn-out

Ik mag klein zijn, dat voelt geborgen

Beppie de Rooy was altijd ‘zo’n zenuwachtige type,’ dacht ze zelf. Na haar tweede burn-out weet ze dat dat haastige gevoel niet bij haar hoort. Aan Eva vertelt zij over het wonder dat zij nu aan het werk is, iets waarvan ze dacht dat ze dat nooit meer zou kunnen doen.

Deel:

Beppie is coach en acquirerend redacteur Nederlandstalige fictie bij uitgeverij Mozaiek en KokBoekencentrum. Over haar werk vertelt ze: ’Ik probeer altijd heel dichtbij het hart van de auteur en het hart van mezelf te blijven.’

‘’Voor mijn burn-out deed ik ook coaching, maar er lag zoveel ander werk op mijn bureau. Het coachen van auteurs kwam in de verdrukking. Ik was aan het overleven, en had een enorm schuldgevoel naar de auteurs toe. Ik kon ze geen recht doen. Ik kreeg een burn-out en dacht dat ik nooit meer aan het werk zou kunnen. Tijdens dieptepunten durfde ik niet meer de straat op. Ik was totaal in de war.’’

Ik wist niet meer waarom ik dit werk was gaan doen


‘Toen heb ik loopbaancoaching gekregen. De coach zei tegen mij: ‘Jij hebt altijd gedaan wat er van je verwacht wordt. Wordt het niet eens tijd om te gaan kijken wat je leuk vindt?’ De tranen liepen over mijn wangen. Ik was geraakt door haar oprechte aandacht voor mij.

Ik ben een gevoelig mens en wil veel betekenen voor anderen. Ik zei tegen mijn coach: ‘Het coachen van de auteurs ga ik zo missen, want ik hou zoveel van hen.’ Waarop zij vroeg: ‘Waarom moet je nu huilen?’ Ik wist het zelf ook niet. Nu ik dit vertel, weet ik weer waarom ik in een overleefstand terecht was gekomen. Ik wist niet meer waarom ik dit werk was gaan doen.

Na mijn eerste burn-out heb ik anderhalf jaar gewerkt. Maar ik was nog zo krampachtig, ik was nog helemaal niet beter. De druppel was een overname. Ik kwam in een kantoortuin terecht en voelde: hier ga ik dood. Ik was zo snel terug bij af. Ik had toen nog te weinig energie en ik meende dat ik die kantoortuin gewoon maar moest proberen, want ja, mijn collega’s konden het ook, dus ik moest dat ook kunnen.’’

Je schuldig voelen is helemaal niet op zijn plek

‘’Ik was altijd zo’n zenuwachtig type. Ik dacht dat ik nou eenmaal zo was. Ik accepteerde dat gevoel van haast hebben. Maar op vakanties had ik die onrust niet. Nu weet ik dat het normaal is dat je niet alle dingen tegelijk kunt doen. Je mag mens zijn. Je schuldig voelen omdat niet alles je lukt, is helemaal niet op zijn plek. Alle ballen in de lucht houden, dat hoeft helemaal niet van God. Er staat nergens in Bijbel: houd alle ballen hoog. Het is vaak je eigen lat die je te hoog legt.

Tijdens mijn burn-out ervaarde ik God bijna niet. Ik was in een rationele modus terechtgekomen. Als je alles met je hoofd wilt oplossen, dan verdwijnt God. Ik kon niet bij het gevoel komen dat God van mij houdt, want mijn gevoel was ver weg. Kaartjes van mensen, waarop ze schreven dat ze aan mij dachten in hun gebed, hielpen. Dan voelde ik me gedragen. Dat voelde ontspannen, zo van: ik hoef even niet zelf te bidden.

Ik ben een tijdje andere dingen gaan doen. En toen ik ZZPer werd dacht ik: ik ga boeken corrigeren, lekker simpel, mooie afgebakende klussen. Met dat werk ben ik ooit begonnen. Even geen sores aan mijn hoofd. Ik heb een documentje gemaakt met alles wat ik kon op het gebied van corrigeren. Ik stuurde het op naar mijn huidige chef bij Mozaïek en KokBoekencentrum. Ze zei: ‘Beppie, dit ga jij allemaal niet doen. Jij gaat auteurs begeleiden.’ Ik schrok er gewoon van. Zij wist wie ik was, en ikzelf was dat nog aan het leren. Ik dacht: dat kan ik helemaal niet. Maar ze gaf me alle ruimte en toen ik weer een script onder ogen kreeg, ging het als vanzelf. Zo maf! Ik was weer de oude. Voor mij was dat een groot wonder. Ik bedenk nu: als je iets doet wat dicht bij je hart ligt, gaat het vanzelf, ook al is het complex werk!’’

