Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Carla Dik-Faber neemt afscheid van de politiek

‘Het lijkt me heel tof om in een orkest te spelen’

Carla Dik-Faber had zich dit voorjaar aangemeld voor een verkiesbare plek, hoog op de lijst van de ChristenUnie. Maar na het gesprek met de selectiecommissie wist ze: ik overschreeuw mijn eigen twijfels. Ze besloot na acht jaar te stoppen in Den Haag. “Ik ben bang dat ik mezelf kwijtraak.”

Deel:

Het was even wennen toen ze onlangs de nieuwe kandidatenlijst zag – zonder haar naam en foto. Nadenken over die allerlaatste dag in Den Haag, wanneer ze echt voorgoed de deur achter zich dichttrekt, doet ze nog niet. Alvast opruimen evenmin. “Kamerlidmaatschap doe je niet half. Dus het is niet zo dat ik me langzamerhand al terugtrek. Toen ik begon, was het springen en zwemmen – rustig inwerken is er in Den Haag niet bij – en nu zal het hard doorwerken zijn; tot op de laatste dag ben ik gewoon Kamerlid. We zitten midden in de begrotingsdebatten, dus klaar ben ik voorlopig niet.”

Ik dacht: wil ik dit nog wel?


Wat was hét moment waarop je besloot: ik trek me terug?
“Op het moment dat ik de deur achter me dichttrok na het gesprek met de selectiecommissie – die bepaalt wie waar op de lijst komt te staan – besprong de twijfel me ineens. Het voelde niet goed. Ik had willen zeggen: ‘Kijken jullie maar waar jullie mij plaatsen.’ Tot mijn eigen verrassing had ik juist een hoge plek op de lijst bepleit. Achteraf zag ik dat ik op dat moment mijn eigen twijfel overschreeuwde. In de loop van de zomer werd dat voor mij duidelijker; ik was bang mezelf kwijt te raken. Zo was ik met mijn gezin een weekendje in Friesland, waar we met vrienden een mooie wandeling maakten. Maar omdat er onverwacht een coalitieoverleg tussendoor gekomen was, liep ik honderd meter achter de anderen, met mijn telefoon in de hand en oortjes in. Ik dacht: wil ik dit nog wel?”

Op zolder achter de computer

Er waren meer van dat soort momenten. Die zaterdag dat ze haar moeder had beloofd een dagje voor haar vader met dementie te zorgen. Nog voor haar moeder op pad kon voor een ontspannen fietstocht en even tijd voor zichzelf had, was er wéér een coalitieoverleg gepland. En dus kroop Carla op de zolder bij haar ouders achter de computer. Of tijdens haar vakantie: na alle coronadrukte kon ze één week op adem komen. Maar al wandelend met haar man en dochter in de Oostenrijkse Alpen werd ze ook daar achtervolgd door appjes, en liep ze opnieuw met haar telefoon in de hand achter haar gezin aan. Even dreigde ze zelfs halsoverkop terug te moeten naar Den Haag. Ze lag er een nacht wakker van. Hoe kom ik in Den Haag? En laat ik m’n gezin dan achter, of gaan we allemaal terug? Moet ik dan met het vliegtuig? Ik wil helemaal niet vliegen. Maar ook: hoelang wil ik dit nog? Houd ik dit vol?"

De NRC kopte boven een interview met jou: ‘Ik wil mijn leven terug’. Is dat het?
“Ik denk dat dat de belangrijkste reden is. Je moet altijd ‘aan’ staan en je bent altijd de politicus. Of ik nu aan het winkelen ben met mijn dochter, op een verjaardag zit of na afloop van een zondagse kerkdienst nog even napraat: er zijn altijd mensen die mij aanspreken op mijn functie en over hun problemen willen praten. Ze vragen niet ‘Hoe is het met Carla?’, maar ‘Hoe gaat het in de politiek?’ Mensen praten met mij niet na over de preek, maar over de boeren die – in hun optiek – wel heel makkelijk wegkomen met al die stikstofproblemen. Kortom, overal waar ik kom, ben ik politicus. De vraag is: wanneer kan ik nog mezelf zijn? Ik ben bang dat ik mezelf kwijtraak.”

