Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Dominee André van der Graaf lag met corona in het ziekenhuis

‘Wat ik op de verpleegafdeling heb gezien, gun je niemand’

Twee dagen lag ds. André van der Graaf (38) uit Heerde met corona in het ziekenhuis. Eenmaal thuis bleek hij ook een longembolie te hebben opgelopen. “Toen ik de ambulance ingeschoven werd, flitste het door me heen: is dit nu het afscheid?”

Deel:

“Als ik ’s ochtends heb gedoucht en ontbeten, voelt het alsof ik een rondje van honderd kilometer heb gefietst, met een hartslag van 160,” vertelt Van der Graaf via de telefoon. “Dan moet ik gaan zitten en bijkomen.” Hij is net een week uit het ziekenhuis en voelt zich – nog geen 40 – momenteel een oude man. “Ik heb echt een jasje uitgedaan.”

Kwetsbare ouderen

Hij merkt dat hij alles nog wat moet verwerken. Het is zo snel gegaan. Hij herinnert zich hoe alert hij was toen de overheid begin maart allerlei maatregelen nam en bijeenkomsten verbood. Alle visites in zijn agenda zette hij om in telefonische afspraken. “Als dominee hop ik van de ene kwetsbare oudere naar de andere, en ik wilde niet op mijn geweten hebben dat ik een virus zou overbrengen.”

Ik weet niet waarom, maar ik had meteen door wat er aan de hand was

Kiplekker

Zondag 15 maart stond er een preekbeurt in zijn vorige gemeente in Hendrik-Ido-Ambacht op de planning. Kerkdiensten in kleiner verband mochten nog wel en Van der Graaf was streng voor zichzelf: als hij maar iets bespeurde van een kuchje – hoe klein ook – zou hij afbellen.  “Maar ik was kiplekker, dus ik ben in die gemeente voorgegaan.”
In de auto op weg naar huis – een rit van zo’n anderhalf uur – ging het mis. Van der Graaf voelde zich beroerd worden en voor hij goed en wel thuis was, had hij een kuchje en 38 graden koorts. “Ik weet niet waarom, maar ik had meteen door wat er aan de hand was. ‘Volgens mij heb ik ergens het virus opgepikt,’ zei ik tegen mijn vrouw.”

‘Ik heb een moeilijke boodschap voor u’

Die eerste week was Van der Graaf niet heel erg ziek. Tot hij meer ging hoesten en benauwder werd. Ook de koorts kwam ruim boven de 39 graden. Hij besloot naar het covid-spreekuur van de huisarts te gaan, waar hij enigszins gerustgesteld vandaan kwam. Maar toen de klachten die week verergerden, Van der Graaf zijn bed niet meer uitkwam en steeds benauwder werd, belde de huisarts een ambulance. “Op het moment dat ik die ziekenwagen ingeschoven werd en mijn vrouw en kinderen op de stoep zag staan, flitste het door me heen: is dit nu het afscheid?”

Soort ruimtepakken

Eenmaal in het ziekenhuis wist de hervormd predikant niet wat hem overkwam. Het leek of hij in een war zone terechtgekomen was. Hij werd door een sluis gereden, iedereen bleef op afstand en degenen die wel aan zijn bed kwamen, droegen een soort ruimtepakken.
’s Avonds zei de verpleegkundige: “Ik heb een moeilijke boodschap voor u: u heeft corona.”
Van der Graaf: “Hoewel ik dat ergens al wist, was het toch heel heftig. Een longarts begon gelijk over het toedienen van experimentele medicijnen met allerlei mogelijke bijwerkingen – of ik die wilde. En of ik, als dat nodig bleek, beademd wilde worden. Ik raakte meteen doordrongen van de ernst van de situatie. Dat greep me wel aan.”

Ik had m’n handen vol aan het reguleren van mijn ademhaling

Tas vol bloedverdunners

Omdat veel coronapatiënten in korte tijd hard achteruitgingen, wilden ze de predikant in het ziekenhuis houden. Maar hij bleef wonder boven wonder stabiel en mocht daarom twee dagen later weer naar huis.
Daar ging het na drie dagen alsnog mis. Van der Graaf raakte nog benauwder dan hij al was en kreeg een vlammende pijn in zijn rug. “Toen vreesde ik echt dat het de verkeerde kant op zou gaan.”
Terug in het ziekenhuis bleek hij een longembolie te hebben, waarna hij een flinke dosis morfine en een tas vol bloedverdunners mee naar huis kreeg.
“Ik merk nu sinds een paar dagen dat de enorme pijn die ik had, minder wordt. Maar ik zit mentaal in een soort niemandsland. Dat komt ook omdat ik voortdurend in een overlevingsmodus stond. Ik voelde me ongelofelijk beroerd en benauwd en had m’n handen vol aan het reguleren van mijn ademhaling en het afbijten van de pijn.”

