Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Een ouder overlijdt: wat moet je regelen?

Marja en Emmie delen hun ervaringen

Of je ouder nu al een tijd ziek was of juist heel plotseling overlijdt, de periode rondom het overlijden is vaak een rollercoaster. Marja (36) en Emmie (33) verloren allebei hun ouder en moesten daarna van alles regelen. Zij delen hun ervaringen en tips.

Deel:

Marja's moeder overleed toen Marja negentien was. Samen met haar broer en twee zussen woonde ze nog thuis. Het was een zelfgekozen dood. “Mijn moeder leed aan ernstige depressies. Ze is ’s nachts overleden aan een overdosis medicijnen. De huisarts dacht ’s avonds dat het goed zou komen, dus ik was aan mijn slaapdienst begonnen. Middenin de nacht werd ik gebeld dat het niet goed ging… Het duurde heel lang voor de collega die mijn dienst wilde overnemen er was. Ik was te laat, mijn moeder was al overleden.” Marja’s moeder had van tevoren al veel geregeld en haar wensen doorgegeven in een afscheidsbrief.

Emmie’s vader was net 73 toen hij plotseling overleed. “Zaterdagmiddag werd ik door m’n moeder gebeld: m’n vader was opgenomen vanwege benauwdheidsklachten. Ik lichtte al m’n broers en zussen in. We moesten ons geen zorgen maken volgens de verpleging, want de opname was ter observatie. Zondagochtend belde m’n moeder: we moesten direct naar het ziekenhuis komen. Alle kinderen wonen minimaal een uur rijden bij m’n ouders vandaan. Toen wij aankwamen, was m’n vader al buiten kennis. Nog geen uur later is hij overleden. Niet iedereen was op tijd.” Emmie komt samen met nog 2 broers en 3 zussen uit een samengesteld gezin.

Advertentie en rouwkaart

Marja: “Mijn moeder had de enveloppen al voorbereid, met adressen en postzegels en al – wij hoefden alleen de kaart erin doen. De kaart hebben we samen opgesteld. Die had ze ook al voorbereid, maar we hebben dat wel wat aangepast.”

Emmie: “In goed overleg hebben we samen de rouwkaart en de advertentie opgesteld. Mijn moeder had een mooie tekst voor op de kaart. In de la van de kast lagen alle benodigdheden voor de begrafenis, inclusief de adressenlijst.”

Begrafenis

Marja: “Onze opa was drie maanden eerder overleden, dus we kozen diezelfde begrafenisondernemer – een man uit onze kerk. Mijn moeder wilde een sobere begrafenis, het liefst binnen twee of drie dagen, maar dat was voor ons veel te snel. Ze wilde geen kerkdienst, dus het was in een rouwzaaltje bij de begrafenisondernemer. Er werd niet gezongen, alleen uit de Bijbel gelezen en gebeden. Naast ons gezin was alleen de zus van mijn moeder erbij – ondanks dat mijn moeder haar niet wilde uitnodigen. Er waren geen bloemen, geen toespraken. Dat was moeilijk te accepteren; wij stonden er niet achter, maar zij wilde het graag zo.

Mijn zussen en ik bepaalden welke kleding ze aan moest; het werd een mooi setje dat ze vaak droeg. Ik wilde dat ik wat foto’s had gemaakt van hoe ze was opgebaard en van de begrafenis. We hebben helemaal niks nu.”

Emmie: “M’n moeder wist al snel welke begrafenisondernemer ze wilde, we belden hem meteen op. Eenmaal weer in het ouderlijk huis begon het echte werk. De advertentie opstellen, de organist bellen, contact opnemen met de drukkerij: elk kind nam een taak op zich.

We besloten mijn vader op te baren in het appartementencomplex bij m’n moeder, zodat we hem elk moment konden bezoeken. De begrafenisondernemer kwam dagelijks bij m’n vader kijken, en bezocht m’n moeder om dingen door te nemen. Als we vragen hadden, konden we hem altijd bellen.

De kerkelijke gemeente van mijn ouders was vacant, dus een predikant van buitenaf leidde de rouwdienst. De liturgie vulden we samen met hem in; de een zorgde voor een in memoriam, de ander verzorgde het dankwoord, een kleinzoon speelde een lied op het orgel en zelfs de kleinste kleinkinderen droegen een lied aan. Het was een mooie en troostvolle dienst.

'Een buurvrouw bood aan om voor het eten te zorgen'

Als kinderen wilden we er een fotograaf bij hebben, maar m’n moeder voelde er weinig voor. Toch heeft ze ermee ingestemd. Een aangetrouwde neef heeft de dag vastgelegd – achteraf is m’n moeder hier erg blij mee.

Een buurvrouw bood aan om voor het eten te zorgen op de dag van het condoleren en de begrafenis. Hier hadden wij dus geen omkijken naar. En het was fijn omdat je de hele week al raar en slecht eet.

Iedereen was vrij om wel of niet ergens een rol in te hebben. De kleinkinderen mochten meehelpen met het sluiten van de kist en hebben hun opa begeleid naar de auto en in de kerk. Een van de kleinkinderen droeg de foto, een ander de Bijbel. Wij als kinderen hebben de kist begeleid naar zijn laatste rustplaats. Het was een moeilijke maar dankbare taak die we met z’n allen, in goede harmonie, hebben kunnen doen.”

