Bidden om bescheidenheid
19 maart 2012 · 14:09
Update: 1 december 2022 · 13:26
Met haar bekroonde roman 'Het meisje dat verdween' wist Els Florijn (1982) duizenden lezers te boeien. Het scheelde weinig of dit aangrijpende verhaal, over een Joods kind dat moederziel alleen in Auschwitz aankomt en direct wordt vergast, was nooit verschenen.
Zodra Els kon lezen, trokken boeken haar aan als toverballen. Op de basisschool verslond ze er met gemak zeven per week. Lachend: "Soms rukte mijn moeder er eentje uit m'n handen: 'En nú ga je even buiten spelen!' Dan was ik toch kwáád... Ik zat altijd te lezen. Mijn vader (kerkhistoricus dr. H. Florijn, red.) had destijds nog bijna tienduizend boeken, dus ik groeide er tussen op."
Springplank
Dat Els veel fantasie en een vlotte pen had, bleek ook al vroeg. Op de lagere school kon ze niet wachten tot ze weer eens een opstel mocht schrijven. Ooit zou ze zelf een boek schrijven, wist ze. "Als 10-jarige schreef ik mappen vol verhalen," blikt ze terug. "Die heb ik allemaal bewaard; erg leuk om er af en toe in te lezen."
In 2002 won ze een schrijfwedstrijd van het Reformatorisch Dagblad en uitgeverij Kok. Dit werd de springplank naar haar debuut, Laatste nacht (2003). "Een roman moet natuurlijk aan bepaalde eisen voldoen rond plot, dialogen, karaktertekening, enzovoort. Dat heb ik allemaal in de praktijk moeten leren. Over mijn eerste twee boeken ben ik wat dat betreft minder tevreden dan over Het meisje dat verdween. Ik zie duidelijk groei bij mezelf."
Beste boek
Zonder doorzettingsvermogen kom je als auteur nergens, benadrukt ze. "Het is niet zo dat je – húps – een boek schrijft. Ik heb er altijd op geploeterd, en momenten gehad waarop ik me vertwijfeld afvroeg: 'Hoe zet ik dat ooit goed op papier?' Maar ook hier geldt: de aanhouder wint."
Waarvan akte. Na Laatste nacht en Schaduw van de wolf (2006) publiceerde ze Het meisje dat verdween (2010). Met deze op een aantal feiten gebaseerde roman, waarvan inmiddels de zevende druk is verschenen, won Els de Publieksprijs Christelijke Boek. "Het succes heb ik mede aan Andries Knevel te danken," vertelt ze. "Hij twitterde dat dit de beste roman van 2010 was."
Koek
Spontane promotie door een EO-coryfee, de Publieksprijs, zeven drukken én een plek in de officieuze 'CLO 15'-canon (zie kader): rond Het meisje dat verdween lijkt de koek niet op te kunnen. "Het is niet moeilijk om jezelf neer te zetten, om te denken: 'Kijk eens hoe goed ik het heb gedaan,'" reageert Els. "Daar betrap ik mezelf wel eens op, bijvoorbeeld met lezingen. Een soort superioriteitsgevoel waar ik van af wil. Ik heb er uiteraard m'n best op gedaan, maar dit talent zie ik als een geschenk van God. Paulus gebruikt een prachtige paradox: 'Uw bescheidenheid zij alle mensen bekend' (Filippenzen 4:5, Statenvertaling, red.). Op een rustige manier mezelf zijn, daar streef ik naar. Vanuit mezelf ben ik niet zo rustig. Het betekent iedere dag bidden om bescheidenheid."
Auschwitz
"Ik ben dankbaar dat ik met Het meisje dat verdween één in Auschwitz omgekomen kind een stem kon geven," vervolgt ze. "Tegelijk was het boek voor mij een stukje bevestiging van mijn kunnen."
Twijfelde je daaraan?
"Nogal, ja. Na mijn tweede boek heb ik serieus overwogen te stoppen met schrijven. Ik báálde van Schaduw van de wolf. Er staan best goede stukken in, maar ook missers van formaat. Ik ben te snel weer gaan schrijven na mijn debuut."
Schrijven over een 4-jarig kind dat omkomt in Auschwitz: wat deed dat met jouw geloof?
"Bij dit boek, waarvoor ik drie jaar research heb gedaan, liep ik tegen de vraag aan: 'Hoe kan het dat een Joods kind, moederziel alleen, op de trein wordt gezet en bij aankomst direct wordt vergast? Wat is daarvan het doel?' Toen ik begon, dacht ik al snel: 'Dit kan ik nooit opschrijven, dan kom ik in zo'n 'twijfeldal' terecht.' Maar wonder boven wonder viel alles op z'n plek. Niet dat ik antwoorden heb, maar ik wist wel: het is goed zoals het nu op papier staat."
Onbegrijpelijk
Na een korte stilte: "Ik ben ervan overtuigd dat dit meisje uiteindelijk niet volkomen eenzaam is gestorven; dat gaf mij steun. Natuurlijk, er blijven altijd onbeantwoorde vragen. Maar dat is voor mij een wezenlijk onderdeel van het geloof, het aan God overgeven en tegen God zeggen: 'Ik weet het niet, maar ik weet wel dat het bij U goed ligt.' Dat is iets wat ik mezelf en mijn kinderen altijd wil voorhouden, hoe groot, majesteitelijk en onbegrijpelijk God is. Je mag over alle dingen nadenken, maar soms moet je iets laten rusten. Die les heb ik vooral bij het schrijven van dit verhaal geleerd."
Een volgend boek zal altijd aan 'Het meisje dat verdween' worden afgemeten. Vind je dat vervelend?
"Dat is een groot woord, maar ik moet het inderdaad nog maar een keer zien te presteren. Ik schrijf het beste over dingen die echt gebeurd zijn, waar ik een eigen verhaal van maak. Dat voelt echter dan wanneer ik zelf iets verzin. Ik werk liever met feiten. Daarom blijf ik voortaan waarschijnlijk bij historische thema's, al hoeven die niet in een ver verleden te liggen."
Ben je al met een nieuwe roman bezig?
"Nee, wel met een kerstverhaal voor kinderen. Ik moet eerst tegen een goed onderwerp aanlopen. Misschien duurt dat nog jaren, het zij zo. Ik wil echt weer voor kwaliteit gaan."
Tekst: Gert-Jan Schaap
Beeld: Ruben Timman