Ga naar submenu Ga naar zoekveld

‘Een kind zegt ‘u’ tegen zijn ouders’

De ene ouder vindt het niet meer dan normaal dat zijn kinderen hem of haar met ‘u’ aanspreken, terwijl ‘je’ bij de andere ouder als muziek in de oren klinkt. Is het van invloed op de opvoeding als kinderen hun ouders tutoyeren, of is het allemaal één pot nat?

Deel:

Oneens

“U zeggen doe ik vanaf mijn 15e al niet meer,” zegt de 23-jarige Arjan Honkoop uit Sliedrecht. “Terwijl ik er wel mee opgevoed ben.” Honkoop is met zijn tweelingbroer de jongste in een gezin van vijf kinderen. Zij spreken hun ouders allemaal met ‘je’ aan. “Dat is vanzelf zo gelopen. Op een gegeven moment had waarschijnlijk niemand daar meer behoefte aan. We hebben er nooit over gediscussieerd en mijn ouders hebben er geen problemen mee. Toch denk ik dat we nog ‘u’ hadden gezegd als we jonger waren geweest.”
Hoewel Honkoop vindt dat het een beleefdheidsvorm is, vooral naar andere volwassenen, vindt hij niet dat hij door ‘je’ te gebruiken, minder respect voor zijn ouders toont. “Natuurlijk vormt het gebod ‘Eert uw vader en uw moeder’ de basis, maar dat zit hem niet in het woordje ‘u’. Belangrijker is dat je een goede relatie met elkaar hebt.”
Als voorzitter van Koffiebar de 2sprong van de hervormde PKN-gemeente in zijn woonplaats, spreekt Honkoop veel met leeftijdsgenoten. Hij heeft de indruk dat steeds minder jongeren ‘u’ zeggen tegen hun ouders. “Sliedrecht is een behoudend dorp. De meeste kinderen spreken hun ouders met ‘u’ aan, maar dat verandert vaak zodra ze ouder worden.” Voor onbekenden gebruikt hij zelf in eerste instantie altijd ‘u’. “Maar ik zeg ‘je’ als de situatie dat toelaat.”

Eens

“We hebben onze kinderen wel geleerd ‘u’ te zeggen, en de meesten houden dat nog vol,” zegt Johan van den Ende uit Middelburg. “Al gaan de oudsten er wat speelser mee om, maar dat vind ik niet erg.” De reden dat Van den Ende zijn kinderen heeft geleerd ‘u’ te zeggen, ligt in het respect dat doorklinkt in dat woordje. “Er mag best verschil zijn in de verhouding tussen ouder en kind. Daarin zijn wij waarschijnlijk gevormd door ons christelijke geloof. Wij vinden het dan ook belangrijk om het verschil in de door God gegeven positie van mensen op die wijze tot uiting te brengen. Het is goed om bestuurders, werkgevers, leraren, maar ook anderen in eerste instantie met ‘u’ aan te spreken. Om ons heen wordt steeds meer getutoyeerd. Dat zie je terug in de wijze waarop men met elkaar omgaat. Daarbij voelen wij ons niet zo prettig. Het is in ieder geval belangrijk om met ‘u’ te beginnen. Als dat later verandert, heb ik daar niet zoveel moeite mee. Ik heb collega’s die jonger zijn dan mijn oudste kinderen. Zij tutoyeren mij, evenals sommige vrienden van de kinderen. Dan kun je moeilijk van je kinderen verwachten dat zij wél ‘u’ blijven zeggen. Het Zeeuws kent overigens geen verschil tussen ‘u’ en ‘jij’. In het dialect noemen we iedereen ‘jij’, maar ik ben de enige thuis die dat nog goed spreekt.”

Oneens

Orthopedagoog en pastoraal traumatherapeut Elly Donswijk uit Dinxperlo is het oneens met de stelling, maar niet omdat zij vindt dat een kind ‘je’ tegen zijn ouders zou moeten zeggen. “Beide aanspreekvormen zijn wat mij betreft goed. Het is geen kwestie van goed of fout, maar of kinderen en ouders respectvol en liefdevol met elkaar omgaan. Als ze dat doen, maakt de aanspreekvorm niet uit.”
Donswijk en haar man worden zelf door hun kinderen met ‘je’ aangesproken. “In een liefdevolle omgang met elkaar kan dat, maar het is net wat je gewend bent. ‘U’ zeggen kan in bepaalde gevallen afstand scheppen. Het probleem wordt een beetje veroorzaakt door de Nederlandse taal. Wij kennen twee aanspreekvormen, in tegenstelling tot bijvoorbeeld het Engels, waarin je iedereen ‘you’ noemt.”
Vanuit haar praktijk voor christelijke hulpverlening merkt Donswijk dat het in bepaalde – vooral reformatorische – kringen nog wel voorkomt dat kinderen hun ouders met ‘u’ aanspreken. “En vroeger gebeurde dat ook meer. Nu is die afstand wat kleiner.” Hoewel tegenwoordig ook steeds meer kinderen hun ouders bij de voornaam noemen, vindt Donswijk dat persoonlijk wat te ver gaan. “Maar ook daar geldt weer: ouders en kinderen moeten zich daar prettig bij voelen en met respect en liefde met elkaar omgaan.”

Eens

Voor Mirjam Bonsink en haar echtgenoot uit Kampen is de stelling geen punt van discussie. Haar kinderen – inmiddels tieners – spreken hen aan met ‘u’. “We hebben daar nooit over gesproken, het ging vanzelf. Ik heb mijn ouders zelf ook altijd met ‘u’ aangesproken en wist niet beter. Tegenwoordig is dat toch wel een unicum. Mijn kinderen zeggen wel eens dat ze de enigen in de klas zijn die ‘u’ zeggen. Mensen kijken soms ook om als ze onze kinderen tegen ons horen praten.”
Bonsink en haar man zien graag dat hun kinderen deze steeds minder gangbare aanspreektitel ook naar andere volwassenen gebruiken. Toch levert dat soms wat ongemakkelijke situaties op, bijvoorbeeld als haar kinderen de buren bij de voornaam mogen noemen en hen in dezelfde zin toch weer met ‘u’ aanspreken. Maar ook de kinderen Bonsink hebben over deze familie-etiquette nooit moeilijke vragen gesteld. “Toen ze klein waren, moest ik hen wel eens corrigeren, maar dat viel gelukkig mee. ‘U’ zeggen is voor mij een vorm van respect. Dat is ook een van de redenen waarom ik graag wil dat mijn kinderen mij met ‘u’ aanspreken. Ik ben namelijk niet hun vriendin, maar hun moeder.”

Tekst: Jeroen Kanis
Beeld: Shutterstock

--:--