Toen je acht jaar geleden besloot de Kamer in te gaan, was er een regenboog die dat besluit bevestigde. Was er nu ook iets waardoor je wist: het is goed dat ik stop?
“Tijdens de fractiedagen in september zong Kees Kraayenoord het opwekkingslied ‘Houd vol’, met daarin de passage ‘Laat maar komen wat hierna komt, want Hij laat ons nooit alleen’. Toen we dat met elkaar zongen – in de buitenlucht, op anderhalve meter afstand – wist ik: het is goed. Alsof dat lied speciaal voor mij was.” Glimlachend: “Als je er oog voor hebt, zie je zulke dingen als knipoogjes van boven. Ik voel me rustig nu. Wat hierna komt? Ik heb nog geen idee. Maar ik heb wel het vertrouwen dat ik mijn leven in Gods hand mag leggen en dat er dan iets op mijn pad komt.”

Ik zou tegen iedereen willen zeggen: neem één dag in de week gas terug

Gas terug op zondag

Werkweken van zestig tot tachtig uur zijn voor Carla en veel andere politici niet ongewoon. Carla hield het maar om één reden vol: “Omdat wij de zondag hebben. Veel collega’s die geen christen zijn, voeren ook op zondag nog campagne, wonen congressen bij of voeren debatten. Ik zou tegen iedereen willen zeggen: neem één dag in de week gas terug. Ook al doe je het niet vanwege religieuze redenen, het is gewoon verstandig. Creëer momenten van rust en bezinning. Dat is zo heilzaam. Ik denk dat het een door God gegeven ritme is om het vol te houden.”

Voetjes omhoog

Al is ze niet van plan vanaf maart 2021 om half acht ’s avonds op de bank te ploffen en met de voetjes omhoog te gaan zitten. “Dat zit niet in de aard van het beestje. Ik ben opgevoed met een hoge arbeidsmoraal, aanpakken!” Wijzend naar de boekenkast bij het raam: “Natuurlijk vind ik het heerlijk om een keer een boek te lezen. Dat lukt me nu hooguit tijdens een reces, dus daar kijk ik wel naar uit. Ik hoop vooral dat er straks iets op mijn pad komt wat net zo dynamisch en uitdagend is.”

In je blog op de website van de ChristenUnie waarin je je vertrek aankondigde, schreef je: ‘Excuses aan iedereen die ik niet de aandacht kon geven die ik wilde.’ Aan wie denk je dan?
“Aan al die mensen die mij mailden of appten, en vroegen of ik langs wilde komen of wilde bellen, maar waarbij ik amper de tijd had om daar goed op in te gaan. Ik krijg honderden mails per dag en word vaak uitgenodigd voor werkbezoeken. Dat is gewoon niet bij te houden. Op een gegeven moment zat ik elke zaterdagavond om 23.00 uur mijn mail te beantwoorden. Ik heb er lang mee gewacht, omdat ik mensen persoonlijk wilde antwoorden, maar op een gegeven moment heb ik toch een auto-reply op mijn mail gezet. Al probeer ik alles te lezen. Dat is het minste wat mensen van mij mogen verwachten, ik ben tenslotte hun volksvertegenwoordiger. Maar ik heb slechts één hoofd en één paar handen.”

Heb je in de afgelopen jaren steun gehad aan je kerkelijke gemeente, de Nederlands-gereformeerde kerk in Veenendaal?
“Zeker! Er is voor mij een aantal jaar geleden zelfs een gebedsgroep opgericht in de gemeente. Daar heb ik veel steun aan. Het lukt mij niet om lid te worden van een kring, maar als er iets speelt, app ik het gebedsgroepje en gaan zij in gebed. Ik weet dat er behalve mijn eigen gebedsgroep veel andere mensen zijn die voor ons bidden. Binnen de partij is er bijvoorbeeld een gebedsgroep die op zaterdagochtend in Amersfoort bij elkaar komt. Op dinsdag zit op de publieke tribune een groep mensen uit Den Haag die voor ons bidden. Dat is zo waardevol; ik voel me erdoor gedragen en het geeft rust, omdat ik weet dat ik er niet alleen voor sta.”

