Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Column Hanneke: angst voor het onbekende

‘Al zo vaak heeft deze angst me belemmerd’

Hanneke wordt gevraagd voor een mooie functie. Direct slaat de angst toe: dat kan ik toch niet? Wat als het niks voor mij is?

Deel:

Toen afgelopen voorjaar mijn telefoon ging en ik opnam had ik nooit gedacht dat ik op de vraag die me toen gesteld werd ‘ja’ zou zeggen. Ik had een paar maanden daarvoor een fikse operatie ondergaan en begon pas net weer een beetje de oude te worden. Tijdens die maanden van herstel had ik mij lichamelijk en geestelijk kwetsbaar gevoeld en tot weinig in staat. Nu kwam ik weer wat op krachten en ik was eigenlijk van plan daar eerst maar eens gewoon van te gaan genieten. In de verte droomde ik wel alvast over oktober, wanneer mijn jongste vier zou worden en naar school mocht, zodat mijn week dus wat minder vol zou zijn. Ik wilde, wanneer dat eenmaal zover was, wel ergens ooit wat meer gaan doen dan ik deed, maar veel concreter dan ‘ergens’ en ‘ooit’ was dat nog niet geworden. Mijn idee was om daar tegen die tijd eerst maar eens rustig over na te gaan denken. Op dat moment in het voorjaar zeker nog niet.

Tot de telefoon ging dus.

En er gevraagd werd of ik de fractie van de ChristenUnie in mijn stad wilde komen versterken.

Ik zou de stukken meelezen en erover meedenken. Op termijn zou er wellicht een plek als steunfractielid voor mij komen en daarna... nou ja, wellicht was er nog wel meer groei mogelijk.

Dat kan ik niet

In mijn hoofd voelde het alsof ik vanuit de stilte van de gang ineens een kwetterende kleuterklas was binnengelopen. Allerlei stemmen schreeuwden om het hardst om aandacht. ‘Nog meer werk? Hoe dacht je dat te gaan doen?’ ‘Wat een eer, ik ben er stil van.’ ‘Dat kan ik toch helemaal niet? Ik weet niks van politiek.’ ‘Ik ben daar veel te onzeker voor.’ ‘Wat doet zo’n fractie eigenlijk allemaal?’ ‘Dan moet ik denk ik toch eens aan kinderopvang gaan denken misschien, maar waar betaal ik dat dan van?’ ‘Iets nieuws, nee niet iets nieuws! Nieuwe dingen zijn eng!’ ‘Wat als het niks voor mij is?’

Ik ken die angst. Het is de angst die me zegt dat ik het niet kan.

De beller stelde mij enigszins gerust: ‘Het is een betaalde functie hè, dus die kinderopvang komt wel goed.’ Helder, één smoes van tafel. Met ‘je kunt allerlei hele handige cursussen volgen en we gaan je echt wel begeleiden,’ verstomden nog wat tegensputterende stemmen.

Nieuwsgierig

Maar wat mij het meest aan het denken zette was het argument dat het een geweldige manier is om ook in het gemeentehuis iets te laten zien van wat christenen drijft. Er zijn in onze stad 39 zetels, waarvan één voor de ChristenUnie. Het is hier echt bijzonder om christen te zijn en vanuit die overtuiging na de denken over wat er speelt in de stad. Vanuit de andere partijen wordt met interesse gekeken naar wat de ChristenUnie van bepaalde zaken vindt, juist omdat die mening zo uniek is.

Mijn nieuwsgierigheid was gewekt.

‘Goed dan, ik zal erover nadenken.’

Kans op een unieke plek

In de tijd daarna sprak ik met mijn man, supporter vanaf de eerste seconde, ik bad en ik vroeg anderen om raad. Het bijzondere was dat iedereen die ik uitlegde waarover ik nadacht, reageerde met dezelfde woorden: ‘Ik zie het je wel doen.’ Ik kreeg dus een kans om op een unieke plek mijn geloof en visie op het leven en de samenleving te delen.

Mijn man zag het helemaal zitten (altijd belangrijk). Ik kreeg de hoeveelheid uren en uitdaging die ik in een eventueel toekomstige baan zocht zo in de schoot geworpen. En iedereen die ik het vroeg zag mij het wel doen. Het was alleen een beetje vroeger dan ik had bedacht, maar het echte werk zou toch pas na de zomer beginnen en hé, dan was toch al bijna oktober?

Angst

Om eerlijk te zijn voelde ik mij alles bij elkaar genomen geroepen. Toch was ik bang. De angst voor het onbekende greep me naar de keel. Ik ken die angst. Het is de angst die me zegt dat ik het niet kan, dat alles mis zal gaan, dat ik door de mand zal vallen, dat nieuwe dingen me zo eindeloos veel energie kosten dat ik er beter niet aan kan beginnen, dat ik mezelf onsterfelijk belachelijk ga maken.

Mijn schaamtemetertje sprong haast uit het dashboard

Al zo vaak heeft deze angst me belemmerd, maar deze keer besloot ik hem te negeren. Ik besloot ‘ja’ te zeggen. Het was leuk geweest als de angst daarmee verdwenen was. Dat was ‘ie niet. Op 17 december 2020 ben ik beëdigd tot steunfractielid. Ik was misselijk van de spanning. Deze maand zal ik voor het eerst het woord gaan voeren tijdens een commissievergadering. Mijn hartslag stijgt al bij het idee.

Leren

De dag na mijn beëdiging beging ik mijn eerste onnozelheid. Mijn schaamtemetertje sprong haast uit het dashboard en het bandje met ‘zie je nou dat je het niet kunt’ en ‘dit wordt dus niks’ werd in mijn hoofd direct afgespeeld. Het kostte me anderhalve dag de uitknop te vinden. Hopelijk lukt dat de volgende keer wat sneller, want dit zal waarschijnlijk niet mijn laatste blooper zijn geweest.

Ik vertik het om de angst te laten regeren. In een leerproces maak je nu eenmaal fouten. Dat is niet bepaald mijn hobby, maar ze zijn onvermijdelijk. Ik aanvaard deze taak met een bibberend lijf, maar ik sta er niet alleen voor. Ik heb het zelf luid en duidelijk gezegd in de raadszaal: ‘Zo waarlijk helpe mij God almachtig.’

Geschreven door

Hanneke Veurink

--:--