(tekst gaat door onder de banner)

Administratie: gemeente, post, verzekeringen

Marja: “We kregen nog maandenlang post op haar naam, zoals reclame en goede doelen. Het heeft ons veel tijd gekost om alles door te geven aan instanties. Mijn moeder schreef ook veel brieven en verzamelde geboortekaartjes door het hele land. Voordat je iedereen hebt bereikt, ben je een poos verder. Mijn vader heeft het financiële deel op zich genomen.”

Emmie: “Administratief kwam er veel op ons af. M’n vader deed de administratie altijd. Hij onthield de wachtwoorden en had die niet structureel ergens genoteerd.

De begrafenisondernemer meldde het overlijden aan de gemeente, waardoor automatisch alle overheidsinstellingen op de hoogte werden gebracht. Zelf moesten we het mobiele telefoonabonnement van m’n vader opzeggen en ervoor zorgen dat het gas, water en licht op een eenpersoonshuishouden kwam. Bij alle instanties moest de tenaamstelling worden gewijzigd, zoals bij de auto. De nieuwe privacywet maakt het niet altijd makkelijk, omdat wij als kinderen niet altijd bij m’n moeder waren. Zij moest toestemming geven voordat we verder geholpen konden worden.”

Spullen in huis

Marja: “Mijn moeder had het liefst gehad dat we binnen twee dagen alles hadden verbrand, om haar zo snel mogelijk te vergeten. Maar dat konden we niet. Haar kleding is tien jaar blijven hangen; we hebben het pas een paar jaar geleden opgeruimd. Haar nachtkastje stond er nog bij zoals het achtergelaten was. Haar kleding hebben we naar een goed doel gebracht, voor Roemenië.”

Emmie: “Hier hoeven wij nu gelukkig nog niet aan te denken omdat m’n moeder nog leeft. Toen een van de kleinkinderen regelmatig ’s nachts wakker was omdat ze opa zo miste, wilde m’n moeder iets voor haar maken van m’n vaders kledingstukken. Maar ze merkte dat het te vroeg was: het was emotioneel te zwaar en te pijnlijk. Uiteindelijk heeft ze een fleecesjaal van mijn vader aan het kleinkind gegeven. Verder zijn de pijpen die mijn vader rookte naar de kleinzonen gegaan, die bewaren het als kostbaar bezit.”

Gedenksteen

Marja: “Ze wilde het liefst een onzichtbaar graf, dus ook geen steen met haar naam erop. Ikzelf wil dat wel graag – het is immers ónze gedenkplek. Dat is wel een strijd; wat doe je dan? Mijn vader, broer en zussen hebben er minder behoefte aan omdat mijn moeder het niet wenste. Er staat wel een stenen tuinbeeld. Eén keer per jaar maken we met de vier kinderen de boel netjes en planten we nieuwe bloemen.”

Emmie: “M’n moeder heeft gevraagd wie er binnenkort mee wil om te oriënteren voor een gedenksteen. Niet iedereen kan mee. Via de app houden we elkaar op de hoogte. Het is fijn dat we dit met z’n allen kunnen doen voor ieders verwerking.”

De tijd erna

Marja: “Ik kan er nu wel makkelijk over praten, maar ik was toen heel jong. Het heeft me veel verdriet gedaan dat ik er niet bij was toen ze overleed. Als je alles meemaakt en ziet, dan kun je het beter plaatsen. Maar nu zijn er veel vragen over wat er precies is gebeurd – ze had bijvoorbeeld ook een hoofdwond.

In de tijd erna hebben we als broer en zussen veel aan elkaar gehad. En ook al is het moeilijk, we gaan wel naar de begraafplaats toe. Ik heb twee kinderen, en de oudste van 8 wil nu wel weten hoe dat met oma ging. Op den duur moet ik het vertellen, maar dat wil ik nog niet. Dat is ook een stuk schaamte; je wordt er toch op aangekeken.”

Emmie: “In de week van het overlijden zijn we dichter bij elkaar gekomen. Het was fijn dat iedere nacht één, twee of drie kinderen bij m’n moeder sliepen. We hebben veel met elkaar gehuild, maar ook veel kunnen lachen en herinneringen opgehaald. Door de emoties en de vermoeidheid was er soms frictie. Ik heb me even teruggetrokken door een nachtje thuis te slapen.

Nu, nog geen half jaar later, helpen we m’n moeder allemaal. Iedereen op de manier die bij hem of haar past: de een achter de schermen, de ander meer zichtbaar. Fijn dat we elkaars talenten en inzichten kunnen inzetten. M’n moeder is blij dat we zo met z’n allen om haar heen staan.”

Tips om nu al te doen

  • Bewaar alle wachtwoorden op één vaste plek.
  • Zorg voor een en/ofrekening: een rekeningnummer dat op de naam van beide partners staat.
  • Houd een adressenlijst bij.
  • Bewaar alle wensen, inclusief een eventuele begrafenisverzekering, op één plek.
  • Check of de begrafenisverzekering voldoende uitkeert bij overlijden, of dat het verstandiger kan zijn om bij te verzekeren.

Tip voor na het overlijden

  • Zie elkaars en je eigen sterke kant, waardeer elkaar en gun elkaar de ruimte. Als het onderlinge vertrouwen er is, hoeft er geen rivaliteit te zijn, en kan het ook onder sterke emoties goed blijven gaan.
  • Zeg niet te snel een emailadres of telefoonnummer op, omdat er nog belangrijke informatie op binnen kan komen.
  • Check of alle bestanden, foto’s en documenten van telefoons, laptops en computers af zijn, voor deze door anderen gebruikt gaan worden.

Geschreven door

Eline van Lindenberg

--:--