Ervaar je de kracht van dat gebed ook?
“Vooral tijdens de coalitieonderhandelingen heb ik die kracht zeker ervaren. Soms zaten de onderhandelingen zo muurvast, vooral rondom medische ethiek. Hoe verzin je het ook: D66 en ChristenUnie in een coalitie! Op zo’n moment ervaar je dat je in het gebed gedragen wordt. Als er dan een doorbraak in de onderhandelingen is, voelt dat toch extra bijzonder.”

Tekst loopt door onder de foto.

Carla Dik-Faber neemt afscheid van de politiek
Credits: Jacqueline de Haas.

Geestelijke strijd

Even later: “Ik merk wel dat er in het politieke debat soms een geestelijke strijd gaande is. Met name rondom medische ethiek. Er zijn zware debatten geweest over bijvoorbeeld de levenseindepil, het initiatiefwetsvoorstel van D66. Daar sta ik dan in zo’n debat... De ChristenUnie heeft gelukkig met het manifest ‘Waardig ouder worden’ een alternatief neer kunnen zetten, dat ook een plek gekregen heeft in het regeerakkoord.”

Wat bedoel je met geestelijke strijd?
“Ik vind het moeilijk dit precies te duiden, maar ik ervaar soms dat er iets gaande is tijdens bijvoorbeeld debatten over leven en dood. Het gaat dan over de manier waarop je tegen het leven aankijkt. Die debatten hebben een veel diepere dimensie.”

Partijleider Gert-Jan Segers zei onlangs tegen de NOS dat hij weinig mensen kent met een groter hart voor de schepping dan jij. Hoe kom je aan zo’n groot hart?
“O ja, dat zei hij! Dat is gegroeid in de loop der jaren. Ik weet nog dat emeritus predikant Rolie Barth in 2014 bij ons preekte over Romeinen 8:19: ‘De schepping ziet er reikhalzend naar uit dat openbaar wordt wie Gods kinderen zijn.’ Die tekst kwam rechtstreeks binnen en draag ik sindsdien met me mee. Ik heb in die tijd een jasje laten maken bij een bedrijf dat duurzame kleding produceert. Aan de binnenkant ervan heb ik die tekst uit Romeinen laten borduren.”

Meest vervuilende industrie

Een jurk van gerecyclede spijkerbroeken, een pak van zeewier of een tas van zalmhuiden; Carla wist met haar outfit op Prinsjesdag altijd wel de aandacht te trekken. Dit jaar hield ze het in verband met corona sober, al droeg ze wel een speciale corona-armband. “Ik wil de politiek dicht bij mensen brengen. Prinsjesdag gaat vooral over geld en beleid, maar aan al die mensen die voor de tv zitten, kun je wel je beleid laten zien door middel van de kleding die je draagt. Want wat veel mensen niet weten, is dat kleding na olie de meest vervuilende industrie ter wereld is. Gemiddeld dragen we een kledingstuk zeven keer, daarna gooien we het weg. Meestal in de kliko in plaats van in een kledingbak. Wat dat betreft, is kleding een wegwerpartikel geworden. Juist als christenen kunnen we hier verschil in maken. Want met je geld heb je invloed op hoe een economie wordt vormgegeven.”