Tegenwoordig zeg ik: dit probleem mag er zijn

‘’Als ik me onrustig ga voelen, weet ik dat er iets is. Ik vraag mezelf dan af waar die onrust vandaan komt. Mijn oude hoofd wil dan alles oplossen. Maar tegenwoordig zeg ik: dit probleem mag er zijn, maar ik hoef het niet nu op te lossen. En ik kan nu ook bedenken dat ik hulp mag vragen. Dat klinkt misschien als een open deur, maar voor eigenwijze types zoals ik is dat een rustgevend gedachte.’’
 

‘’Hoe ik geleerd heb om liever te zijn voor mezelf? Door stil te staan bij de vraag: wat zou ik echt graag willen? Dan ga ik dingen doen waarbij ik ontspan. Dat is bijvoorbeeld koffie drinken aan tafel en naar buiten kijken. Dan doe ik even niks. Dan zit ik even bij te komen van mijn gedachten. Laatst ben ik naar Rotterdam gefietst. Onderweg zag ik ooievaars, tureluurs, grutto’s, die hele explosie van de natuur. Bij de Maas keek ik naar de boten. Ik heb daar koffie gedronken op een bankje aan de Maasboulevard. Van zo’n dag word ik zachter vanbinnen.

Ik gun dat Eva-lezeressen ook. Dat je de tijd neemt voor jezelf. We weten het allemaal. Maar laat die telefoon een keer gaan. Doe eens waar jij zin in hebt. Ga lummelen, of koop een leuke jurk voor jezelf. Wij zijn te vaak onze eigen kritische zelfbeoordelaar. Ga zoeken wat voor jou werkt. Ontspannen kan op duizend manieren. Durf daarin anders te zijn. Houd elkaar niet gevangen in hoe het zou moeten.’’

Ik had harde klappen nodig om te weten dat het leven ook anders mag zijn

‘’Ik ben nu zzp’er in opdracht van Mozaïek. Ik dacht dat ik dat niet kon. Ik was bang dat ik geen inkomsten meer zou hebben. Ik had harde klappen nodig om te weten dat het leven ook anders mag zijn. Dat is een proces van vijf jaar geweest.

Als iemand mij had verteld hoe ik er nu bij zit, had ik dat niet geloofd. Ik zie dat als een wonder. Dat wonderlijke kan ik weer aan God koppelen. Pas na mijn tweede burn-out sta ik daar weer voor open. Ik ervaar God in verrassingen. Om een voorbeeld te noemen: ik zing bij een ensemble oude muziek, en een van mijn maten, die daar veel werk voor deed, moest stoppen. Ik kreeg een enorm onrustig gevoel. ‘Nu moet ik alles weer doen,’ was mijn reflex.

Ik ben een toespraak aan mezelf gaan houden. Ik zei dat ik die taken niet hoefde te doen, en dat er dan maar geen programmaboekjes hoefden te komen, dan maar geen PR, en laat ik nou eerst eens afwachten in plaats van als een dolle alles weer op orde brengen. Dat gaf rust. Ik ben gaan rondkijken voor hulp, en toen ontmoette ik een zanger met kennis van zaken. Hij zei dat hij wel wilde helpen in de kerngroep. Met beide armen heb ik zijn hulp aangenomen. Dat vind ik een wonder. Dat juist deze persoon met die capaciteiten op mijn pad kwam.’’

Ik mag klein zijn, dat voelt geborgen

‘’Ik zie God nu op veel meer plekken. Ik zie Hem in mensen, in alles om me heen. Ik kijk graag naar vlinders en leg ze vast op mijn telefoon. Vijf jaar terug zag ik die vlinders niet. Mijn favoriet is het Icarusblauwtje. Je denkt bijna: ik zie een motje, maar vanbinnen is hij hemelsblauw. De buitenkant is niet belangrijk, de binnenkant wil ik koesteren. In een vlinder zit veel zo veel verborgen. Ik piek graag, en daarna kom ik tot rust. Een vlinder is ook zo. Dan zie je haar tijden niet, en dan zie je haar weer in volle ornaat op haar mooist.

De natuur is Gods terrein. Vroeger was ik heel bang voor onweer. Ik betrapte mezelf erop dat ik de laatste tijd niet meer bang ben voor onweer. Ik voel dan dat er een Macht is, die groter is dan ik. En dat ik klein mag zijn. Dat vind ik fijn, dat voelt als geborgen. Dat Iemand anders, met een hoofdletter, het allemaal doet. Dat bevestigt voor mij: wees jij maar klein, Ik doe mijn eigen ding.’’

Foto: Elisabeth Ismail

Lees ook: ''Huilend vertrok hij naar z’n werk. Het was hem allemaal te veel, maar stoppen is geen optie als je eigen baas bent.''

Geschreven door

Judit van Dijk-Besters

--:--