Was u bang?
“Ik ben niet bang geweest. Dat heeft te maken met een heel diep besef dat ik uiteindelijk eigendom ben van Jezus Christus. Niemand doet me wat. In die zin kon ik het overgeven, al hoop je natuurlijk dat je nog even aan deze kant van het leven blijft. Maar ik heb me niet heel druk gemaakt. Zonder er een groot spiritueel verhaal van te maken – ik heb geen enorm licht gezien of speciale warmte ervaren – wist ik diep vanbinnen dat het goed was.
Wel heb ik me heel kwetsbaar gevoeld. Ik ben nog redelijk jong, ik fiets veel en ben aardig fit. Maar dat je lichaam het op een of andere manier niet voor elkaar krijgt om zo’n virus te overwinnen, zet je wel even stil.”

Trampolinespringen

“Waar ik wel heel bang voor was,” zegt hij even later, “is dat ik mijn vrouw en kinderen zou besmetten. Ik heb hier thuis dus ook echt in isolatie gezeten. Want wat ik op de verpleegafdeling heb gezien, gun je niemand. Ik was de jongste en er relatief het beste aan toe. Maar de meesten hadden zuurstof nodig en lagen op het randje van wel of niet naar de ic. Een paar mensen op de zaal waren in telefoongesprekken bezig met afscheid nemen en bereidden een afscheidsdienst voor. Dat is echt heftig als je daarnaast ligt, helemaal als je dominee bent. Ik was dermate ziek dat ik niet de puf had om iets te doen, en toch voelde ik me tekortschieten.”

Ik word misschien ook wel een beetje op mijn plek gezet

Machteloos?
“Ja. En nog steeds. Dat is drama. Helemaal nu Heerde een soort epicentrum is van corona. In het verzorgingshuis waar ik regelmatig kwam om mensen te bezoeken en vieringen te leiden, zijn nu al twintig van de zeventig bewoners overleden. Daar zitten mensen bij die ik de afgelopen periode intensief begeleid heb. Dat doet me heel veel, ja. Als dominee wil ik er zijn voor de mensen. Ik wil daar namens Christus present zijn en met de mensen meehuilen. Maar hen ook bij Christus brengen en van betekenis zijn. Dat kan nu niet en dat vind ik echt heftig.
Tegelijkertijd word ik daarin misschien ook wel een beetje op mijn plek gezet. Alsof God tegen mij zegt: ‘Ga je niet te groot voelen, de kerk is van Mij en Ik ga Mijn eigen weg.’ En dat is waar. God heeft nog meer grondpersoneel. Collega’s die fantastisch werk doen en een kerkenraad die voor honderd procent gemotiveerd is.”

Hoe was het voor het thuisfront toen u in het ziekenhuis lag?
“Heftig. Mijn vrouw is heel optimistisch en sterk en probeerde het thuis zo goed mogelijk draaiende te houden. Maar natuurlijk was het spannend voor haar. Toen het wat beter ging, merkte ik bij de kinderen de ontlading. De een moest erg huilen, de ander ging hard op de trampoline springen. Dus ze voelden zelf ook wel aan dat er allerlei vreemde dingen gebeurden.”

Wat zou u willen zeggen tegen mensen die worstelen met gevoelens van angst en eenzaamheid in deze verwarrende tijden?
Na een korte stilte: “Dat vind ik best een ingewikkelde vraag. Maar mijn antwoord is nu niet anders dan voor deze crisis: al is God misschien de grote Afwezige, wankelt je geloof en breken de dingen je bij de handen af, Jezus is Koning. Hij is onze wereld binnengekomen, heeft dieper dan diep onze pijn, sores en zonden doorleefd en doorworsteld, en is dat uiteindelijk te boven gekomen. Dat is het echte paasverhaal: Jezus is Koning! En daarin ligt een geweldige belofte voor de toekomst.”

Explosie van medemenselijkheid

Waar en hoe Van der Graaf het virus precies heeft opgelopen, blijft gissen. Wanneer hij weer aan de slag kan, weet hij evenmin. Voorlopig laaft hij zich aan de vele blijken van meeleven van mensen uit zijn gemeente, van de voetbalvereniging en uit de buurt. “Het is een soort explosie van medemenselijkheid, en tegelijk een zonnige keerzijde van deze dramatische crisis.”

Geschreven door

Mirjam Hollebrandse

--:--