Met wie uit de politiek had je, buiten de CU, een goede klik?
“Oei, als ik nu namen ga noemen, ga ik veel andere mensen tekortdoen. Het leuke is dat je politiek enorme tegenstanders kunt zijn, maar dat je vaak in de wandelgangen erg goed samen door één deur kunt. Maar namen van mensen… Poeh, dit is écht ingewikkeld. Wie moet ik nou noemen? Tjonge…”

‘Niet onze club’

Na enig aandringen: “Er gaan zo veel namen door me heen, ik heb gewoon veel fijne collega’s. Om er dan toch een paar te noemen: Laura Bromet bijvoorbeeld. Zij is van GroenLinks, woordvoerder op Landbouw. Wij zijn het niet altijd eens met elkaar. Haar oplossingen voor de stikstofproblematiek en haar visie op landbouw zijn niet de mijne. Maar ik vind haar een prettig, opgeruimd mens. Als tweede noem ik Matthijs Sienot, van D66.” Lachend: “Ook niet onze club, maar met hem heb ik echt mooie gesprekken. Af en toe zitten we bij elkaar in de trein. Wij trekken samen op in het duurzaamheidsdossier en dat vind ik erg fijn.”

Ontzettend veel bewondering

“En de derde, tja…” Ze windt een pluk haar rond haar vinger. “Je gaat straks natuurlijk opschrijven dat ik er lang over na moet denken. Haha! Maar als ik in gedachten mijn portefeuilles langsga, kom ik bij iemand met wie ik niet eens zo veel persoonlijk contact heb gehad: Tamara van Ark van de VVD. Ik vind haar een goed politicus en heb ontzettend veel bewondering en respect voor haar. Ze is een warme persoonlijkheid, erg benaderbaar. Als ik haar bel of app, krijg ik altijd antwoord, ze neemt altijd de tijd voor je en is bereid om mee te denken.”

Je moet niet in de politiek gaan om applaus te krijgen

Zakkenvullers

Ze zet haar kop koffie op tafel en slaat haar benen over elkaar. “Weet je wat het is? Er wordt vaak negatief gesproken over politici; we zijn plucheplakkers, zakkenvullers… Ik zie dat dagelijks in mijn mailbox en op Twitter voorbijkomen. En ik weet: je moet niet in de politiek gaan om applaus te krijgen. Maar ik zie veel politici die enorm gedreven zijn om goede dingen te doen en die snoeihard werken.”

Ben je niet bang dat je na maart 2021 in een gat valt?
“Ik ga niet op de bank naar buiten zitten kijken. Ik ben bijvoorbeeld van plan een zeilcursus te gaan volgen.” Grijnzend: “Ik heb 25 jaar geleden een zeilcursus gedaan en toen ben ik gezákt. Dus ik heb echt de ambitie om ’m nu wel te halen. Als ik op een zeilboot stap, ben ik los van het land en los van alles. En mijn cello staat al jaren onaangeraakt op zolder, dus die wil ik ook graag weer voor de dag halen. Het lijkt me heel tof om in een orkest te spelen. Daar zal ik weer veel voor moeten gaan oefenen, je moet eelt op je vingers krijgen. Maar er gaat absoluut iets op mijn pad komen, daar ben ik van overtuigd. ‘Laat maar komen wat hierna komt.’”

Wie of wat ga je het meeste missen uit Den Haag?
“Mijn collega’s. Allereerst die van onze eigen club, zij vormen een warm bad. Dat is niet vanzelfsprekend, want Den Haag kan echt een slangenkuil zijn. Verder zal ik de hectiek missen en alle inspirerende mensen die ik heb ontmoet. Wat ik niet ga missen?” Ze schiet in de lach: “De coalitieoverleggen!”

Wie is Carla Dik-Faber?

Carla Dik-Faber (1971) studeerde kunstgeschiedenis en werkte onder andere als freelance kunsthistorica. Ze zat in de gemeenteraad van Veenendaal en in de Provinciale Staten van Utrecht, voor ze in 2012 in de Tweede Kamer kwam voor de ChristenUnie. Carla Dik werd in 2015 door Vrij Nederland uitgeroepen tot meest efficiënte Kamerlid. Ze is getrouwd en moeder van een dochter.

Beeld: Jacqueline de Haas

Geschreven door

Mirjam Hollebrandse

--:--